Ga direct naar inhoud

Ganzen

Nederland is een echt ganzenland, jaarlijks broeden en overwinteren hier twee miljoen ganzen en dat aantal groeit de laatste jaren gestaag. Die massale aanwezigheid brengt ook schade met zich mee.

Ganzen

Inmiddels zijn er ongeveer 500.000 broedende ganzen die het hele jaar in ons land blijven; zij brengen hier ook hun jongen groot. Vijftig jaar geleden waren de broedende ganzen verdwenen, maar nu zijn ze zeer succesvol en nemen hun aantallen sterk toe.

Dat komt door een combinatie van factoren. In Nederland is een landschap ontstaan waar de ganzen zich zeer thuis voelen: landbouwgebieden met rijke graslanden, afgewisseld met natuurgebieden als broedplaats en als slaapplaats. Ook de wetgeving is in de loop van de tijd gewijzigd, ganzen kregen een betere bescherming.

Ganzen zijn echter grazers en eten net als koeien gras. Als er veel ganzen op een weiland verblijven, kan een boer soms geen gras meer oogsten voor zijn koeien. De boer kan dan een beroep doen op het Faunafonds dat de schade vergoed. Maar de samenleving wil de schade die door ganzen ontstaat, niet onbeperkt vergoeden. Elk jaar neemt de populatie zomerganzen met 20 procent toe. Vanwege de economische schade is er onder provinciebesturen consensus dat het aantal ganzen naar beneden moet.

Standpunt

Natuurmonumenten ziet ook dat de aantallen ganzen snel toenemen en dat er sprake is van overlast en schade. Daarom verlenen wij onder strikte voorwaarden medewerking aan het doden van de ganzen in onze gebieden. We willen ten eerste winterrust voor de trekganzen. In bijna alle provincies is het gelukt om afspraken over winterrust te maken. Alleen in Overijssel bleek geen enkele afspraak mogelijk. Ook willen we dat er meer werk gemaakt wordt van alternatieven voor het terugbrengen van de overlast. Aan lukraak afschieten, zonder winterrust en zonder plan zoals in Overijssel gebeurt, werken we onder geen enkele voorwaarde mee.    

Wat betekent dit?

Natuurmonumenten wil dat de trekganzen die in ons land komen overwinteren met rust worden gelaten. Nederland heeft daar ook internationale afspraken over gemaakt. Behalve in Overijssel krijgen trekganzen door de inspanningen van Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer en provinciale landschappen nu deze rust. Voor deze afspraken gemaakt werden, werd er jaarrond buiten de zogenaamde foerageergebieden op ganzen geschoten. In ruil voor deze winterrust laat Natuurmonumenten in de zomer bedrijven toe die zomerganzen zullen vangen. De meeste ganzen zullen in het voorjaar in de rui worden gevangen. Waar het kan zullen ze met CO2 worden gedood; is dat niet mogelijk dan wordt gezocht naar de minst dieronvriendelijke methode.  

We laten bedrijven toe die in opdracht van de provincie of Faunabeheereenheid werken. Zelf doen we aan populatiebeheer met afschot, nestbehandeling en het plaatsen van tijdelijke rasters.