Ga direct naar inhoud
Nieuws

Hoe gaat het met de rietvogels in de Vechtplassen?

09 januari 2024 | Ingrid de van der Schueren

Elke 6 jaar voert Natuurmonumenten een evaluatie uit van het gevoerde beheer en ik was als lid van de Ledencommissie daar bij aanwezig. Zo’n evaluatie heet een ‘kwaliteitstoets’. Eind november vond een kwaliteitstoets plaats van de rietlanden in het Vechtplassengebied. Medewerkers van de beheereenheid Vechtplassen, maar ook van de provincies Utrecht en Noord-Holland en het waterschap en enkele andere deskundigen bogen zich een dag lang over vragen als: gaat het goed met de natuur van de rietlanden? Voeren we het juiste beheer uit? En wat gaat er niet goed of kan beter?

Grote karekiet

In de natuurvisie Vechtplassen 2018-2036 (NM181202 iPDF Natuurvisie Vechtplassen_def.pdf (cloudinary.com) heeft Natuurmonumenten vastgelegd welke doelen in de Vechtplassen worden nagestreefd. In de afgelopen jaren is druk gemonitord hoe het gaat met de vegetaties en met de broedvogels. Vóór de bijeenkomst had Abe van ’t Wout, boswachter ecologie bij de beheereenheid Vechtplassen, een rapport opgesteld waarin hij de verschillende typen rietlanden en moerasvegetaties beschrijft, dankbaar gebruik makend van de grote hoeveelheid monitorgegevens. In de evaluatie ging veel aandacht naar een groep kritische riet- en moerasvogels. De Vechtplassen zijn immers bijzonder belangrijk voor deze groep vogelsoorten, die ook zijn aangewezen als Natura 2000 broedvogels: roerdomp, woudaap, purperreiger, porseleinhoen, zwarte stern en grote karekiet.

Het bleek dat het totaal aantal territoria van moerasvogels in de Vechtplassen in de laatste 6 jaar is toegenomen ten opzichte van de periode daarvoor.  Opmerkelijk is dat het aantal broedvogels vooral sterk is toegenomen in gebieden waar natuurherstelprojecten zijn uitgevoerd, zoals in de Oostelijke Binnenpolder van Tienhoven, polder Achteraf en Weersloot. In deze natuurherstelprojecten zijn oude petgaten opengemaakt, waardoor weer meer jonge stadia van de successie van open water naar verschillende typen moeras- en rietland voorkomen. Natuurherstel loont dus! In Kortenhoef en Ankeveen staan nieuwe herstelprojecten, gericht op moerasvogels, gepland. De beheereenheid hoopt en verwacht dat ook daar een gunstig effect te zien zal zijn.

De populatie grote karekiet is gestabiliseerd. Deze soort komt in Nederland slechts in twee gebieden in redelijke aantallen voor, in de Veluwerandmeren en in de Vechtplassen. Een essentiële beheermaatregel volgens de aanwezige experts is dat rietoevers en -stroken vanaf het water worden uitgerasterd, zodat de ganzen het riet niet afvreten. Dat is op veel plaatsen al gebeurd, maar desondanks is het herstel van stevig waterriet dat geschikt is voor de grote karekiet nog onvoldoende om het instandhoudingsdoel van 50 broedparen te halen.

Kritische moerassoorten als kleinst waterhoen, porseleinhoen en roerdomp hebben zich in een aantal deelgebieden ge(her)vestigd. Ook de woudaap is na jarenlange afwezigheid weer gesignaleerd. Dit zijn soorten die houden van hoog-dynamisch rietland, waar het waterpeil fluctueert. Het moeras in de Horstermeerpolder daarentegen blijkt succesvol voor laag dynamische moeras(bos)vogels als snor, bosrietzanger, nachtegaal en matkop.

Goed nieuws dus. Maar er zijn ook tegenvallers en knelpunten helaas. Zo is de zwarte stern sterk achteruitgegaan, ondanks het plaatsen van vlotjes. Gebrek aan openheid en toename van predatie zijn de voornaamste oorzaken. Ook vegetatiekundig zijn er zorgen; zo is bijv. het aantal vindplaatsen van de groenknolorchis, een klein orchideetje dat kenmerkend is voor de riet- en moerasvelden in de Vechtplassen, sterk achteruitgegaan.

In veel veenmoerassen neemt de bosvorming toe. Typische bosvogels profiteren daarvan, maar het oprukkende moerasbos gaat ten koste van de rietvogels. Het beheer van dit soort moeras kost veel tijd en geld, ook al omdat veel terreinen slechts varend te bereiken zijn en het gebied nogal versnipperd is. De beheervergoeding van de provincie is niet altijd voldoende om de kosten te dekken. Gelukkig wordt veel en goed werk verzet door de vrijwilligersgroepen van Natuurmonumenten. Die vrijwilligers zijn onmisbaar voor een goed beheer. Zij dragen met hun werkzaamheden flink bij aan instandhouding  van de prachtige natuur in de Vechtplassen.

Tjebbe de Boer

Ingrid de van der Schueren