Ga direct naar inhoud
Nieuws

Kuikens grootbrengen op Griend (Blog 5)

06 juli 2023 | Cynthia Borras

De fase waarin de vogels eieren hebben is vrijwel volledig voorbij. De vogelwachters staan nu voor de taak na te gaan in hoeverre de verschillende soorten met succes gebroed hebben.

Visdief met twee opgroeiende jongen

Broedsucces

De fase waarin de vogels eieren hebben is vrijwel volledig voorbij. De vogelwachters staan nu voor de taak na te gaan in hoeverre de verschillende soorten met succes gebroed hebben. Dit wordt uitgedrukt in het gemiddelde aantal jongen per paar dat het zogenaamde ‘vliegvlugge stadium’ bereikt. Hiervoor tellen de vogelwachters het aantal jonge vogels vaak vanuit een schuilhut aan de wadrand. Soms combineren ze deze waarnemingen met het verzamelen van gegevens over het voedsel dat de jongen aangereikt krijgen, want onafhankelijk zijn ze nog niet. Zo is er inmiddels kennis verzameld over de prooien die visdieven en noordse sterns voor hun jongen aanvoeren.

Geleidelijk wordt duidelijk hoe het broedsucces er bij de verschillende soorten voorstaat. Opvallend zijn de verschillen. Terwijl het in dit opzicht met de lepelaars erg goed gaat en de visdieven het ook goed doen, gaat het uitgesproken slecht met de scholeksters, kokmeeuwen en noordse sterns. Soms is de oorzaak hiervan bekend, soms ook niet.

Visdieven op Griend

Aantal broedende lepelaars neemt toe

De lepelaar is op Griend een relatieve nieuwkomer. De soort vestigde zich in 2009 met een enkel paar op het eiland. Het jaar erna zijn er 4 paren en worden er jongen vliegvlug. Daarna groeit de populatie geleidelijk. Dit jaar tellen we 65 paren en tientallen grote jongen. Kennelijk zijn er voor deze soort tijdens laagwater voldoende garnalen in ondiepe plasjes op het wad te vinden.

Lepelaars op Griend

Weinig succes voor de scholeksters

Op hetzelfde wad zoeken de scholeksters tijdens laag water naar wormen en schelpdieren. Scholeksters zijn sinds mensenheugenis vaste bewoners van Griend. De oudste telling dateert uit 1964 toen er 100 broedparen werden vastgesteld. Daarna worden aantallen geschat tussen 100 en 500 paren. Maar al lang brengen de scholeksters vrijwel geen jongen groot. Worden de kleine jongen die we her en der zien door meeuwen opgegeten of is er gebrek aan voedsel? Experts sluiten het laatste niet uit, want een belangrijk prooidier, het nonnetje, is op veel plaatsen in de Waddenzee sterk in aantal achteruitgegaan. Je kunt je afvragen waarom de soort nog niet van Griend verdwenen is. Maar scholeksters kunnen erg oud worden, gemiddeld 16 jaar met uitschieters tot zelfs 46 jaar. Zo’n soort verdwijnt gelukkig niet snel.

Scholeksters op Griend

Slechte resultaten voor de kokmeeuwen

En dan de kokmeeuwen die het ook dit jaar over het algemeen slecht doen. In sommige jaren hebben kokmeeuwen te lijden onder voedseltekorten maar de laatste jaren zijn het vooral de toenemende zilvermeeuwen die hen de das omdoen. Eieren en kuikens worden door laatstgenoemde soort massaal opgegeten. Het is opvallend dat een relatief kleine groep kokmeeuwen die langs de rand van de visdiefkolonie broedt wel jongen grootbrengt. Het lijkt erop dat de gecombineerde verdediging van het koloniegebied door beide soorten vruchten afwerpt en de zilvermeeuwen afschrikt. Positief is ook, dat de vogelgriep die elders veel slachtoffers onder de kokmeeuwen maakt, op Griend beperkt is gebleven.

 

Tekst: Jan Veen

Jonge kokmeeuwen op griend
Cynthia Borras
Cynthia Borras