Ga direct naar inhoud

Programma Natuur: Natuurherstel op de Brabantse Wal

Belangrijke soorten in natuurgebied de Kleine Meer hebben het moeilijk om te overleven. Dit komt omdat de staat van de natuur steeds verder achteruit gaat. Natuurmonumenten wil het tij keren. We zetten in op meer en langdurig water vasthouden én een betere waterkwaliteit. Vanwege de beschermde Natura-2000 status van het natuurgebied kan Natuurmonumenten de komende jaren extra maatregelen uitvoeren om de natuur te versterken.

Kleine Meer: een prachtig ven dat meer water nodig heeft.

Wat gaan we doen?

Omgeving Kleine Meer:

  • We maken stukken bos gevarieerder met soorten die hier van nature thuis horen;
  • We verbinden geïsoleerde stukken heide met elkaar;
  • We herstellen vennen en leemputten die water helpen vasthouden en plaatsen/vervangen stuwtjes;
  • We dempen greppels die water afvoeren binnenin het gebied;
  • We herstellen vennen en verbeteren de waterkwaliteit.

    Kriekelare Duinen:
  • We halen Amerikaanse Vogelkers & Rododendron weg. Deze soorten die eigenlijk niet uit Nederland komen, verdrukken juist belangrijke Nederlandse soorten waar veel insecten en dieren afhankelijk van zijn. 

     
Heideblauwtje is een vlinder op dopheide

Heideblauwtje op dopheide. Deze soort heide groeit op natte plekken.

Waarom zijn herstelmaatregelen nodig?

Te veel stikstof, verdroging en woekerende exoten drukken hun stempel op het gebied, omdat ze de kwaliteit van de natuur ernstig aantasten. Onder de vlag van Programma Natuur en de subsidieregeling Natura 2000-gebieden willen Rijk en provincies kwetsbare natuurgebieden herstellen en versterken. De Provincie Noord-Brabant doet dit bij de Kleine Meer en Kriekelare Duinen samen met Natuurmonumenten. Dat is nodig omdat steeds meer planten en dieren verdwijnen. Wij zetten in op:

  • het vasthouden van water in de vennen;
  • een gezondere bodem van bos en heide;
  • een goede verbinding van heidevelden;
  • een gevarieerder en vitaler bos.

Alleen zo kan een gezonder en robuuster leefgebied ontstaan. Het wordt een natuurgebied waarin planten en dieren een grotere kans hebben om te overleven, zich uit te breiden of terug te keren.

Rugstreeppadje in het water

De Kleine Meer is het domein van de rugstreeppad. In de vroege zomer zie je de jonge rugstreeppadjes langs het ven.

Wat maakt dit gebied zo bijzonder?

Kleine Meer en Kriekelare Duinen bieden veel verschillende leefmilieus op een relatief klein stuk grond. Je vindt er heide en vennen, maar ook bos en zandvlaktes. Bovendien is het ven Kleine Meer ook nog eens ‘zwakgebufferd’. Dit betekent dat het niet alleen gevoed wordt door regen, maar ook door water uit de grond. Dit grondwater is heel rijk aan mineralen. Omdat het waterpeil van dit soort vennen flink kan fluctueren, groeien hier alleen meer heel specifieke planten. Zo is er oeverkruid; een plantje wat in Europa zeer zeldzaam is. Ook zie je hier in de zomer weer een nieuwe generatie rugstreeppadjes. Wist je dat dit nog de enige plek op de Brabantse Wal is waar de kamsalamander voorkomt? 

Uitleg over Natura 2000-gebieden. (Bron: Provincie Noord-Brabant)

Als je kijkt naar de bijzondere planten en dieren die afhankelijk zijn van dit type natuur, voelen we een grote verantwoordelijkheid om dit natuurgebied in stand te houden.

Miranda Fieret, boswachter Communicatie en Beleven

Bezoekersinformatie

Bereikbaarheid

    Kleine Meer, Beheerschuur Brabantse Wal