Ga direct naar inhoud
Nieuws

Maaien voor meer natuur

29 mei 2020 | Sander Verwoerd

Vorige week berichtte Natuurmonumenten over de enorme plantenrijkdom in Vught en Vlijmen. Daarop volgden óók vragen van bezorgde bezoekers. Waarom zagen zij nu al maaimachines in het veld? Nog niet alles bloeit en het is broedseizoen. Natuurmonumenten is blij met betrokkenheid en kritische blik. “Het gaat om enkele specifieke plekken en uiteraard hebben we rekening gehouden met broedende vogels. Juist om de natuur een kans te geven,” aldus Lianne Schröder, boswachter bij Natuurmonumenten.

Tractor in Vlijmens Ven

De grote pimpernel in de Rijskampen

Boswachter Lianne Schröder: “Aan de ene kant van de Deutersestraat ligt de Moerputten, aan de andere kant ligt het -niet toegankelijke- rustgebied de Rijskampen. Laat daar in één perceel nu net de grote pimpernel groeien. Dat is dé waardplant voor de zeldzame vlinder het pimpernelblauwtje. Door nu vroeg te maaien, worden andere planten teruggezet en kan de grote pimpernel doorgroeien en tot bloei komen. Voor deze plant vormt een vroege maaibeurt namelijk geen probleem. Zo kan dit gebied wel eens dé stepping stone worden voor het zeldzame pimpernelblauwtje om zich vanuit de Moerputten verder te verspreiden. We hebben hier ook afstemming over gehad met de Vlinderstichting.”

Behoud van open landschap

Ook in het Vlijmens Ven werd de tractor al maaiend gespot. Daar was maaien een must, om een heel andere reden. Lianne Schröder: “Door weersomstandigheden konden vorig najaar niet alle percelen gemaaid worden. Dat was koren op de molen voor wilg en elzen, die verder uitschoten. Door deze opslag van boompjes  vroeg aan te pakken, voorkomen we dat het hier een bos wordt. In dit natuurgebied wil Natuurmonumenten juist blauwgrasland. Nog een seizoen wachten was geen optie, dan is het hout te dik om nog te kunnen verwijderen.”

Bezorgd over het broedseizoen

“Wij kregen ook bezorgde belletjes over het maaien tijdens het broedseizoen,” vertelt Schröder. “Begrijpelijk, en het is goed om te zien dat wij aangesproken worden.” Maar de boswachter stelt iedereen gerust. Er wordt bij zo’n maaimoment altijd voorgelopen. Dat betekent dat je kijkt of er geen reekalfjes in het veld liggen of vogelnesten, bijvoorbeeld van de veldleeuwerik. De boswachter laat het niet na om de grootste bedreiging in het gebied te noemen: “Loslopende honden, die vormen het gevaar voor de jonge reeën en broedende vogels. Wij hopen dat ook hun baasjes worden aangesproken.”

 

Sander Verwoerd
Sander Verwoerd