Ga direct naar inhoud
Nieuws

Waterstanden, meten is weten

27 november 2019 | Simone Damhof

Soms moeten de lieslaarzen aan en gaan de mannen door weer en wind op weg naar de peilpunten in het Witte Veen en het Buurserzand. Peilpunten brachten we aan om grondwater en oppervlaktewater te meten. Af en toe een zware klus, waden door water of laarzen die zich vastzuigen in de modder. Toch is deze reguliere controle van grote waarde. De zes waterpeilers van Natuurmonumenten vertrekken elke twee weken vanaf infocentrum De Wakel het natuurgebied in. Het water zit diep, helemaal na de afgelopen droge zomers. Toch zijn de effecten hiervan pas over enkele tientallen jaren in de grafieken terug te vinden.

waterpeilen

Plopper

Op de peilschalen boven de grond is eenvoudig de oppervlaktewaterstand te lezen. Voor het grondwater is dat anders. De peilbuizen in de grond meten de waterpeilers met een meetlint en plopper. De plopper laten ze in de peilbuis zakken. Raakt de plopper het water dan hoor je een geluidje dat klinkt als ‘plop’. De peilbuizen hebben verschillende lengtes. Sommige peilbuizen gaan wel tot 3 meter diep de grond in. 

Veertig jaar peilen: schat aan informatie

De waterpeilers meten al vanaf de jaren tachtig in het Buurserzand en het Witte Veen en verzamelden zo een schat aan informatie. Waterstanden in verschillende seizoenen vergelijken we continu. Dat geeft inzicht in het hydrologisch systeem. De hoeveelheid regen die valt is belangrijk, maar ook de bodemsoort. Zandgrond en water reageren  anders op elkaar dan keileem en water.

Water vasthouden

Met alle verzamelde informatie kunnen we monitoren of de grondwaterstanden nog wel voldoende zijn voor bijvoorbeeld natte heide of hoogveen. Op een paar plaatsen maakten boswachters stuwtjes om de hoogte van het oppervlaktewater te kunnen sturen. Met het controleren van de waterbuizen is het effect waarneembaar. Dit is bijvoorbeeld voor hoogveen belangrijk. Het verschil tussen het zomer- en winterpeil moet voor deze bodemsoort erg klein moet zijn.

Meetnetwerk

Meten van de waterstanden doen we niet alleen in het Buurserzand en het Witte Veen. In Nederland ligt een heel meetnetwerk. Natuurmonumenten, provincies, waterschappen en andere natuurbeheerders zorgen samen voor het instandhouden van dit meetnetwerk.

Water naar de zee

Vroeger richtte men het land zo in dat het water zo snel mogelijk werd afgevoerd richting zee. In de jaren '80 moest elke druppel water die aan de oostgrens viel, binnen 24 uur afgevoerd zijn naar de zee. Dat is nu veranderd. Nu proberen we het water zo lang mogelijk in het natuurgebied vast te houden om bijvoorbeeld het hoogveen te behouden en verdroging tegen te gaan.

Simone Damhof
Simone Damhof