Ga direct naar inhoud

Achtergrondinformatie Natuurherstel Fochteloërveen

Het Fochteloërveen is een open en kletsnat natuurgebied. De dieren en planten in dit hoogveengebied, zoals de adder, het veenhooibeestje en het eenarig wollegras gedijen alleen in deze natte, barre en voedselarme omstandigheden. De moerassen van veenmossen zijn afhankelijk van regenwater. Kraanvogels maken er hun nesten en zeldzame vlinders-, libellen-, slangen- en bijzondere plantensoorten zijn er op hun plek. Om te voorkomen dat zeldzame soorten verdwijnen en een uniek natuurgebied verloren zal gaan zullen we de komende jaren maatregelen nemen om de natuur te herstellen en het Fochteloërveen te behouden voor de toekomst.

Fochteloërveen Natura2000 gebied

Land van water en veenmoerassen

Een wandeling door Nederland was eeuwenlang niet bepaald een pretje. Reizigers en Romeinse en Spaanse soldaten klagen in oude geschriften over een nat en zompig land waar reizen moeilijk is. Nederland was lange tijd een land van water en veenmoerassen. Wie nu door ons land reist, ziet daar weinig van terug, behalve in een paar bijzondere natuurgebieden zoals het Fochteloërveen. Wie hier op een stille, druilerige dag door het hoogveengebied wandelt, kan zich een voorstelling maken van hoe Nederland er ver voor 1800 moet hebben uitgezien: echte oernatuur.

Verdwijnend hoogveen

Aan het begin van de jaartelling lag er in Nederland meer dan een miljoen hectare hoogveen. Nadat men in de Middeleeuwen doorkreeg dat gedroogde veengrond een prima brandstof was, verdween er veel hoogveen als turf in de kachel. Aan het einde van de Middeleeuwen was er van de miljoen hectare nog maar een kwart over. Ook na de Middeleeuwen ging de ontginning van het hoogveen onverminderd door. Het gigantische Bourtangerveen op de grens tussen Nederland en Duitsland verdween geheel van de kaart. Aan het begin van de 20e eeuw was hoogveen als landschap in Nederland bijna verdwenen. “Het is te hopen, dat we toch nog ergens in Overijsel of Drente een flink brok hoogveen zullen kunnen reserveeren met zijn interessante planten- en dierenwereld en geologische geschiedenis”, schreef Jac. P. Thijsse in 1915. Deze ‘flinke brok’ werd het Fochteloërveen, waar Natuurmonumenten in 1938 200 hectare wist aan te kopen. Het was daarmee het eerste hoogveengebied in Nederland dat bescherming kreeg.

Tegenwoordig resteert in heel Nederland nog 8000 hectare hoogveen verspreid over 12 gebieden. Het Fochteloërveen is met 1500 hectare hoogveenlandschap een van de grootste hoogveengebieden. Het hele gebied, met daarbinnen ook bossen, akkers en open water, is ruim 3300 hectare groot.

Unieke veennatuur

Het ooit zo algemene hoogveen is nu uiterst zeldzame natuur. Er leven talloze vogelsoorten, waarvan kraanvogel, grauwe klauwier en paapje de meest bijzondere zijn. Daarnaast komen er in het veen drie soorten inheemse slangen en diverse zeldzame vlinder- en libellensoorten voor. De plantenwereld bestaat uit soorten die zich hebben aangepast aan een leven in kletsnatte, voedselarme omstandigheden. Je vindt er de tere roze bloempjes van de lavendelheide, de vleesetende blaadjes van de kleine en ronde zonnedauw en prachtig wuivend wollegras. En natuurlijk veenmos, heel veel veenmos.

Veenmossen

Natte spons

Hoogveen is nat. Het ontstaat in voedselarme gebieden waar op jaarbasis meer regen valt dan dat er verdampt. In zo’n milieu voelen veenmossen zich thuis. Veenmos groeit van boven aan en sterft van onderen af. Die afgestorven plantenmassa is de basis van de dikke laag veen in het gebied.

Veenmos doet het prima in zure, zuurstofarme condities. Heel langzaam ontstaat er een mospakket dat, als het maar nat genoeg blijft, dikker en dikker wordt. In natte tijden houdt het veenmospakket veel water vast, waardoor het veen in droge zomers niet uitdroogt. Eigenlijk is hoogveen een enorme natuurlijke spons. Al duizenden jaren groeit het veenmos in laagjes millimeter voor millimeter omhoog. Een eindeloze stapeling van plantenresten, al 9000 jaar lang. Voor hoogveengebieden zoals het Fochteloërveen is regenwater dan ook van levensbelang.

Natura 2000

De natuur in het Fochteloërveen behoort tot de Europese topklasse. De omstandigheden om te leven en groeien zijn er extreem. Voedselarm, nat en zuur. Alleen soorten die optimaal zijn aangepast kunnen er gedijen. De natuur in het Fochteloërveen is een kijkje terug in de tijd, vroeger kwamen de soorten die er leven algemeen voor in ons land. Nu zijn ze zeldzaam en kwetsbaar. Vandaar dat het gebied in het Europees netwerk Natura 2000 is opgenomen en volgens Europese wetgeving is beschermd.

Voor alle Natura 2000-gebieden zijn ook instandhoudingsdoelstellingen opgesteld. Beheerders Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer, de landelijke overheid, de provincies Fryslân en Drenthe, de gemeenten en de waterschappen hebben de taak om de kwetsbare natuurwaarden te behouden en waar mogelijk te herstellen. In goede samenwerking proberen ze het hoofd te bieden aan de verschillende bedreigingen voor het gebied: hoge stikstofdepositie en klimaatverandering. Met verdroging en afname van biodiversiteit als gevolg. De uitdagingen om het gebied en de natuur in stand te houden, zijn op dit moment erg groot.

Klimaatverandering en stikstofdepositie

Eén van de gevolgen van het veranderende klimaat is het optreden van langdurige droogteperiodes. Daarnaast zorgt de hogere temperatuur voor meer verdamping. Voor het Fochteloërveen telt iedere druppel regenwater. Daarnaast is het een groot probleem dat er vanuit het gebied veel water weglekt naar de lagergelegen omgeving waar de grondwaterpeilen laag zijn. Natblijvend hoogveen is dan ook geen zekerheid meer.

De plantensoorten in hoogveengebieden zijn gespecialiseerd in een kletsnat, maar ook zeer voedselarm milieu. Typische hoogveenplanten kunnen toe met weinig voedingsstoffen en groeien traag. Stikstof verstoort dit systeem. Snelgroeiende soorten als berk, trosbosbes en pijpenstrootje profiteren van deze meststof uit de lucht. Via hun bladeren verdampen ze veel water, waardoor ze de verdroging nog eens versterken. Die verdroging stimuleert het rottingsproces van het veen en voegt daarmee ook voedsel toe aan de bodem. De voedselrijkere grond wordt daarmee steeds geschikter voor grassen, bomen en struiken. Het hoogveen degradeert door deze zichzelf versterkende ontwikkelingen steeds verder.

Lekke kades door verdroging

In het verleden zijn kades aangelegd om water in het gebied vast te houden. Die kades bestaan deels uit hout. Dat werkte goed, zolang het hout onder water stond. Door de verdroging kwam het hout in contact met de lucht, waarna het ging rotten. Veel kades raakten lek, waardoor kostbaar water nu het gebied uitstroomt. Stukken hoogveen drogen momenteel uit en beginnen te oxideren. Daarbij komt veel broeikasgas vrij in de vorm van koolstofdioxide en methaan. Deze stoffen dragen weer bij aan klimaatverandering door het vergroten van het broeikaseffect.

De hoge stikstofdepositie en de klimaatverandering jagen de verdroging van het Fochteloërveen verder aan. Dit bedreigt de zeldzame natuur en versterkt het broeikaseffect.

Complexe bedreigingen

Zie daar de complexiteit; verschillende elkaar versterkende processen vormen een bedreiging voor de mens (klimaat/voedselvoorziening) en de natuur (biodiversiteit). Daar moeten we iets aan doen. Niet alleen omdat we dit gezien de Natura 2000-status verplicht zijn, maar ook omdat het vanuit de biodiversiteits- en klimaatcrisis noodzakelijk is om nu in actie komen.

Genieten zonder te verstoren

Het Fochteloërveen is niet alleen belangrijk voor dieren en planten. Veel natuurliefhebbers genieten er van het open landschap met de prachtige wolkenluchten en de ongekende weidsheid. Door gerichte maatregelen kunnen natuurbehoud en genieten van de natuur nog beter op elkaar worden afgestemd. Het afwaarderen van de weg die het gebied doorsnijdt en daarvan een fiets- en wandelpad te maken, zal zorgen voor minder verkeerslachtoffers onder reptielen, zoogdieren en jonge vogels. Tegelijkertijd ontstaat er hierdoor een spectaculaire natuurboulevard waarop wandelaars en fietsers naar hartenlust kunnen genieten van paapjes, libellen, adders, en trompetterende kraanvogels. Ook het verplaatsen van parkeerplaatsen naar de rand van het gebied en het creëren van wandelroutes vanaf deze startlocaties versterken zowel de beleving als het behoud van de soorten in het gebied.

Fietsen door het Fochteloërveen

Fietsen door het Fochteloërveen

Terug naar de pagina Natuurherstel Fochteloërveen

Bezoekersinformatie

Bereikbaarheid