Ga direct naar inhoud
Nieuws

Er zijn weer kikkervisjes!

15 april 2020 | Petra Strijdhorst

Misschien heb je het luide gekwaak wel gehoord. Zodra het voorjaar begint, roepen de mannetjeskikkers de vrouwtjes. Als je geluk hebt dan zie in een ondiepe vijver of sloot zelfs wat kikkerdril liggen. Inmiddels zwemmen op veel plekken alweer kikkervisjes.

Kikkerdril

Voor sommige mensen is het pas echt voorjaar als ze een klont glibberige doorzichtige eitjes in het water hebben zien liggen. In Nederland is de heikikker de eerste soort die eitjes legt, wel 600 tot 3.000 per vrouwtje. Ook de bruine kikker is er in maart/april al vroeg bij. Later in mei/juni gaan ook de groene kikkers eieren leggen. Flinke klonten dril waar al binnen een paar dagen kikkervisjes uitkomen. Met hun wiebelstaartjes bewegen ze ze zich door het water. Van kikkervis tot kikker is een flinke verandering, en lang niet alle dieren halen dit volwassen stadium, maar als het lukt, dan is dat kleine kikkervisje een prachtig dier geworden.

De kikker

Hij springt vijf tot tien keer zijn lichaamslengte, kan prooien aan met de helft van zijn eigen gewicht en kan mede dankzij huidademhaling minuten onder water blijven. De kikker, één en al kracht! Drie lichaamsdelen van een kikker uitgelicht:

Springende kikker

Voorpoten

Voor de stroomlijning tijdens het duiken drukt de kikker de voorpoten tegen het lijf. De gladde huid doet de rest. De voorpoten spelen bij het zwemmen geen rol. Vrouwelijke kikkers hebben dan ook dunne voorpoten. Mannen niet; zij hebben gespierde voorpoten om de vrouwtjes tijdens de paring goed vast te houden.

Rug

De kromme rug lijkt gebroken. De ‘bult’ is echter het driedelig gevorkt bekken, dat perfect gebouwd is om bij het landen de klap op te vangen.

De achterpoten

De achterpoten, of ‘de kikkerbilletjes’, zijn heel erg gespierd. De kikker heeft een verlengd sprongbeen en dankzij een hefbommechanisme kan hij tot tien keer zijn eigen lichaamslengte springen. Tijdens de sprong strekt de kikker zijn lijf om zo min mogelijk weerstand van de lucht te voelen.

Groene kikker

Foto: Elfi Peters

Bedreiging voor de kikker

Hoe sterk de kikker ook is, tegen één bedreiging is hij niet opgewassen. En nee, dan hebben we het niet over de reiger die er af en toe eentje uit het water vist. Het gaat over het ranavirus. ‘Dit virus dook in Nederland voor het eerst op in 2009’, vertelt Annemarieke Spitzen, werkzaam bij het Ravon, expert amfibieziektes. ‘Sommige populaties zijn daar echt flink door achteruitgegaan. Voor de groene kikker is het sneu, maar daar zijn er zoveel van, dat komt wel weer goed. Maar voor een bedreigde soort, zoals de knoflookpad, is dit virus echt een ramp. We proberen er alles aan te doen om verdere verspreiding te voorkomen. Het belangrijkste dat we doen is zorgen voor goede hygiëne als we van de ene plek naar de andere gaan. We hopen dat consumenten hier ook rekening mee willen houden. Haal je wat kikkerdril uit een sloot of vijver, dan is het belangrijk dat je kikkervisjes, of zelfs de kikkers, weer in dezelfde sloot of vijver terugzet. Spoel je laarzen of wandelschoenen thuis af met leidingwater als je in een nat gebied bent geweest. En ga alsjeblieft niet met één netje naar vier verschillende plekken. Heb je meerdere dode amfibieën, zoals kikkers of salamanders, meld het dan zo snel mogelijk. Dit doe je door een of meerdere foto’s te maken van de dieren. Die foto’s mail je naar mij: [email protected] . Zo krijgen we beter zicht waar het virus is en hoe heftig het toeslaat. Hopelijk vinden dan snel een oplossing.’

Petra Strijdhorst