Vlog week 28: Elke keer anders
Zo’n wadplaat blijven boeien. Voor het achtste jaar op rij zitten Addo van der Eijk en Saskia Oosterhoff op Richel. Als vrijwillige wadwachters van Natuurmonumenten mogen we een volle week op de wadtoren wonen. Bij vloed staan we in zee, bij eb wandelen we over de drooggevallen plaat. Die wadplaat blijkt elk jaar anders.
Dapper
Het wad rond de wadtoren is bepaald niet statisch. In acht jaar tijd is het nodige veranderd. Nieuwe bewoners komen en gaan. Sommige blijven tijdelijk, andere weten zich langer te handhaven. Voor ons is het hier aangenaam vertoeven, maar dat geldt niet voor alle planten en dieren. Ga maar na: de helft van de tijd onder water, een extreem hoog zoutgehalte, hevige najaarsstormen, hoge golven, harde rukwinden en zelfs ijsschotsen in de winter. Wie in deze barre wereld weet te overleven, is een echte winnaar. Met respect bekijken we elk jaar het eenzame plantje zeekraal, dat dapper overeind blijft in deze helse omgeving.
Dapper plantje zeekraal op Richel
Krabbenleger
Vanaf onze wadtoren turen we elk jaar vele uren over het wad. Op het eerste gezicht lijkt het een mega-zandbak, maar niets is minder waar. Onder de oppervlakte krioelt het van het leven. Wadpieren, kokerwormen, kokkels: het wemelt ervan. Wadvogels zijn er dol op. Het bodemleven verschilt in de loop der jaren. Zo lag vijf jaar geleden voor ons opeens een forse kokkelbank. De bodem zat er bomvol mee. Waar je ook liep, je voelde ze onder je voeten. Om je heen spoten ze kleine fonteintjes uit. Niet alleen op Richel, ook elders in de Waddenzee lagen dat jaar nieuwe kokkelbanken. Waarom? Wetenschappers tasten nog deels in het duisters. Oud is ‘onze’ kokkelbank niet geworden. Hooguit twee jaar. Daarna ruimde een leger aan krabben de restanten op. Waar je ook keek, overal loerden krabbenogen je dreigend aan. Met hun scharen in de aanslag.
Gewone zwemkrab
Mosselbank
Een paar jaar geleden zagen we een nieuwe explosie: in de Waddenzee ontstonden her en der prille mosselbanken, waarvan één vlakbij de wadtoren. Een mooi gezicht. De kleine mosselen groeiden als kool, klampten zich met draden aan elkaar vast, vormden patronen, bouwden hun eigen terp: alles om de winterse stormen te overleven. De eerste test doorstonden ze glansrijk. Tot grote vreugde van de wadwachters, die de kersverse mosselbank gevoelsmatig hadden geadopteerd. Zou de bank echt volwassen worden? Want: hoe ouder, hoe groter en robuuster. Maar nee. Dit voorjaar bleken de winterstormen toch fataal geweest.
Prille mosselbank in 2016, Richel
Volgend jaar
Dit jaar lijken de wieren en algen aan de winnende hand. Over de wadplaat ligt een dunne laag kiezelwieren. Een verheugende trend. Kiezelwieren vormen immers het fundament van het voedselweb. Ze staan op het menu van wadpieren en wadslakjes. Voor ons biedt de wadplaat elk jaar een ander aanzicht. Het leven komt en gaat, net als het getij. Wat blijft is de rust, het waanzinnige uitzicht en de fijne bezoeken van wadvaarders die hier droogvallen. We zijn nu al benieuwd wat de plaat ons volgend jaar gaat brengen.
Strandkrab