6.3 km
Bergherbos
Een wandeling die het bos afwisselt met mooie uitzichten over glooiende akkers in het Bergherbos. De wandelroute begint en eindigt bij het sprookjesachtig gelegen restaurant ’t Peeske.
De wandelroute van 7 km is gemarkeerd met rode pijltjes en voert onder andere langs de uitkijktoren Hulzenberg. De route heeft ook een kortere variant, van 4 km, deze is aangegeven met blauwe pijltjes. Deze bereikt de uitkijktoren niet.
Het start- en eindpunt van beide wandelingen is bij Uitspanning ’t Peeske. De nummers in het kaartje vind je terug in de beschrijving hier onder.
Uitspanning 't Peeske bevindt zich aan de overkant van de weg.
De zwerfkei bij de ingang komt van ver. Tijdens de voorlaatste ijstijd (circa 200.000 jaar geleden) is hij door een gletsjer vanuit Scandinavië naar Nederland geschoven, waar hij na het smelten van het ijs achterbleef. De heuvels (stuwwallen) van het Montferland zijn ontstaan doordat het ijspakket massa’s land voor zich uit heeft geschoven.
De naam ‘Peeske’ is een verbastering van het Latijnse pascuum, wat bron of vochtige plek betekent. De bron voedt de vijver die je hier ziet. Deze vijver werd ooit aangelegd als molenkolk, maar deed niet lang dienst. De wateraanvoer bleek te gering voor het aandrijven van de molen. Het gebouw herbergt inmiddels al vele jaren een uitspanning.
Bosranden zijn belangrijk voor dieren als overgang tussen het veilige bos en het voedselrijke maar open akkerland. Vooral houtduiven pikken graag een graantje van de akker. In de schemering foerageren hier dassen en reeën.
Het Bergherbos heeft veel verschillende gezichten. Het deel aan je rechterhand is ooit aangeplant voor de houtproductie. Natuurmonumenten maakte hier inmiddels - letterlijk - ruimte voor een meer natuurlijke ontwikkeling. Dankzij het licht dat nu op de open plekken de bosbodem bereikt kunnen er allerlei bosplanten en struiken kiemen en groeien. Een gevarieerd bos biedt op zijn beurt ook weer beschutting en voedsel voor vogels en andere - grote en kleine - dieren. De blauwe route gaat hier linksaf.
De forse naaldbomen rechts van het pad zijn Corsicaanse dennen. Zij lijken veel op grove dennen, maar hebben langere naalden. Hier kun je nog goed zien dat het bos werd aangeplant als productiebos. De bomen zijn van eenzelfde leeftijd, staan dicht opeen en er is weinig ruimte voor ondergroei. Dieren hebben hier weinig te zoeken.
Het bos links ziet er gevarieerd en natuurlijk uit. Er staan boomsoorten als eik, beuk, berk en grove den. De bomen zijn verschillend van lengte en leeftijd. Ook is er een rijke ondergroei van struiken en kruiden.
Een ander kenmerk van natuurlijke bossen is dat omgevallen bomen mogen blijven liggen, zodat ze door schimmels en insecten kunnen worden afgebroken.
Over de boomtoppen kun je de kerktoren van Hoch-Elten zien liggen. De snelweg is nu de grens tussen Nederland en Duitsland, maar van 1949 tot 1963 behoorden Elten en Hoch-Elten tot Nederlands grondgebied. In de nacht van de teruggave zijn ze letterlijk vol gezet met vrachtwagens vol boter en andere smokkelwaar, die de volgende dag volkomen legaal de grens over waren.
De hoogste punten van de stuwwallen liggen op ruim tachtig meter boven NAP. Op de 85 meter hoge Hulzenberg staat een uitkijktoren die in januari 2016 is geopend. Na een pittige klim kun je genieten van een prachtig uitzicht over de wijde omgeving. Je staat op een hoogte van 21 m en kijkt helemaal uit van Veluwezoom tot Elten en verder!Vooral ’s zomers ziet het landschap er hier nog uit als in een streekroman: graanvelden die wuiven op de wind, met blauwe korenbloemen en andere akkerkruiden en midden in het veld wat grote bomen. Waar je de Boterweg oversteekt, kruis je ook de reptielencorridor - een 6 km lange in het bos gekapte open strook, die heidevelden van de Hulzenberg en andere geschikte leefgebieden voor reptielen als de zandhagedis met elkaar verbindt.
De wandeling gaat verder door de Keulse slagen. Ook dit is duidelijk als productiebos aangelegd en beheerd, er groeien veel uitheemse boomssoorten als douglasspar, fijnspar en Japanse lariks.de korte blauwe route voegt zich weer bij de rode route.Je loopt nu door gevarieerde bossen over de eeuwenoude Laakweg, die vroeger de scheiding vormde tussen de bossen van de dorpen Beek en Stokkum.
Hier staan veel adelaarsvarens, een aanwijzing dat het bos hier al eeuwen oud is. In de natuurlijke ontwikkeling van een bos wordt de bodem - door het verteren van bladafval - steeds voedselrijker. De manshoge adelaarsvarens groeien alleen in een voedselrijke bosbodem.
De bron 'Klein Peeske' is drooggevallen. Je kunt de plek waar deze lag nog wel herkennen als een laagte.