Rondom het Korenburgerveen liggen ecologisch waardevolle vochtige hooilanden en natte schraallanden, samen 30 hectare. Hier staan bijzondere planten en leven veel libellen, amfibieën, insecten. Voor het behoud van deze bijzondere vegetaties en de leefomstandigheden voor soorten optimaal te houden, beheert Natuurmonumenten deze stukken met een uitgekiend maaibeheer.
Het maaien van deze natte graslandtypen laten we met name in augustus-september door een aannemer uitvoeren. Hij gebruikt aangepaste maaimachines op rupsbanden, die geen diepe sporen achterlaten. Afhankelijk van de hoeveelheid gras op de verschillende percelen wordt een grotere of een kleinere rupsmaaier ingezet.
We laten bewust plukjes gras of hooi staan. Deze ruige stukken zijn heel belangrijk als overwinteringsplek voor met name insecten. De maaiwerkzaamheden kost enkele weken, want de te maaien stukken liggen verspreid rondom het veen. Bij de uitvoering proberen we geluidsoverlast zoveel mogelijk te beperken.
Andere typen grasland worden beheerd door vee. Zo worden koeien voornamelijk op de wat drogere percelen ingezet. Deze zijn niet geschikt om op de betredingsgevoelige hooi- en schraallanden te weiden.
voorbeeld van een bloemrijk hooiland, goed voor insecten