Een koninklijke vlinder
Met zijn feloranje vleugelpunten past hij helemaal in deze Koningsdag-week. Het oranjetipje. Nu de temperaturen wat oplopen, kun je deze vlinder makkelijker spotten.
Wil je het oranjetipje tegenkomen, ga dan eerst op zoek naar pinksterbloemen. Die staan nu volop in bloei, vooral in vochtig grasland. Zeker als er bomen in de buurt zijn, is er een goede kans dat je ook het vlindertje spot.
Pinksterbloemen
De pinksterbloem is een frisgroene plant die zo’n 50 cm hoog wordt. Er komen trosjes zachtlila bloempjes aan. Bekijk ze eens van dichtbij, dan zie je heel fijne lijntjes - ‘aders’ - op de bloemen. Misschien ontdek je onder één van de bloemknoppen wel het eitje van het oranjetipje. Want de pinksterbloem is de belangrijkste ‘waardplant’ van het oranjetipje: het vrouwtje gebruikt vaak deze plant om eitjes te leggen. Ze legt precies één eitje per plant, zodat de rups alle bloemknopjes als voedsel voor zichzelf heeft.
Herken het oranjetipje
Zie je een vlinder bij pinksterbloemen, dan is het niet moeilijk om te zien of het een oranjetipje is. Dat wil zeggen: het mannetje, want hij heeft een zwart lijfje en witte vleugels met oranje vleugelpunten. Hij vliegt meestal rond op zoek naar een vrouwtje. Het vrouwtje is wat lastiger te herkennen: die mist het oranje en zit vaker op een bloem. Ze drinkt dan nectar, zodat ze voldoende energie heeft om eitjes te leggen. Doordat haar vleugels vooral wit zijn zou je haar makkelijk kunnen verwarren met bijvoorbeeld een koolwitje. Zitten oranjetipjes met de vleugels dichtgeklapt, dan lijken man en vrouw meer op elkaar. Ze hebben vrijwel hetzelfde gemarmerde patroon op de buitenkant van de vleugels, en het oranje van het mannetje schemert er slechts lichtjes doorheen.
Zelf oranjetipjes zien?
Bijvoorbeeld hier:
Nationaal Park Veluwezoom, omgeving bezoekerscentrum
Velperwaarden
Koppenwaard
Driegaarden