De eerste opruimacties na de watersnoodramp in Limburg en Brabant zijn achter de rug. Voorlopig werken we vanuit Natuurmonumenten nog met gerichte acties met een beperkt aantal vrijwilligers per keer. “Aan de ene kant is het belangrijk dat we zoveel mogelijk zo snel mogelijk opruimen, maar het moet wel veilig zijn” vertelt Rob van Schijndel, gebiedsmanager in het getroffen gebied.
Het aanbod van mensen die willen helpen overtreft nu nog wat we aankunnen. Daar zijn we erg blij mee. Het opruimen van alle rotzooi is een gigantische klus. Er zullen dan ook nog veel oproepen volgen waar we vrijwilligers zoeken die willen helpen opruimen.
Kijk voor het actuele overzicht met info over data en locaties van de opruimacties in gebieden van Natuurmonumenten op: natuurmonumenten.nl/hoogwateropruimactie.
“Waar mogelijk gaan we al met kleine groepen vrijwilligers aan de slag” begint Rob zijn verhaal. “Planten liggen nu nog plat door het water wat er overheen is geraasd. Daardoor kunnen we makkelijk bij de rotzooi. Als alles weer gaat groeien, ook de brandnetels en distels, dan wordt dat snel een stuk lastiger.” Op veel plekken kan nog niet veilig worden gewerkt. “Langs rivieren en beken is veel grond weggespoeld. Dat zie je niet altijd omdat er nu een dikke laag rotzooi ligt. We gaan altijd eerst met experts een gebied in, voor we er met vrijwilligers aan de slag kunnen. We willen zeker weten dat het veilig en verantwoord is voor we mensen vragen om ons te helpen.”
De eerste opruimacties in gebieden van Natuurmonumenten zijn achter de rug. “We werken met kleine groepen vrijwilligers.” vertelt Nico Altena, medewerker Natuurmonumenten. “Het is echt heel mooi om te zien dat mensen overal vandaan komen om te helpen. Mensen trekken hun laarzen en oude kleding aan en ze willen wat doen. Fantastisch. We halen veel plastic weg. Maar helaas kunnen we niet overal bij. Soms zit het tot wel drie, vier meter hoog in de bomen. Zo hoog is het water dus gekomen. Het is belangrijk dat we zoveel mogelijk weghalen, anders raken er straks dieren in verstrikt. Het werken geeft je echt een goed gevoel. Binnen een paar uur verzamel je al een hele berg rotzooi. Maar het maakt ook indruk. Je ziet veel spullen die waarschijnlijk zo zijn weggespoeld uit huizen van mensen die getroffen zijn door de watersnoodramp.”
Ook buiten onze gebieden kunnen organisaties (zoals Rijkswaterstaat, Staatsbosbeheer en Limburgs Landschap) hulp gebruiken bij het opruimen langs de Maas.
Door de overstromingen en hevige regenval zijn de terreinen kletsnat en zompig. Hierdoor kunnen verraderlijke en gevaarlijke situaties ontstaan, bijvoorbeeld door drijfzand en wegtrekkend water. Al onze gebieden aan de Maas zijn daarom nog gesloten voor publiek. Aan alle bezoekers vragen we uitdrukkelijk om de terreinen niet in te gaan, ook niet via kapotte rasters.