Ga direct naar inhoud
Nieuws

Dwingelderveld, gebiedsvisie 5 juni 2024

25 juni 2024 | Anton Augustijn

Gebiedsvisie Dwingelderveld, een gebiedsvisie geeft helder en op hoofdlijnen aan wat Natuurmonumenten in een planeenheid ("natuurgebied") en de omgeving in de komende 18 jaar wil bereiken en hoe deze doelen gerealiseerd gaan worden

Dwingelderveld

Gebiedsvisie Dwingelderveld – Harro Kraal/Henk Roskam

Natuurmonumenten werkt bij het beheer van haar natuurgebieden volgens de beheercyclus om haar doelen - goed beheerder en beweging zijn - optimaal te realiseren. De beheercyclus is een middel bij het sturen op kwaliteit en legt een heldere koppeling tussen de doelen en de activiteiten die nodig zijn om deze te realiseren. Met deze integrale en praktijkgerichte methode werken we planmatig en gericht aan het realiseren van onze doelen. Dit is de inspirerende basis voor al ons werk.

Een gebiedsvisie geeft helder en op hoofdlijnen aan wat Natuurmonumenten in een planeenheid en de omgeving in de komende 18 jaar wil bereiken en hoe deze doelen gerealiseerd gaan worden. In de visie wordt een integrale afweging gemaakt tussen alle relevante onderwerpen/doelen in een gebied door beheerteam en landelijke afdelingen samen. Goed beheerder en beweging zijn worden daarmee geïntegreerd én er wordt gekozen wat Natuurmonumenten wel en níet nastreeft in een gebied.

Voor het nationaal park Dwingelderveld is de afgelopen periode hard gewerkt aan een dergelijke visie. Betrokken partijen hierbij waren uiteraard Natuurmonumenten, maar ook Staatsbosbeheer, het waterschap en de provincie Drenthe, daarnaast een 2-tal leden van de ledencommissie. 

 Tot nu toe was er geen gebiedsvisie voor het Dwingelderveld. Wel was er een beheerplan.

De looptijd van een gebiedsvisie is zoals aangegeven 18 jaar. We kijken dus naar een stip op de horizon in 2042. Elke 6 jaar wordt er vervolgens kwaliteitstoets uitgevoerd: wat hebben we bereikt en waarom hebben we iets niet bereikt. De afwijking van de stip op de horizon wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door wat er in de (verre) omgeving gebeurt. Hier kunnen grote veranderingen plaatsvinden ten opzichte van nu. Te denken valt aan de klimaatverandering. Het is belangrijk om goed te communiceren over de noodzakelijke veranderingen/verbeteringen in een gebied. 

De gebiedsvisie is een intern stuk voor Natuurmonumenten. Wel komt er een samenvatting voor het brede publiek.

Op woensdag 5 juni heeft Natuurmonumenten met een 15-tal klankbordleden een 2-tal onderwerpen uit de gebiedsvisie besproken, de zonering van het Dwingelderveld en de inrichting van de Ruiner-Aa. 

Zonering:

Vanuit de omgeving ontstaat er steeds meer druk op de natuur.

Er zijn veel paden in het bos en op de overgang van bos naar heide. Op deze plaatsen komen veel bijzondere soorten voor blijkt uit een onderzoek. Onderzocht is de aanwezigheid van vogels en reptielen. Daarnaast is het voor broedvogels belangrijk, dat paden hemelsbreed 100 meter van elkaar liggen.

Hoe kunnen we de druk op de gebieden oplossen?

  • Nadenken over een slimme inrichting, zodanig dat er rustgebieden zijn voor de daar levende dieren en kwetsbare vegetatie wordt ontzien én dat er ook ruimte is voor recreanten/bezoekers
  • In gesprek met de gemeenten en de provincie over een goed fietspadenplan
  • Deze problematiek is landelijk. Je kunt dat niet alleen voor dit gebied oplossen.
  • Geen beton-fietspaden over de heide, omdat deze aantrekkelijk zijn voor slangen en andere reptielen om te zonnen en ze daarmee het risico lopen te worden overreden
  • Communiceer zorgvuldig met de omgeving over het waarom van de maatregelen. Ook met de middenstanders (campings en recreatieondernemers). 

Ruiner-Aa:

 Het huidige waterpeil in het gebied ligt 2 meter onder het maaiveld. Dit zorgt voor verdroging en ernstige aantasting van de natuur in de randen. Het regenwater voert ook snel af door de huidige inrichting van de Ruiner-Aa. Dat vraagt om aanpassingen. De keus is een doorstroommoeras of een beek in een cultuur-historisch landschap, of willen we een combinatie van beide.

Voor het gebied is het beter om het water zo lang mogelijk vast te houden (doorstroommoeras). Dit zou ook passen in de historie. We praten dan wel over de periode voor 1900.

Mogelijk is dit ook te realiseren met een cultuur-historisch landschap van rond 1900. Je zult dan wel moeten werken met natuurlijke barrières in de beek, zodat de waterstand zo hoog mogelijk wordt gehouden.

Rondvraag

  • Neem ook de cultuurhistorische aspecten mee in het begin van de rapportgage. Dit maakt de visie veel maatschappelijker.
  • Geef voorlichting in het kader van deze visie op scholen en aan de jeugd.
  • De gebiedsvisie kan goed worden gebruikt als input voor de diverse, door de gemeenten, op te stellen omgevingsplannen.
Anton Augustijn