Ga direct naar inhoud
Nieuws

30 nieuwe Nederlandse insecten ontdekt

21 november 2018 | Bianca de Craen

Ondanks veel berichten over de ernstige achteruitgang van de insecten in Nederland valt er ook goed nieuws te melden. Bij een onderzoek in de ENCI-groeve zijn 30 voor Nederland nieuwe soorten ontdekt.

Bladvlieg foto John Wiersma

Vroege Vogels zond 18 november een reportage uit over nieuw ontdekte insectensoorten in Nederland. In het laatste half jaar werden uit een insectenval van het Natuurhistorisch Museum Maastricht in de ENCI-groeve ruim 200 soorten vliegen en muggen op naam gebracht. Daarvan bleken 30 soorten nog niet eerder in Nederland gemeld te zijn. In het natuurgebied dat Natuurmonumenten beheert, komen zelfs twee nieuwe soorten voor.

Onverwachte rijkdom aan insecten

Het natuurgebied waar de insectenval staat, werd pas drie jaar geleden door de ENCI voor Natuurmonumenten aangelegd als kalkgraslandhelling. Op deze manier kan natuur die van oudsher op de Sint-Pietersberg te vinden was, weer opkomen en wordt de groeve weer teruggegeven aan de natuur. Paul Beuk, conservator biologie van het Natuurhistorisch Museum stelde voor de ontwikkelingen op de helling te monitoren met een insectenval.

De verwachtingen voor het terrein waren hoog bij Cindy Burger, projectleider van Natuurmonumenten, maar ze werd aangenaam verrast door de eerste resultaten van het verwerken van de vangsten. “Het is opvallend dat een nieuw kalkgrasland in de ENCI-groeve dat pas drie jaar geleden werd ingericht, nu al zo rijk aan insecten lijkt te zijn. Dat hadden we niet verwacht op deze korte termijn.”

Luister naar onze boswachter op Vara's Vroege Vogels.

Onder de nieuwe soorten zijn bochelvliegen, bocheldansvliegen, paddenstoelmuggen, steltmuggen, lansvliegen en bladvliegen. Een van de bochelvliegen is een parasiet van reuzenmieren, die in Nederland zeldzaam zijn. Reuzenmieren werden in de directe omgeving van Maastricht overigens nog niet gevonden.

Insectenwereld blijven volgen

Natuurmonumenten en het Natuurhistorisch Museum Maastricht blijven de ontwikkelingen op de helling minstens enkele jaren volgen. Zo hebben deze zomer de vrijwillige boswachters van Natuurmonumenten flink geholpen met het veldwerk. De resultaten gaan deskundigen vergelijken met de gegevens uit insectenvallen die in de jaren 80 en 90 in andere delen van de groeve stonden.

In de nabije toekomst worden ook de nieuwe bijen en wespen op naam gebracht. Het Natuurhistorisch Museum documenteert de huidige fauna van Zuid-Limburg. Natuurmonumenten gebruikt de informatie om het beheer van het natuurgebied beter op de aanwezige insecten af te stemmen.

Bianca de Craen
Bianca de Craen