Ga direct naar inhoud

Geitenbegrazing ENCI-groeve

Dankzij de kalkrijke bodem in de ENCI-groeve en de hoogte en daardoor temperatuur- en vochtgehalteverschillen kunnen er leefgebieden ontstaan voor een grote diversiteit aan bijzondere planten en diersoorten. Gericht beheer is nodig om deze soorten ook daadwerkelijk een kans te geven.

geiten in de groeve

Het open landschap behouden

Nu de kalkwinning is gestopt en de groeve is teruggegeven aan de natuur wordt de groeve steeds groener. Steeds meer soorten planten en dieren vinden er een leefgebied. Juist die diversiteit aan leefgebieden; de steile kalkrotswanden, de kalkmoerassen, de waterstroompjes en de kalkgraslanden maken dat het gebied een kraamkamer voor een groot aantal soorten kan worden, mits we een beetje helpen. Want als we niets doen verdrukken struiken en bomen zoals abelen en vlinderstruiken de ruimte van deze bijzondere soorten en groeit de groeve dicht. Op sommige plekken mag bos ontstaan maar juist daar waar bijzondere kalkmoerassen en kalkgraslanden kunnen ontstaan verwijderen we deze jonge boompjes en struiken. We hebben geconstateerd dat er meer hulp nodig is om het open karakter van dit landschap te behouden. 

Geitenbegrazing

Geiten eten graag houtige gewassen zoals de jonge abelen en vlinderstruiken. Daarom lopen er in de schaapskudde ook een aantal Hollandsche Landgeiten mee. Helaas kan het aantal geiten binnen de gescheperde schaapskudde (kudde met herder en herdershonden) niet worden uitgebreid. Geiten zijn minder volgzaam dan de schapen. De paar Hollandse Landgeiten die zich nu mengen tussen de honderden schapen zijn redelijk volgzaam maar om de groeve goed open te houden hebben we zeker honderd geiten nodig. De groeve is bovendien geen ideale werkplek voor de herdershonden. De kussentjes van de hondenpoten gaan snel kapot door het wenden en keren op de scherpe steentjes. Hier dagelijks geiten bij elkaar drijven zouden de honden niet volhouden. 

Elders in Zuid-Limburg worden voormalige groeves ook begraasd door geiten. Deze groeves zijn volledig omheind, met betongaas tot ver in de grond. Ook de ENCI-groeve is omheind maar dit oude hekwerk is op heel veel plekken niet 'geit-proof'. Geiten zijn slim en nieuwsgierig en kunnen goed springen. Het hek rondom de bijna 200 hectare grootte ENCI-groeve geschikt maken voor geiten, vraagt een enorme investering. Bovendien vraagt het regelmatige controle, gaten onder de omheining zijn door dassen snel gegraven. Naast een goede omheining zijn binnen de groeve flexnetten nodig (netten waar stroom op kan worden gezet) om bepaalde delen af te zetten en andere delen juist intensiever te kunnen laten begrazen. Het stenige terrein maakt het heel moeilijk om deze netten te plaatsen. Nadeel van een volledig 'geit-proof' omheining is ook dat bewoners van de ENCI-groeve zoals zwijnen, dassen, vossen en reeën niet meer in en uit de groeve kunnen zoals ze dat nu kunnen doen.

Opzoek naar andere oplossingen vonden wij een Noors systeem (Nofence), een technologie die gebruik maakt van virtuele rasters. Twee jaar geleden heeft Staatbosbeheer hier een proef mee gedaan op Vlieland en met succes. Lees hier meer over deze proef.

Limburgse boswachters 'op stage' op Vlieland

Nieuwsgierig naar de werking van dit Noorse systeem, brachten onze boswachters natuurbeheer een bezoek aan de geiten én de boswachter op Vlieland. Hier zagen zij het systeem in werkingen en leerden de mogelijkheden kennen. 

geit met halsband

Hoe werkt Nofence?

Nofence maakt gebruik van virtuele rasters, een alternatief of aanvulling op vaste rasters. Het schaap, de geit of koe krijgt een halsband met een GPS-functie, die geluid- en elektrische signalen afgeeft wanneer een dier buiten het aangegeven gebied dreigt te gaan. Het gebied wordt getekend door de boswachter in een app op zijn telefoon.

uitleg werking

werking Nofence

Het systeem maakt gebruik van het leervermogen van geiten. De volwassen geiten krijgen een halsband om en binnen een gecontroleerde setting leren zij wat een virtueel raster is. Tijdens de training wennen zij aan de halsband en het geluid die de halsband uitzendt wanneer zij een fysiek hek naderen. In verdere stappen wordt het hek langzaam afgebouwd tot er alleen nog een virtueel hek is welke de geit herkent door het geluidsignaal. 

Wanneer de geit het geluidsignaal negeert en door het virtuele raster loopt krijgt hij een korte elektrische prikkel. Deze prikkel is vele malen lager dan een schok zoals je krijgt van schrikdraad. Loopt de geit door dan begint opnieuw het geluidsignaal (een voorspelbare melodie met oplopende tonen) en wanneer hij niet omkeert volgt er opnieuw een korte elektrische prikkel. Mocht dit een derde keer nodig zijn en de geit het signaal nog steeds negeren dan is de geit uit het raster en krijgt de boswachter een melding dat de geit uit het raster is. Het GPS positioneringssysteem laat zien waar de geit zich bevindt. 

In de app is te zien of en hoeveel geluidsignalen en eventuele elektrische prikkels elke individuele geit heeft gekregen en dus hoe snel de geit leert. Na de training weten de geiten een virtueel hek te herkennen aan het geluidsignaal. 

Voordeel van dit systeem is dat fysieke barrières zoals water, een rotswand of een bestaand raster ingevoerd kunnen worden als virtueel raster en daarmee' geit-proof' zijn, en dat ook aanvullende vakken kunnen worden gemaakt om bepaalde delen juist niet en andere juist intensief te laten begrazen zonder dat daarbij fysieke flexnetten geplaatst hoeven te worden. Zwijnen, reeën, vossen en dassen zien de virtuele rasters niet en kunnen de groeve in en uit blijven gaan. 

In landen als Noorwegen, Australië en Canada is al veel ervaring met het systeem opgedaan. In Nederland is het nog relatief nieuw en wordt het voor zover ons bekend, vooralsnog alleen op Vlieland gebruikt. 

Leren werken met een nieuw systeem

Niet alleen de geiten moeten wennen en leren hoe het systeem werkt. Ook voor de boswachter is het een nieuwe manier van werken. 

De aanpak is daarom als volgt:

Fase 1 - pilot (januari 2025):

Maximaal 20 geiten krijgen circa 14 dagen training in de groeve volgens een beschreven trainingsprotocol. Hier wennen zij aan het systeem en wordt het fysieke raster aan één zijde langzaam veranderd in een virtueel raster. De geiten worden intensief gemonitord door de boswachter met ondersteuning van vrijwilligers om het gedrag van de geiten te observeren. Wanneer de training succesvol verloopt, gaan de geiten na de training in de groeve aan de slag. Ook hier wordt intensief geobserveerd hoe het met de dieren gaat en of het systeem werkt zoals gehoopt. 

Fase 2 - langzaam uitbreiden (februari en maart 2025):

Bij een succesvolle eerste fase breiden we het aantal geiten in kleine groepjes uit door steeds een nieuw groepje te trainen en aansluitend aan de ervaren kudde toevoegen.

Tijdens deze fase organiseren we excursies om meer informatie te geven over geitenbegrazing in de groeve en de werking van het systeem.

Fase 3: volledig getrainde kudde (mei/juni 2025)

Mits een succesvolle fase 1 en 2 hopen we richting de zomer een volledig getrainde kudde van circa 100 geiten te hebben die de ENCI-groeve kunnen begrazen. We delen de resultaten met geïnteresseerden. 

Heb je vragen?

Onderstaand geven we antwoord op veel gestelde vragen. Staat jouw vraag er niet tussen mail dan naar [email protected] 

De boswachter is dagelijks bij de geiten. Op werkdagen tussen 9 en 10 uur is hij in de buurt van de Kiekoet. Hij beantwoordt graag je vragen. In maart organiseren we excursies om meer te vertellen over de geitenbegrazing. Houd deze website in de gaten voor de data. 

Calamiteiten

Zie je iets vreemds of is er een geit buiten de groeve? Bel dan de collega's van de calamiteitendienst +316 55825123

Veel gestelde vragen

Bezoekersinformatie

Bereikbaarheid