Ga direct naar inhoud
Nieuws

De zwarte specht, buitenbeentje in het Buurserzand

20 maart 2020 | Simone Damhof

Natuurmonumenten laat dood hout staan. Een woonplaats voor insecten, een schuilplaats voor kleine dieren en een goede plek voor schimmels en paddenstoelen. Ook de zwarte specht maakt gebruik van dood hout en maakt vaak met veel geroffel een hol voor een nieuw nest. We kennen ook andere soorten spechten zoals de grote -, middelste - en de kleine bonte specht. Die zijn allemaal veelkleurig, een groot verschil. Wat dat betreft is de zwarte specht een buitenbeentje. Bovendien is hij ook iets groter waardoor hij er soms uitziet als een kraai.

zwarte specht

Schuw

Een van onze vrijwilligers kwam dit mooie exemplaar tegen in het Buurserzand. Bijzonder, want een zwarte specht laat zich niet gauw zien. Ze hebben een zware roffel en op het moment dat je denkt ze te kunnen waarnemen, vliegen ze snel weg of ze verdwijnen uit zicht door zich te verbergen aan de andere kant van de boom. De zwarte specht is helemaal zwart en heeft alleen een felrood ‘petje’. Het is de grootste specht in Nederland.

Bouwen voor uil en boommarter

Hij hakt elk jaar een nest uit in dikke bomen. Uilen en boommarters hebben dan het daaropvolgende jaar een prima woonplek. Naarmate zo'n holte ouder wordt kan deze ook interessant worden voor vleermuizen. In maart en april hoor je overal geroffel in het Buurserzand. Spechten zijn dan druk met gaten maken voor holen of ze hakken keverlarven, mieren en kevers uit boomstammen.

Geen hoofdpijn door stootkussen

Met name in het voorjaar klinkt er geroffel in het bos. Een specht kan wel acht tot tien keer per seconde met zijn hoofd tegen een boom aan tikken. Dat doet hij om voedsel te zoeken, een nestholte te maken of om met soortgenoten te communiceren. De specht krijgt geen hoofdpijn van al dat tikken. Ze hebben een extra dikke schedel en de specht heeft tussen zijn schedel en snavel een speciale botstructuur met een sponsachtig bindweefsel. Die is erg flexibel en vangt alle klappen op als een stootkussen.

Simone Damhof
Simone Damhof