Ga direct naar inhoud
Nationaal Park

Nationaal Park Dwingelderveld

Dwingelderveld overzichtsfoto

Oer-Drents landschap

Weids, stil en nat. Dat is voor mij het Dwingelderveld. Hier kan ik, onder prachtige wolkenluchten, dwalen en tot rust komen. En elk seizoen heeft z’n eigen kleuren. In het voorjaar zie je witte zeeën van veenpluis, in de zomer is de hei roze en paars en in de herfst geven de grassen het gebied een oranjegele gloed. Soms kom ik de schaapherder tegen met zijn schapen en hond. Dan is het net of je terug gaat in de tijd.

Boswachter Hans Krol
Hans Krol

Boswachter van dit gebied

Meer over Nationaal Park Dwingelderveld

Over het gebied

Een ongestoorde horizon. Die kun je op het Dwingelderveld nog zien. Hier kun je eindeloos ver kijken.

Nationaal Park Dwingelderveld is het grootste natte heidegebied van West-Europa. Natte laagtes – slenken genoemd – en hoge zandruggen wisselen elkaar af in het uitgestrekte Dwingelderveld. Je vindt er heide, bos, jeneverbesbosjes, stuifzand en ruim veertig vennen. Een deel van die vennen is ontstaan in de ijstijd, andere zijn het resultaat van veenafgravingen. 

Veiligstellen van het oer-Drentse landschap

Natuurmonumenten kocht in 1930 het eerste stuk van het Dwingelderveld om zo een voorbeeld van het oer-Drentse landschap veilig te stellen. In de hele provincie gingen heidevelden verloren door ontginningen. De eerste aankoop betrof een gebied van 700 hectare, het nationaal park heeft nu een oppervlakte van 3.700 hectare. Daarvan heeft Natuurmonumenten bijna de helft in eigendom.

Er op uit

Er zijn tal van mogelijkheden om te genieten van het bijzondere landschap. Je kunt er wandelen, fietsen, hardlopen, paardrijden en naar vogels kijken in hutten en achter schermen. En in Ruinen vind je ons bezoekerscentrum, de ideale uitvalsbasis om het gebied te ontdekken. De kinderen kunnen zich heerlijk uitleven in de speelnatuur van OERRR.

Zeldzame planten en dieren

Dankzij de grote afwisseling in het Dwingelderveld leven er veel planten en dieren. In de natte stukken vind je dopheide, veenpluis, klokjesgentiaan en orchideeën, in de droge delen groeit heel veel struikheide en jeneverbes.

Alle drie Nederlandse slangensoorten – adder, gladde slang en ringslang – leven op het Dwingelderveld. De vogelliefhebber kan hier zijn hart ophalen met spechten, roofvogels en typische heidevogels zoals de roodborsttapuit en boomleeuwerik. Heel trots zijn we dat sinds enkele jaren ook de sierlijke kraanvogel op het Dwingelderveld zijn jongen groot brengt.

 

Adder

Adder

Waterberging

Veel natuur in Drenthe vraagt om natte omstandigheden. In het Dwingelderveld dempen we sloten en herstellen we lage delen in het gebied. Zo houden we het water langer vast. Goed voor de planten en dieren in het gebied. En het voorkomt dat de buren bij extreme regenval wateroverlast krijgen. Dan is het natuurgebied een waterberging. Loop eens over het Kloosterveld achter het bezoekerscentrum. In de zomer staat het vaak droog, in de winter heb je laarzen nodig om door het veld te gaan.

Nationaal Park Dwingelderveld

Agenda

Bezoekersinformatie

Bereikbaarheid

Nationaal Park Dwingelderveld

Nieuws

Direct naar

Nationaal Park Dwingelderveld

Wat wij hier doen

Open, afwisselende heide

Heide is in het verleden ontstaan door boskap en begrazing met enorm veel schapen en koeien. Zouden we niets doen, dan zou de heide heel snel weer bos worden. We vinden de heide, met de planten en dieren die alleen daar kunnen leven, zo bijzonder dat we alles in het werk stellen om het te behouden. Dat doen we in het Nationaal Park Dwingelderveld samen met de boswachters van Staatsbosbeheer. We plaggen regelmatig de heide, zodat er weer jonge struiken gaan groeien. De Drentse heideschapen van onze herder Johan Coelingh zijn dagelijks op de heide te vinden; de schapen grazen het gras tussen de heidestruiken weg. Zij krijgen daarbij hulp van geiten en koeien. Zo houden we het landschap open, kunnen jonge heideplanten ontkiemen en zijn planten als klokjesgentiaan en zonnedauw van een toekomst verzekerd. Vlinders, libellen, reptielen, amfibieën en vogels behouden de ruimte die ze verdienen.