Ga direct naar inhoud
Nieuws

Hoe gaan we in het Fochteloërveen om met de Amerikaanse trosbosbes?

15 juli 2025 | Hanneke Wijnja

De Amerikaanse trosbosbes is bezig met het koloniseren van het Fochteloërveen. Stagiaire Marijke Pit onderzocht voor haar HBO-studie toegepaste ecologie aan het Van Hall Larenstein de effecten van de trosbosbes op het Fochteloërveen. Op basis daarvan bepaalde ze hoe we het beste om kunnen gaan met deze invasieve exoot.

Marijke Pit bij de trosbosbes

De hoofdvraag van het onderzoek was: “Hoe gaan we om met de Amerikaanse trosbosbes in en rond het Fochteloërveen vanaf 2025?” Om de hoofdvraag te beantwoorden zijn blauwe bessentelers geïnterviewd en zijn andere natuurgebieden bezocht. Daarnaast is informatie verzameld door verschillende websites te raadplegen.

Herkomst

In Noord-Amerika groeit de trosbosbes onder dennen, eiken, esdoorns en berken. De bodem moet zuur en vochtig zijn en er moet een organische laag aanwezig zijn. De trosbosbes is dankzij Dr. Frederick Coville en Elizabeth White succesvol gedomesticeerd in 1916. In 1917 werden naast de bessen ook de struiken verkocht, waardoor de trosbosbes zich over de hele wereld heeft kunnen verspreiden. In 1923 werden de eerste struiken in Nederland aangeplant in een bessenbedrijf. De eerste waarneming van een verwilderde trosbosbes in Nederland komt uit 1933/1934.

Meerwaarde of bedreiging

Om de meerwaarde te bepalen is voor zeven diersoortengroepen uitgezocht of trosbosbes meerwaarde had. Voor vier soortengroepen heeft de trosbosbes geen meerwaarde, omdat er genoeg alternatieven aanwezig zijn. Voor vogels, insecten en zoogdieren heeft de trosbosbes zeker meerwaarde. 
Om te achterhalen of de trosbosbes een bedreiging voor het hoogveen vormt, is informatie verzameld over schaduwwerking, verruiging door het invangen van stikstof, verdroging met veenafbraak tot gevolg, verandering van de bodemsamenstelling door bladval en verdrukking van de inheemse vegetatie. 
Voor al deze factoren geldt dat het aantal struiken invloed heeft op de daadwerkelijke bedreiging. Staat er één struik in het gebied, dan zijn bovenstaande effecten minimaal. Staat er een heel struweel, dan zullen de effecten op het hoogveen een stuk groter zijn en ondervinden de karakteristieke hoogveensoorten hier meer hinder aan.

Marijke Pit bij de trosbosbes

Marijke Pit bij de trosbosbes

Scenario’s

Om Natuurmonumenten van een advies te voorzien, zijn drie scenario’s opgesteld. Het eerste scenario is niets doen. Bij dit scenario worden drie toekomstbeelden voor over 10, 25 en 50 jaar geschetst en ook het klimaat gaat een rol spelen.  Wanneer geen beheer wordt uitgevoerd, zal de trosbosbes flink gaan toenemen en komt uiteindelijk in het hele gebied voor. Wanneer de temperaturen hoger worden zal het veen vaker uitdrogen, waardoor er nog meer trosbosbessen kunnen groeien. 
Het tweede scenario is alle trosbosbessen verwijderen. Dit scenario brengt grote beheeringrepen, veel kosten, schade aan de omgeving en verstoringen met zich mee. De trosbosbes heeft na het verwijderen veel nazorg nodig, om te voorkomen dat de struiken vanuit achtergebleven wortels weer uitlopen. Hiervoor is meer dan vijf jaar aan nazorg noodzakelijk. 
Het derde scenario is beheren. Het hoogveen wordt vrijgemaakt van trosbosbes en in de bossen en randen wordt de soort gedoogd, aangezien de trosbosbes ook waardevol is voor vogels, insecten en zoogdieren. Ook voor dit scenario is nazorg noodzakelijk.

Plan van aanpak

Het advies wat Marijke schetst in het plan van aanpak is om scenario drie, beheren, toe te passen in het Fochteloërveen. Dit betekent dat de hoogveenkernen van in totaal zo’n 750 hectare moeten worden vrijgemaakt van trosbosbes. Nazorg zou kunnen worden gedaan door een sociale werkgroep. Door dit scenario toe te passen zijn de kosten te overzien, wordt het hoogveen beschermd en worden voedselbronnen behouden.

Geschreven door Marijke Pit.

Hanneke Wijnja