Ga direct naar inhoud

Liesbeth Haijtink, 'we nemen veel en geven maar weinig terug'

Liesbeth Haijtink maakte van landbouwgrond een voedselbos. 'Als het warm is, gonst het van de insecten.'

Dame tussen de gele bloemen

“Mijn vader had bij zijn ouderlijk huis een hectare grond waar wat paarden op stonden te grazen. Ik heb hem lang aan z’n hoofd gezeurd dat we het terug moesten geven aan de natuur. Met ons consumentisme nemen we veel van de natuur en geven maar weinig terug. Daar wilde ik wat aan doen. Ik denk dat de berichten over de achteruitgang van de natuur in de media m’n vader over de streep hebben getrokken. 

Twee jaar geleden ben ik ermee aan de slag gegaan. Ik heb de samenwerking gezocht met het IVN, Geldersch Landschap, Trees for All en de provincie. Alle hekken zijn weggehaald en vervangen door struwelen met zwarte en rode bes, lijsterbes, duindoorn en meidoorn. In het hart van Landgoed Haijtink, zoals ik het noem, heb ik bomen geplant, zoals wilde appel, winterlinde en berk. Allemaal inheemse soorten, want als je wat wilt laten groeien moet het wel kunnen groeien. Verder zijn er twee vijvers gegraven voor de kamsalamander en knoflookpad. En ik heb veel bloemenzaad gestrooid. Als het warm is, gonst het van de insecten."

Voedselbos voor dieren

"Het is dus een voedselbos, maar dan voor dieren in plaats van voor mensen. Mensen kunnen hier komen genieten van de natuur, er staan bankjes gemaakt van tegels en stenen uit verschillende tuinen. Kinderen van een school hier vlakbij hebben er moestuintjes. Alles staat nu op z’n plek. De natuur kan haar gang gaan. Ik heb de aanzet gegeven en geef het nu over.

Tot nu toe heb ik veel alleen gedaan. Natuurlijk zal er nog onderhoud nodig zijn. Daarvoor wil ik een vrijwilligersgroep opzetten. Ik krijg al veel hulp van buren. Die zijn erg enthousiast over dit rustpunt in hun buurt. De grond was deel van de boerderij van mijn opa. Broers en zusters van mijn vader hebben aangrenzend ook zulke percelen. Ik hoop dat ze ook enthousiast worden en mee gaan doen, zodat we nog meer kunnen teruggeven aan de natuur.”

Tips van Liesbeth Haijtink