Kernpunt 3: 'Schoon en voldoende water voor natuur en mens'
We hebben steeds vaker last van droogte en vervuild water. Minder dan 1 procent van onze oppervlaktewateren voldoet aan alle Europese eisen. Zorg dat in 2027 ons water echt schoon is volgens de afspraken. Ga aan de slag met een strenger mestbeleid en maak de landbouw echt grondgebonden, scherp de lozingsvergunningen van de industrie aan en beperk het oppompen van grondwater rondom kwetsbare gebieden. Geef natuurgebieden schoon en voldoende water met 200.000 hectare aan natuurinclusieve landbouw rondom kwetsbare natuurgebieden.
Zo denken partijen hierover
Natuurmonumenten heeft aan alle partijen uit de huidige Tweede Kamer gevraagd te reageren op ons BoswachtersAppèl, sommige partijen hebben (nog) niet gereageerd. Zodra zij dit wel doen zullen wij hier hun reacties toevoegen.
Helemaal eens
Schoon water is een recht, voor mensen én voor de natuur. D66 pleit onder andere voor zones om Natura2000-gebieden heen waar economische activiteiten de natuur niet verder onder druk zetten. Daarnaast pakken we vervuiling bij de bron aan: geen schadelijke bestrijdingsmiddelen, teveel meststoffen, PFAS of andere giftige stoffen meer in ons water. En we zorgen dat grondwater beter beschermd wordt. Daarom wordt water oppompen vergunningplichtig, zodat grootverbruikers niet onbeperkt ons drinkwater kunnen uitputten.
Schoon en voldoende water is cruciaal voor natuur, landbouw en volksgezondheid. Volt wil strenger beleid voor mest en lozingen en meer grondgebonden landbouw. Met innovatie en beter waterbeheer zorgen we dat water langer beschikbaar blijft in tijden van droogte. Vergunningen worden strenger en transparanter. Zo beschermen we drinkwater, biodiversiteit en leefbaarheid.
Water is een basisrecht. Toch is bijna al ons oppervlaktewater vervuild en staan wij onderaan de Europese lijsten voor waterkwaliteit. Dat is onacceptabel. De SP wil dat Nederland in 2027 aan alle afspraken voldoet. We kiezen voor landbouw die mét de natuur werkt: grondgebonden, zonder gif en met oog voor waterbeheer. Boeren die bijdragen aan schoon water, biodiversiteit en bodemherstel worden daar eerlijk voor beloond. Grote vervuilers pakken we hard aan als ze de regels overtreden en lozingen worden veel strenger gereguleerd.
De Partij voor de Dieren kiest voor schoon water, gezonde natuur en een leefbare toekomst. Wij vinden namelijk dat schoon en voldoende water een basisvoorwaarde is voor leven. Nederland bungelt als het gaat om waterkwaliteit onderaan in Europa: geen enkel oppervlaktewater voldoet aan de Europese Kaderrichtlijn Water. De overheid moet alles op alles zetten om deze afspraken uiterlijk in 2027 nakomen.
Hiervoor is een radicale koerswijziging nodig: een forse krimp van de veestapel en landbouw zonder gif. Alleen zo stoppen we de vervuiling van water door mest en landbouwgif. Ook de industrie moet veel strenger worden gecontroleerd: bestaande lozingsvergunningen gaan op de schop en illegale lozingen worden keihard aangepakt. Tevens willen wij dat natuur en drinkwater voorrang krijgen boven de belangen van landbouw en industrie bij verdeling van water. Grondwateronttrekking moet vergunningplichtig worden en beperkt worden rondom kwetsbare gebieden.Er is een brede omschakeling nodig naar biologische landbouw in heel Nederland, gecombineerd met stevig beleid voor waterkwaliteit, waterbescherming en waterbesparing. Alleen zo herstellen we biodiversiteit, beschermen we onze drinkwatervoorraden en maken we Nederland weerbaar tegen droogte.
Droogte en vervuiling brengen onze drinkwatervoorziening in gevaar. We maken daarom bodem en water sturend bij de inrichting van ons landschap en houden water langer vast. Alle vormen van grondwateronttrekking door bedrijven, boeren en burgers worden vergunningsplichtig en we stoppen stapsgewijs met vergunningen voor onbepaalde tijd. Er komt meer ruimte voor waterberging, infiltratie en drinkwatervoorzieningen. We maken werk van drinkwaterbesparing en het principe de gebruiker betaalt.
We passen onze landbouw aan naar wat onze natuur aankan. Daarbij kiezen wij voor een grondgebonden landbouw, waarbij het aantal landbouwdieren wordt aangepast aan de hoeveelheid veevoer die in de directe omgeving kan worden geproduceerd, en de hoeveelheid mest die daar kan worden uitgereden. Dat leidt onvermijdelijk tot een krimp van de veestapel. Sectoren die voor het overgrote deel produceren voor de export, moeten als eerste krimpen.
Samen met de waterschappen en agrarische- en natuurorganisaties verbeteren we ons water zodat het voldoet aan Europese normen. Land- en tuinbouwbedrijven verplichten we een water- en bodemplan op te stellen. Het gebruik van kunstmest wordt geminimaliseerd. Er komt een verbod op chemische bestrijdingsmiddelen in en rondom natuur- en waterwingebieden. Voor bedrijven scherpen we de regels voor de lozing van giftige stoffen aan en we verbieden niet-toetsbare stoffen.
Eens
In 2027 moeten we voldoen aan de Europese kaderrichtlijn water (KRW). Op dit moment voldoet Nederland er nog niet aan. Dat heeft niet alleen consequenties voor de chemische en ecologische kwaliteit van het water en wat daarin leeft, maar ook voor de vergunningverlening. Er komt een snelle en geïntegreerde aanpak om de KRWdoelen te halen. Dit werkt door in het beleid voor mest, gewasbescherming en geneesmiddelen en de inrichting van de waterlopen. De KRW-doelen en bijbehorende normen worden expliciet en bindend opgenomen in wet- en regelgeving en in besluitvorming op alle relevante beleidsterreinen.
De SGP wil extra inzet op het realiseren van schoon en voldoende water. De lozingsvergunningen van de industrie moeten aangescherpt worden, bijvoorbeeld als het gaat om het lozen van PFAS. In het mestbeleid moeten boeren gebieds- en probleemgericht via een vorm van doelsturing gestimuleerd worden om ongewenste emissies naar het water te beperken. Dat is beter dan een onwerkbare stapeling van middelvoorschriften.
Nederland is onlosmakelijk verbonden met water. Velen zullen water zien als iets vanzelfsprekend dat altijd uit de kraan komt. Maar dat is het natuurlijk niet. Schoon en voldoende water is een basisvoorwaarde voor de gezondheid en veiligheid van Nederland, en is bovendien ontzettend belangrijk voor onze economie. We staan voor een uitdaging om de groeiende vraag naar water, de gevolgen van klimaatverandering en de vervuiling van bodem- en oppervlaktewater het hoofd te bieden. Om de waterbeschikbaarheid veilig te stellen, willen we onder andere vergunningverlening voor nieuwe drinkwatervoorzieningen versnellen, hergebruik van water stimuleren en vervuiling tegengaan met effectieve handhaving. De verschillende opgaven vragen om een gebiedsgerichte aanpak, met ruimte voor maatwerk en voor goede plannen vanuit ondernemers en inwoners. In de landbouw willen we toewerken naar een grondgebonden melkveehouderij, zodat er een balans is tussen de mestproductie en voldoende grasland. Bovendien willen we, op basis van metingen op bedrijfsniveau, de bodemvruchtbaarheid en waterkwaliteit het uitgangspunt maken bij het mestbeleid, in plaats van een generieke bemestingsnorm te stellen. En we moeten aan de slag met goed natuurbeheer, zoals een effectieve bestrijding van invasieve exoten als de Amerikaanse rivierkreeft.
Neutraal
Het verbeteren van de waterkwaliteit is belangrijk voor het CDA. De Europese eisen vanuit de Kaderrichtlijn Water vormen daarbij de basis. Maar de doelen moeten wel haalbaar zijn en per gebied worden ingevuld. Het CDA zet daarom in op een duidelijke en stevige zonering van landbouw-, natuur- en watergebieden, waarbij goed wordt gekeken naar de verschillen in bodem en natuur per regio. Boeren leveren daarbinnen een bijdrage aan schoon water op een manier die past bij hun dagelijkse werk, met heldere doelen in plaats van strakke regels over hoe ze die precies moeten halen.
Ook voor het verminderen van gewasbeschermingsmiddelen in het water is een aanpak nodig die beter aansluit bij de praktijk. Omdat de oorzaken per gebied verschillen, is maatwerk belangrijk. Daarom wil het CDA dat boeren, waterschappen en adviseurs lokaal beter gaan samenwerken. Zo kunnen ze samen oplossingen vinden die passen bij de situatie ter plekke. Het streven daarbij is om ecologische doelen te halen, zonder het de landbouw onnodig moeilijk te maken.
Oneens
Helemaal oneens
De uitvoering van de Kaderrichtlijn Water vraagt om een nuchtere aanpak waarbij de daadwerkelijke kwaliteit van het water voorop dient te staan. Dat is een volledig andere benadering dan het land beoordelen aan de hand van een tekentafelwerkelijkheid en alarmistische conclusies trekken die geen recht doen aan de werkelijkheid. In dat licht bezien zal BBB bijvoorbeeld geen strenger mestbeleid maken. Het effect op de natuur is averechts, omdat afbouwen van dierlijke mest als voedingsstof zelfs tot hogere nitraatgehalten kan leiden, omdat boeren dan gedwongen zijn om kunstmest te gebruiken. Grasland wordt dan omgezet in bouwland voor de teelt van andere gewassen. En als we voor de stabiele voedselvoorziening water moeten oppompen omdat anders gewassen niet kunnen groeien, kunnen we beter zorgen voor natuur die beter bestand is tegen droogte. Bodems moeten kunnen worden bemest op grond van wat een bodem nodig heeft en de vakmensen (de boeren) zijn heel goed in staat om voor hun bodem te zorgen. Waterzekerheid is een fundamenteel recht en een randvoorwaarde voor voedselzekerheid en economische stabiliteit. In een periode, waarin weersextremen toenemen ziet BBB waterbeheer niet als sluitpost, maar als fundament voor onze veiligheid, voedselvoorziening en leefomgeving. Daarom kiezen we voor robuust en realistisch beleid.