‘Oervogel‘ aalscholver terug in De Wieden
Honderden aalscholvers broeden in De Wieden weer hun jongen uit. Die vliegen doorgaans in april en mei uit. Wij organiseren dan weer excursies naar de Bakkerskooi bij Wanneperveen. Die herbergt een van de oudst bekende aalscholverkolonies van Nederland.
Aankoop Bakkerskooi
Aalscholvers strijken daar vermoedelijk sinds 1919 neer. Voor Natuurmonumenten was dit een van de redenen om in 1934 de Bakkerskooi te kopen. Al die jaren blijft de plek in trek bij aalscholvers, al wisselen de aantallen sterk. In goede jaren zijn er meer dan duizend aalscholvers, maar in de jaren zeventig daalde dat aantal tot vijftig. De laatste jaren zijn er weer honderden exemplaren te zien.
Nest bouwen in januari
Die keren meestal in januari terug om hun nest te restaureren of te bouwen. Het mannetje draagt het materiaal aan, het vrouwtje bouwt het nest. In februari kunnen er al eieren zijn. Om beurten bebroeden de vogels de eieren gedurende ongeveer een maand.
Drukte in kolonie
Vanaf april/mei zijn de jongen te bewonderen. Het is dan een drukte van belang in de kolonie. Het eentonig gebedel van de jongen, de indringende geur van verteerde en opgebraakte vis, het af en aan vliegen van de ouders, maakt een excursie tot een onvergetelijke ervaring.
Jagen alleen of in grote groepen
Soms jagen aalscholvers alleen, maar ze kunnen ook in groepen van wel tweehonderd vogels jagen. Samen drijven ze de vissen naar ondiep water, om ze gemakkelijker te vangen. Omdat de aalscholver zijn prooi onder water vangt, kan hij niet teveel vet in zijn veren hebben. Dus worden de veren nat. Na de visvangst zitten ze dan geruime tijd met gespreide vleugels te ‘zonnen’, om ze te drogen.