Ga direct naar inhoud

Standpunt zeegroenten snijden

In de Provincie Zeeland worden jaarlijks vergunningen verleend voor het snijden van zeegroenten zoals zeekraal en lamsoor. Deze activiteit vindt plaats op de meest gevoelige plekken in de Oosterschelde. Natuurmonumenten is van mening dat kwetsbare natuur beschermd moet worden en dat het snijden van zeegroenten beter in balans moet zijn met de natuur. Het gaat immers niet goed met de kustbroedvogels in de Delta en daarbij de Oosterschelde. De broed en rustgebieden staan door diverse oorzaken onder druk en het areaal in de Oosterschelde neemt af. De provinciale overheid, Natuurmonumenten en andere natuurbeheerders zijn primair verantwoordelijk voor een goede staat van instandhouding.

Rattekaai

Vergunningverlening

Dit jaar is de vergunningverlening door de provincie Zeeland aangepast om de natuur beter te beschermen. Tijdens het broedseizoen krijgen beschermde vogels nu de ruimte om in alle rust te broeden. Ook is besloten om in de toekomst de meest kwetsbare gebieden uit te sluiten. Wij komen de zeegroentensnijders tegemoet door de snijlocatie bij de Rattekaai nog tot 2026 open te stellen en door actief mee te werken in de zoektocht naar alternatieve locaties.  Op deze manier willen we het proberen mogelijk te maken dat zeegroentensnijders ook in de toekomst hun hobby nog kunnen uitoefenen.

Beschermde schorren onder druk

Bij de Oosterschelde worden met name de dijken, schorren en slikken door vogels gebruikt om te foerageren, te broeden, te ruien en te rusten tijdens hoogwater. Er zijn langs de deltawateren nog maar weinig plekken over waar kustbroedvogels ongestoord kunnen broeden, rusten en voedsel kunnen zoeken. De schorren worden steeds kleiner door zeespiegelstijging en zandhonger.  Daarnaast neemt het menselijk gebruik binnen het Oosterscheldegebied eerder toe dan af.Om de kustbroedvogels van Zeeland te beschermen zijn daarom rondom de Oosterschelde diverse schorren en slikken afgesloten voor betreding, al dan niet jaarrond.  Broedvogels van schorren zijn bijvoorbeeld tureluur, scholekster, kleine meeuwensoorten (kokmeeuw, zwartkopmeeuw) en strandplevier. Verder is ook verstoring van niet-broedvogels (steltlopers) die langs de rand van de schorren rusten en foerageren een duidelijk effect.Â