Proef voor kruidenrijker grasland blijkt succesvol in Achterhoek
Kruidenrijke graslanden zijn van wezenlijk belang voor onder andere insecten en insectenetende vogels. Om een kruidenrijk grasland – met soorten als margriet, sint-janskruid, tijmereprijs en knoopkruid – te laten ontstaan op voormalige landbouwgronden is vaak jaren geduld nodig. Waarbij het er in de praktijk op leek dat daarbij niet alleen de verschraling van de bodem van belang was. Provincie Gelderland liet daarom een onderzoek uitvoeren naar een mogelijkheid om dit proces te ondersteunen. Ook Natuurmonumenten werkte mee aan de proef, in de Achterhoek met percelen op onder andere ’t Waliën en Grote Veld bij Zutphen/Lochem en op Mentink, bij Winterswijk. Na een eerste jaar lieten veel van de 77 proefpercelen al een duidelijk positief effect zien.
Zwarte braak en maaisel
Uitgangspunt was de aanname dat nieuwe soorten zich makkelijker kunnen vestigen op kale grond dan in een bestaande grasmat. Daarbij speelt natuurlijk ook de beschikbaarheid van zaad een rol. De proef bestond daarom uit twee delen: de bewuste percelen werden een groeiseizoen lang ‘braak’ gemaakt en gehouden, waarna er maaisel op werd uitgestrooid van een kruidenrijk grasland op een vergelijkbare bodem. Ter controle kreeg vaak de helft van het perceel deze behandeling, de andere helft dan werd op de tot dan toe gebruikelijke wijze beheerd.
Kleurrijk resultaat
Al na een eerste jaar lijken de resultaten van de proef zeer positief. In veel proefpercelen was het verschil in het beheer duidelijk zichtbaar door het aantal soorten kruiden dat er groeide. Een kleurrijk verschil, zoals ook te zien is op de foto’s. Hoewel de resultaten van de fauna-inventarisatie nog niet bekend zijn verwachten we hier een vergelijkbaar effect.
Meer lezen? Hier vind je het uitgebreidere artikel op Nature Today.