Ga direct naar inhoud

Gewone pad

Al eens in de ogen van een gewone pad gekeken? Zo mooi, die oranje kleur. Het grootste deel van het jaar leven padden op het land, maar in het voorjaar trekken ze massaal naar het water. Paddentrek! En in de zomer zorgen de jonge padjes soms voor een ‘paddenregen’. Lees hier alles over dit mooie amfibie: herkenning, leefwijze, verspreiding en bescherming.

Gewone pad loopt meer dan hij springt

Herkenning

In Nederland is de gewone pad (Bufo bufo) een van de meest algemene soorten amfibieën. Hij komt vrijwel overal voor en is goed te herkennen aan de oranje ogen met horizontale zwarte pupil. 

Kenmerken:

  • Middelgroot tot groot, tot 11 centimeter (in Zuid-Europa tot 15 centimeter)
  • Mannetjes kleiner dan vrouwtjes en met dikkere voorpoten 
  • Bobbelige huid met kleur variërend van grijsbruin tot geelbruin of roodbruin
  • Wittige buik met marmerachtige tekening

Andere soorten padden die in Nederland voorkomen zijn rugstreeppad, knoflookpad, vroedmeesterpad en geelbuikvuurpad. Deze zijn allemaal een stuk zeldzamer dan de gewone pad, en je hoeft maar in de ogen te kijken om te zien welke de gewone is. 

Leefgebieden

In vrijwel heel Europa komt de gewone pad voor, alleen in Ierland en IJsland niet. Hij houdt van een gevarieerd landschap, maar is verder niet heel kieskeurig. Zolang er maar zoet water in de buurt is waar kan worden gepaard en eitjes gelegd vindt de pad het prima. 

Paddentrek

Padden leven bijna het hele jaar een verborgen leven. Met een goede schutkleur en pas in avond en nacht actief lukt het ze om veel uit beeld te blijven. Maar in het voorjaar zijn ze niet te missen: de massale paddentrek barst los. De piek van de paddentrek is in maart en april.

Veilig naar de overkant

Omdat padden vaak wegen moeten oversteken om van de overwinteringsplek naar het water te komen, vallen er verkeersslachtoffers. Op veel plekken in het land is er menselijke hulp om padden veilig naar de overkant te brengen.

Levenscyclus

Na hun overwintering op een droge plek trekken padden vanaf eind februari richting het dichtstbijzijnde zoete water. Tijd voor de voortplanting. In het water gaan de mannen zitten roepen om een vrouw te lokken, wat soms een mooi koor oplevert. Sommige mannen zijn onderweg al niet meer te houden als ze een vrouw zien, ze klimmen op de rug van hun geliefde en omklemmen haar met beide voorpoten. De amplexus heet dit.

Een echte paring zit er trouwens niet in. In het water zet het vrouwtje haar eitjes af, waarna de man zijn zaad erover uitstort, en zo komt de bevruchting tot stand. De eitjes zijn als lange kettingen met kralen zichtbaar in het water. Eén zo’n eisnoer bevat zo’n 2000 tot 6000 eieren! 

Uit de eitjes komen zwarte paddenvisjes, die vaak op een kluitje in het water zitten. Dikkopjes. Na een paar weken waterleven zijn het geen visjes meer, maar padjes. Met z’n allen kruipen ze op het land. Een paddenregen wordt het ook wel genoemd, zoveel kunnen er ineens voor je voeten kruipen. 

Wat eten padden?

Padden eten bijna alles wat ze kunnen pakken, van slakken en regenwormen tot spinnen en duizendpoten. Ze hebben een voorkeur voor mieren en ook kevers en insectenlarven staan bovenaan de menukaart. Als paddenvisje leven ze eerst van algen.

Bescherming van de pad

Boswachter Martine Otten van Natuurmonumenten werkt in de beheereenheid Flevoland waar jaarlijks grote aantallen padden, kikkers en salamanders veilig naar de overkant van de weg worden geholpen tijdens de paddentrek. 

‘‘Wij hebben in onze beheereenheid een traject aan de Voorsterweg dat een van de belangrijkste plekken is van het land als het gaat om het overzetten van amfibieën. Natuurmonumenten werkt hier jaarlijks samen met vrijwilligers en bewoners om meer dan 15.000 dieren naar hun voortplantingswater te helpen. De voorjaarstrek is de gevaarlijkste periode in het leven van een pad.”

“Langs de weg staan schermen die voorkomen dat de dieren slachtoffer worden van het verkeer. De amfibieën lopen langs die schermen op zoek naar een opening en vallen daarbij in een van de vele emmers die langs het traject staan. Elke ochtend en elke avond lopen we langs de emmers om ze te legen aan de andere kant van de weg. Heel fijn om dit samen met onze betrokken vrijwilligers en buurtbewoners te doen!”

Weetjes over de pad

  • Zowel larven als volwassen padden geven gifstoffen af via de huid, waardoor ze voor vijanden niet aantrekkelijk zijn
  • Padden kunnen heel oud worden, meer dan 30 jaar, maar in de natuur worden ze meestal niet ouder dan 10 jaar.
  • Padden trekken voor hun voortplanting altijd naar het water waar ze zelf geboren zijn.