Ga direct naar inhoud
Nieuws

Vleermuizentelling

27 januari 2019

Boswachter Johann Prescher van Natuurmonumenten en Wiecher Akse van Vitens zien er dinsdagochtend uit alsof ze een mijn gaan verkennen, maar in werkelijkheid tellen ze vleermuizen in de bunker op het Hoge Land van Vollenhove. Na een half uur hebben ze ruim zestig vleermuizen genoteerd. Jaarlijkse tellingen brengen een stukje van het verborgen leven van de vliegende zoogdieren in kaart.

Meervleermuis in bunker

Verscheidene soorten

De boswachter schijnt met een hoofdlampje in alle kieren en gaten van de bunker. “Een watervleermuis, twee franjestaarten”, somt Prescher af en toe wat bevindingen op. Uiteindelijk komt hij tot 46 franjestaarten, twaalf watervleermuizen en twee grootoorvleermuizen. Een jaar eerder werden ongeveer twintig vleermuizen meer geteld.

Bunkers voor vleermuizen

Dat hij op een koude ochtend in januari vleermuizen kan tellen, is te danken aan Wiecher Akse. Hij maakt zich bij zijn werkgever Vitens hard voor de dierensoort. De ‘natuurliefhebber’ is gefascineerd door vleermuizen. “Misschien wel omdat we vrij weinig van deze dieren weten”, zegt Akse. Hij heeft het voor elkaar gekregen dat Vitens door de hele provincie een aantal leegstaande waterbunkers geschikt heeft gemaakt voor vleermuizen. Op andere plekken, zoals eind jaren negentig bij Sint Jansklooster, bouwde Vitens zelfs speciaal bunkers voor overwinterende vleermuizen.

Mystieke karakter

Ondanks het wat mystieke, en voor sommige mensen zelfs afschrikwekkende karakter, hebben vleermuizen een belangrijke functie in de natuur. “Ze zorgen voor een goed evenwicht in de insectenpopulatie en bestuiven planten”vertelt Prescher. Volgens sommigen voorkomen de dieren ook de opmars van de eikenprocessierups, maar de boswachter benadrukt dat dit nog niet volledig is aangetoond.

Goede leefomgeving

Van de twaalfhonderd vleermuissoorten die wereldwijd voorkomen, zijn er in Nederland 22 soorten waargenomen. Een deel daarvan zoekt het Hoge Land van Vollenhove uit als leefomgeving. Dat heeft te maken met de combinatie van bos en natuurgebied De Wieden. Als het weer in november koud wordt, zoeken ze de bunker op. Daarvoor gebruiken ze die ook wel als voortplantingsplek. In maart verlaten ze de bunker weer.