Ga direct naar inhoud
Nieuws

Berken verwijderen uit het hoogveen

30 mei 2024 | Hilde van der Klei

Na het broedseizoen zullen er in het najaar en de winter verschillende beheerwerkzaamheden plaatsvinden in het Fochteloërveen. Door een teveel aan stikstof groeien sommige planten, zoals berken en pijpenstrootje, sneller dan normaal. Hierdoor verdringen ze de bijzondere plantensoorten in het gebied.

machinaal verwijderen berkenboompjes Fochteloërveen

Om het Fochteloërveen open te houden, grazen schapen op de drogere delen. In het nattere hoogveen kunnen schapen niet komen, dus moeten de boompjes daar machinaal verwijderd worden. Als jonge boompjes alleen gezaagd worden, blijven de wortels zitten en groeien ze binnen een jaar alweer tot een meter hoog. Daarom worden de boompjes zoveel mogelijk met wortel en al uitgetrokken. De aannemer heeft hiervoor speciale machines.

Vanaf de weg door het Fochteloërveen is de begroeiing goed te zien. Waar het hoogveen open en weids zou moeten zijn, zie je nu een dichte begroeiing van berken. Berken hebben kleine zaden die gemakkelijk met de wind verspreiden. In het hoogveen vinden ze tussen de vele grassen, waaronder het pijpenstrootje met de meststof (stikstof), een goede voedingsbodem.

Locaties verwijderen berkenboompjes Fochteloërveen

Gearceerde gebieden geven locaties aan waar de boompjes worden verwijderd.

Daarnaast speelt de verdroging van het Fochteloërveen een rol. Door klimaatverandering worden de zomers droger en is de verdamping van water hoger. In de nattere delen heeft het berkenzaadje minder kans te groeien. Daarom wordt er de komende jaren gewerkt aan kadeherstel om het regenwater zoveel mogelijk in het gebied te houden.

Boswachter Martin Snip werkt al jaren in het Fochteloërveen en heeft de verandering rondom de groei van bomen en grassen zien toenemen. “In het verleden was het veen grotendeels vrij van bomen en grassen en konden we met een kleinschalige aanpak het gebied goed beheren. Dit is nu veranderd en de huidige groei vind ik zorgwekkend. We moeten echt groot materieel inzetten om het veen open te houden.”

Hilde van der Klei