Beverburcht ontdekt in de Beerze op de Kampina
In het dal van de Beerze in natuurgebied de Kampina stuitte boswachter Luc van Natuurmonumenten recent op een beverburcht. Sporen van bevers zijn al vaker waargenomen, maar tot op heden bleef het sein van definitieve vestiging van het grootste knaagdier van Europa in dit natuurgebied achterwege. Boswachter Luc: “Het toegenomen aantal vraatsporen was aanleiding om op onderzoek uit te gaan. Wij zijn blij met deze ontdekking. Er is in ieder geval voorlopig in dit gebied nog volop ruimte voor de bever.”
Bevers in Nederland
Tot aan het begin van de 19e eeuw kwamen bevers in Europa algemeen voor. Ook in Nederland. Er werd op ze gejaagd voor de pels en het vlees. In 1825 werd de laatste bever in ons land gedood en rond 1920 was de bever zelfs bijna uit heel Europa verdwenen. Er waren nog een paar kleine populaties verdeeld over het continent. In 1988, ruim honderdvijftig jaar na het verdwijnen van de laatste bever in ons land, is de bever geherintroduceerd in de Biesbosch. Ruim dertig jaar later vestigt de bever zich nu in het dal van de Beerze in Midden-Brabant.
Watermanagers
De bever is een echte watermanager. Ze bouwen dammen en creëren kanaaltjes waarmee ze de waterstand in de omgeving van de burcht kunnen reguleren. Op deze manier blijft de waterhoogte op dezelfde stand en loopt de burcht niet onder water. De burcht die boswachter Luc ontdekte is een zogenaamde takkenburcht. Gebouwd met geschilde stammetjes en takken, plantenmateriaal en modder. Zo’n burcht kan 2 tot 3 meter hoog worden en een omtrek van 12 meter bereiken. De ingang ligt onder water. Boswachter Luc: “Bevers dragen bij aan natuurlijke processen. Door hun geknaag, gegraaf en de bouwwerken, zorgen ze rondom de stromende wateren voor drassige gronden in de omliggende hooilanden. In extreem natte periodes kan zo langer water worden vastgehouden. En dat kunnen we met de huidige droge zomers heel goed gebruiken.”
Beverburcht in de Beerze
De wandelroute Kerkpad Kampina passeert de beverburcht. Toch kun je als wandelaar de burcht niet zien liggen. De bever heeft een goed verscholen plek in de omgeving van de vistrappen uitgekozen. In de luwte en door de begroeiing uit het zicht van de wandelaar. De vissen in de Beerze hoeven overigens niets te vrezen: de bever is een echte herbivoor. De bast van vooral wilgen en essen is het favoriete maaltje. Daarnaast eten ze ook planten, wortelstokken, twijgen, bladeren en schors. De kans dat je een bever aan het werk ziet is overigens klein: bevers zijn echte nachtdieren. Tijdens je wandeling kun je wél sporen van de bever zien, zoals aangeknaagde bomen aan weerszijde van de Beerze of sleepsporen waar de bever in en uit het water gaat. Dus ogen open tijdens het wandelen!