Kernpunt 4: 'Nieuw Transitiefonds voor natuur, landbouw en visserij'
De maatschappelijke schade als gevolg van natuurverlies, vervuiling van ons water en de bodem, en de wooncrisis bedraagt jaarlijks 46 miljard euro. Het kabinet Rutte IV had een Transitiefonds van ruim 24 miljard om de transitie in de landbouw te realiseren, met als doel reductie van stikstof, schoner water, meer ruimte voor natuur én perspectief voor ondernemers. Het vorige kabinet schrapte dit fonds. Wij vragen de politiek: maak een nieuw Transitiefonds van minimaal 20 miljard om uit de juridische onzekerheid te komen. Daarmee kunnen eigenaren van natuurterreinen en boeren ons landelijk gebied blijven beschermen, nu en in de toekomst.
Zo denken partijen hierover
Natuurmonumenten heeft aan alle partijen uit de huidige Tweede Kamer gevraagd te reageren op ons BoswachtersAppèl, sommige partijen hebben (nog) niet gereageerd. Zodra zij dit wel doen zullen wij hier hun reacties toevoegen.
Helemaal eens
Het schrappen van het transitiefonds door het vorige kabinet was een enorme fout. Juist met dat fonds konden we boeren perspectief geven én de natuur herstellen.
Daarom pleit D66, ondanks de bezuinigingen die nodig zijn, opnieuw voor een groot transitiefonds. Want zonder zo’n fonds duurt de transitie te lang en wordt het te pijnlijk voor de sector. Met dit fonds kunnen we boeren helpen toekomstbestendig te worden en de natuur weer de kans geven te herstellen. Niet kiezen is geen optie: alleen met perspectief én investeringen krijgen we beweging.
Natuurverlies en vervuiling brengen grote maatschappelijke kosten met zich mee. Volt wil investeren om boeren, natuurbeheerders en vissers te ondersteunen in de transitie. Dit geeft zekerheid en ruimte voor verduurzaming. Tegelijk beschermen we unieke natuurgebieden en maken we ecocide strafbaar. Zo investeren we in een gezonde en toekomstbestendige leefomgeving.
De schade van natuurverlies, vervuiling en een scheefgegroeid landbouwmodel loopt in de miljarden. Het afschaffen van het Transitiefonds was een rampzalige keuze. De SP wil dat er een nieuw fonds komt, maar dan rechtvaardig ingericht. Boeren die willen verduurzamen krijgen steun, natuurbeheer wordt versterkt, en de lasten komen niet opnieuw terecht bij gewone gezinnen of gezinsbedrijven. Grote vervuilers, agroconcerns en banken die decennialang winst hebben gemaakt op schaalvergroting en uitputting, gaan meebetalen. Zo kunnen we boerenbedrijven helpen omschakelen, natuur versterken en onze wateren schoonmaken. Dat is investeren in een leefbare toekomst voor ons allemaal.
De Partij voor de Dieren vindt dat een nieuw Transitiefonds noodzakelijk is. Dit geld mag echter niet gebruikt worden om de huidige vervuilende en dieronvriendelijke landbouw in stand te houden. Het grootste probleem is de veel te grote veestapel: die veroorzaakt stikstofuitstoot, mestoverschotten, watervervuiling en dierenleed.
Een nieuw transitiefonds moet worden gebruikt voor een forse krimp van de veehouderij van minstens 75% en de omschakeling naar plantaardige, biologische en natuurinclusieve landbouw. Wij willen dat boeren daarbij een eerlijke keuze krijgen: wie wil omschakelen krijgt steun en zekerheid, wie stopt krijgt een rechtvaardige uitkoop.
Daarnaast moet het fonds ook ingezet worden voor natuurherstel, schoon water en het beheer van natuurterreinen. Alleen door structureel te investeren in minder dieren, meer natuur, een gezonde bodem en schoon water keren we de ecologische crisis en bouwen we aan een leefbaar (platte)land voor de toekomst. De Partij voor de Dieren wil dus geen miljarden meer voor een zieke veehouderij, maar juist voor natuur, schoon water en een écht gezonde landbouw.Wat de Partij voor de Dieren betreft gaan de vervuilende agro-industrie en de banken die jarenlang geprofiteerd hebben van het huidige systeem meebetalen aan het Transitiefonds, en niet de gewone burger.
Eens
Bij alles wat we doen om uit het stikstofmoeras te komen is “borgen van de aanpak” het sleutelwoord. Dit houdt in dat op voorhand duidelijk moet zijn dat beleid en maatregelen leiden tot een zekere reductie van schadelijke emissies, en daarmee bijdraagt aan natuurherstel. Dat is noodzakelijk om voorbij het additionaliteitsvereiste te komen. Pas dan komt vergunningverlening weer op gang en houden afgegeven vergunningen stand voor de rechter. Dat is dan ook de reden dat bij doelsturing op het boerenerf er altijd een stok achter de deur zal moeten staan, zodat de emissiereductie op voorhand geborgd is. Daarbij is het niet de bedoeling daadwerkelijk dierrechten te schrappen, wel om er zeker van te zijn dat er minder stikstof wordt uitgestoten en vergunningen weer kunnen worden verleend. Als een boerenbedrijf in alle redelijkheid te weinig doet om onder zijn emissieplafond uit te komen, dan is op dat moment minder dieren houden de consequentie. Daartegenover staat dat er 5 miljard euro extra uitgetrokken wordt om boeren te helpen bij doelsturing, extensivering, agrarisch natuurbeheer en natuurherstel.
Het CDA is het helemaal eens met de gedachte dat het Stikstoffonds/Transitiefonds moet worden hersteld. Alleen door het Stikstoffonds te herstellen kunnen de benodigde ruime middelen beschikbaar komen die nodig zijn om de transitie in de agrarische sector en natuurbeheer mogelijk te maken, de natuur te beschermen en herstellen en de stikstofuitstoot terug te dringen. Het is wel te voorbarig om hier al een bedrag aan te koppelen.
Naast teveel stikstof, leidt de natuur onder verdroging, teruglopende biodiversiteit, verslechterende waterkwaliteit, versnippering en overexploitatie. We starten een ambitieus programma om onze natuur op orde te brengen, zowel binnen als buiten beschermde natuurgebieden, waarbij we deze verschillende vraagstukken in samenhang aanpakken.
Voor dit ambitieuze pakket is meer geld nodig. Onder andere voor een duurzaam perspectief voor de boer, die in deze opgave een bondgenoot kan zijn. Die is namelijk behalve voedselproducent ook beheerder van ons landschap. Boeren krijgen een eerlijke vergoeding voor het landschapsbeheer, bijvoorbeeld als ze werken met teeltvrije zones, kruidenrijk grasland, natuurvriendelijke oevers, water- en CO₂-opslag, weidevogelbeheer of landschapselementen. Dat maakt het voor hen aantrekkelijker om meer nadruk te leggen op natuurbeheer in de bedrijfsvoering. Overheden gaan daarom langjarige contracten aan met boeren en in Europa strijden we voor hoge milieunormen en voor Europese landbouwsubsidies die goede omgang met de natuur belonen.
In de landbouw kiezen we voor een mix van uitkoop, subsidies en vergoedingen voor ecosysteemdiensten, maar ook voor beprijzen en normering. Daarom pinnen we ons niet vast op een bedrag van ten minste 20 miljard. Tegenover extra geld moet bovendien een zeker en afdwingbaar pad naar natuurherstel staan.
Neutraal
De SGP wil dat extra geïnvesteerd in (agrarisch) natuurbeheer, stalvernieuwing en reductie van onder meer de stikstofuitstoot en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Rutte IV wilde miljarden euro’s investeren in opkoop van boerenbedrijven en landbouwgronden. Dat is relatief duur. Dat beleid willen we daarom niet één op één kopiëren. Ook de energietransitie, zorg, defensie en woningmarkt vragen om investeringen.
We gaan aan de slag om de stikstofuitstoot te verminderen, onze natuur te herstellen en daarmee ruimte te creëren voor vergunningverlening. Overheden, natuurorganisaties en agrariërs moeten gebiedsgericht samenwerken om te komen tot oplossingen, met goede plannen op basis van een degelijke onderbouwing. Op die manier halen we onze economie van het slot. De VVD wil extra geld vrijmaken voor de groei van de toekomst. De VVD vindt het echter ook belangrijk om voorzichtig om te gaan met belastinggeld en onze plannen voor Nederland zorgvuldig te verantwoorden. Daarbij kiest de VVD voor forse investeringen in veiligheid en lastenverlichting voor ondernemers en middeninkomens.
Oneens
Helemaal oneens
BBB heeft het zogenoemde Transitiefonds resoluut als boerenoprotfonds bestempeld. Want dat is het. Een pot geld om boeren onder de vlag van transitie brutaalweg op te laten rotten. Bovendien getuigt het optuigen van een dergelijk fonds weer van onverantwoord Haagse tekentafelpolitiek. Zodra politici miljarden euro’s in een pot stoppen, kun je er rustig vanuit gaan dat plannenmakers, adviseurs, consultants, bureaus en nog een aantal andere deskundigen als eerste de weg weten te vinden naar die pot. Van dat transitiegeld eindigt vrijwel niets op het boerenerf. BBB besteedt graag geld aan een bloeiende landbouwsector die bijdraagt aan een robuuste levende natuur. Om die reden heeft onze partij gezorgd voor heel veel extra geld voor agrarisch natuurbeheer: structureel 500 miljoen euro per jaar. Boeren kennen hun land en omgeving en kunnen natuur, landschap en biodiversiteit op een praktische manier versterken. BBB wil dat agrarisch natuurbeheer eerlijk wordt beloond, met minder bureaucratie en meer vertrouwen in vakmanschap. Zo ontstaat een gezonde balans tussen voedselproductie, natuur en leefbaarheid van het platteland. Dat geld komt direct op de boerenerven om agrarisch natuurbeheer uit te voeren. Voorlopig is er meer dan genoeg geld in dat potje. Geld met een praktisch doel dat niet aan de strijkstok blijft hangen.