Forse afname weidevogels in Nederland
Het gaat slecht met de meeste weidevogelsoorten in Nederland. Van veel soorten is het aantal sinds 1990 fors afgenomen.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek dat de meest recente cijfers van de Nederlandse weidevogelstand samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland heeft geanalyseerd.
Dalende trend
De populaties van grutto, scholekster, slobeend, veldleeuwerik en graspieper laten vanaf de jaren ‘90 een geleidelijke maar duidelijke daling zien. De gruttostand is sinds die tijd gehalveerd. Scholekster en veldleeuwerik zijn met 60 procent afgenomen. Na de eeuwwisseling is ook bij de kievit, tureluur en gele kwikstaart een daling te zien.
Schaalvergroting en intensivering
Het verdwijnen van weidevogels hangt samen met de schaalvergroting en intensivering in de landbouw. Er zijn steeds minder gevarieerde, bloemrijke graslanden waarin weidevogels voldoende voedsel, dekking en nestgelegenheid vinden, terwijl uniforme, gedraineerde percelen met één of twee soorten gras zijn toegenomen. Deze percelen worden ook vaker en grootschaliger gemaaid.
De schaalvergroting gaat nog steeds door. Zo stopten in de periode 1990-2014 60 van de 100 melkveehouders met het houden van melkkoeien. Op de resterende, grotere bedrijven steeg het gemiddeld aantal melkkoeien van 40 naar 84, terwijl de melkproductie per koe ook nog toenam.
Ook door de uitbreiding van onder andere steden en de bijbehorende infrastructuur en de daarmee gepaard gaande toegenomen verstoring, is broedgebied van weidevogels verloren gegaan. In totaal verdween er sinds 1990 ruim 150.000 hectare grasland. Dat is een daling van ruim 14 procent.
Weidevogelvriendelijk beheer loont
In de weidevogelgebieden van Natuurmonumenten broeden nog relatief veel weidevogels dankzij het weidevogelvriendelijke beheer, waarin laat maaien en behoud van bloemrijke graslanden belangrijke speerpunten zijn.
Beheerder Jelle de Boer die onder meer het Friese Hegewiersterfjild, de Filenspolder, Skrok en Skrins onder zijn hoede heeft, spreekt over de afgelopen vijf jaar zelfs van goede jaren. “Veel soorten vertoonden een opgaande lijn, al is het dit broedseizoen duidelijk minder. Vooral de grutto en kievit doen het deze zomer slecht. Veel grutto’s zijn al in het ei-stadium verloren gedaan, vooral door predatoren. De muizenstand was de afgelopen tijd hoog, waardoor roofdieren zoals de vos, bunzing en hermelijn zijn toegenomen. Voor hen zijn de eieren en kuikens een heerlijk maaltje. Ook worden veel kuikens door zwarte kraaien gegrepen. Dat heeft zijn invloed op het broedresultaat. Een positieve uitzondering is dit jaar de scholekster. Daarvan zijn vrij veel kuikens opgegroeid.”
De Boer hoopt volgend jaar weer op een beter broedresultaat. “Je bent altijd afhankelijk van weersomstandigheden, maar weidvogelvriendelijk beheer heeft de afgelopen jaren duidelijk laten zien dat het mogelijk is om onze weidevogels te behouden. Het verschil met grootschalige percelen waarin geen ruimte is voor bloemrijk grasland, is levensgroot. Weidevogels vinden er weinig voedsel, rust en nestgelegenheid. Vaak worden de grootschalige percelen ook grootschalig gemaaid. Weidevogels krijgen niet eens te kans om te vluchten. En als ze het wel overleven vinden ze op de pas gemaaide grasvlaktes geen dekking waar ze zich schuil kunnen houden.”