Ga direct naar inhoud
Nieuws

In gesprek met bomenexpert Johan van Galen Last

07 januari 2020 | Natuurmonumenten

Johan van Galen Last is boswachter en tuinbaas van de ‘s-Gravelandse Buitenplaatsen bij Natuurmonumenten. En hij weet héél veel van bomen. Naar aanleiding van al het nieuws rondom bomen gingen we met hem in gesprek over boomsoorten in Nederland, CO2 en of bomen op de een of andere manier samenleven.

Eik op Hilverbeek

Hallo Johan, hoeveel soorten bomen zijn er eigenlijk in Nederland?

‘Van de echte inheemse boomsoorten zijn er maar 35. Wat er aan gekweekte soorten zijn is niet bekend. Maar in de loop der eeuwen zijn er volgens mij meer dan 5.000 houtachtige gewassen verzameld en gekweekt.’

En hoeveel bomen staan er in Nederland?

‘Dat is niet bekend. Maar grofweg kun je zeggen dat ongeveer tien procent van Nederland uit bos bestaat. Daar komen nog wat stadsbomen en bomen van kwekerijen bij. Dan schat ik dat er tussen de 160 en 170 miljoen bomen staan in Nederland.’

Is het aantal bomen de laatste jaren toegenomen of juist afgenomen?

‘Er komen meer gekweekte soorten voor in Nederland. Maar de echte inheemse soorten worden sterk bedreigd. Dit komt doordat oude landschapselementen, zoals boomsingels en bosjes, verdwijnen. Als je kijkt naar biodiversiteit, dus naar hoeveel andere soorten leven op of om bomen, dan zie je dat er rondom inheemse bomen veel meer soorten leven dan rondom bomen die van elders komen. Rond een Hollandse zomereik bijvoorbeeld leven ruim 400 insectensoorten. En die zijn weer voedsel voor vogels, vleermuizen enz. Op een Amerikaanse eik, de naam zegt het al, een eik van ginder, wonen maar enkele tientallen insectensoorten. Voor onze biodiversiteit is het dus belangrijk zuinig te zijn op onze eigen inheemse soorten.’

Johan

Boswachter en bomenkenner Johan van Galen Last

Hoe zit het eigenlijk met CO2? Ik hoor de laatste tijd vooral dat bomen CO2 opslaan, maar van mijn biologielessen herinner ik me nog dat ze CO2 ook omzetten in zuurstof. Wat is waar?

‘Eigenlijk klopt het allebei. Overdag zetten bomen CO2 om in zuurstof. Misschien herinner je je dat nog, dankzij de bladgroenkorrels kan er onder invloed van licht fotosynthese plaatsvinden? Maar bij die omzetting ontstaan er ook koolstofverbindingen, veelal in de vorm van koolhydraten. Die koolhydraten gebruikt de boom om te groeien. Hij slaat ze op. Als een boom verteerd of verbrand, worden die koolhydraten weer omgezet in CO2. Maar let op, dit is de sterk versimpelde versie. Zo neemt een levende boom ’s nachts ook weer een deel van de geproduceerde zuurstof op en dan stoot hij CO2 uit. Dit doen planten onder meer om de opgeslagen suikers te kunnen verbranden zodat ze met de vrijgekomen energie kunnen groeien.’

Oké, we moeten dus heel veel bomen planten en die laten we allemaal staan als CO2-opslag?

‘Nou, dat is ook niet per se nodig. Je kunt het hout ook gebruiken, bijvoorbeeld om te bouwen of om meubels te maken. Dan blijft de CO2 ook opgeslagen in het hout. En wat ook naar weinig mensen weten, is dat er ook heel veel CO2 ligt opgeslagen in onze moerassen en veengebieden. Als het om klimaat gaat, moeten we ons dus niet alleen focussen op bomen.’

Even terug naar die zuurstof. Die nemen bomen dus deels zelf weer op?

‘Klopt. Maar er blijft genoeg over voor ons. Even wat cijfers. Een boom waarvan de stam op het dikste punt een doorsnede heeft van ongeveer twintig centimeter, produceert ongeveer vijftig kilo zuurstof per jaar. Een gemiddelde hectare bos (plus minus 480 bomen) produceert ongeveer 25.000 kilogram zuurstof per jaar. Eén persoon verbruikt gemiddeld ongeveer 180 kilogram zuurstof per jaar, hoewel de exacte omvang afhankelijk is van de leeftijd, grootte en hoe actief die persoon is. Eén hectare bomen maakt dus genoeg zuurstof voor 100-130 mensen.’

beuk

Rode beuk op landgoed Bantam.

Iets heel anders. Hoe oud kan een boom eigenlijk worden?

‘In Nederland leeft een boom gemiddeld honderd tot tweehonderd jaar. Er zijn drie factoren die invloed hebben op de levensduur: de boomsoort, de standplaats en het beheer. Staat een boom tussen andere planten, dan speelt concurrentie een rol. Concurrentie op het gebied van voedingsstoffen en de hoeveelheid zonlicht. De oudste boom ter wereld is waarschijnlijk al 4.700 jaar oud. Dit is een bristlecone pine en hij staat in de White Mountains in Californië.’ 

Concurrentie? Klopt het dat bomen een vorm van samenleven hebben onderling? 

‘Ken je het boek ‘het verborgen leven van bomen’ van boswachter Peter Wohleben? Hij schrijft het volgende: “In het bos gebeuren verbazingwekkende dingen: bomen communiceren met elkaar. Bomen die niet alleen liefdevol voor hun nageslacht zorgen, maar ook voor hun oude en zieke buren. Bomen met emoties, gevoelens en een geheugen. Moeilijk te geloven? Misschien, maar het is waar!” Dus ja, bomen hebben echt een vorm van samenleven.’ 

boomklever

Boomklever op zomereik, liefhebber van insectenlarven.

Waar komt de term ‘dood hout leeft’ eigenlijk vandaan?

‘Het is een gouden regel in de natuur: dood doet leven. De dood van de ene plant of het ene dier, betekent het (over)leven voor een ander. Deze kringloop zorgt voor een mooie balans tussen het dieren- en plantenleven. Het klinkt wat tegenstrijdig, maar dood hout is heel belangrijk voor de variatie van leven in een bos. Zolang een boom leeft, beschermt een chemisch afweermechanisme hem tegen insecten en schimmels. Eventuele openingen in het afweermechanisme, herstelt een levende boom zo snel mogelijk. Maar een dode boom kan dat niet meer. Bastkevers beginnen het eerst aan een zieke of verzwakte boom: hun larven leven van de eiwitrijke bast. Sommige boktorren, prachtkevers en houtwespen kunnen ook in dit verzwakte stadium al in bomen leven. Die keverlarven maken gangen tot diep in het hout, waardoor schimmels en bacteriën de kern van de boom bereiken. Deze schimmels zijn weer voedsel voor de larven van ambrosiakevers en schimmelmugjes. En deze insecten zijn weer voedsel voor sluipwespen, roofkevers en vogels. Je raad het al: zo kunnen we wel even door gaan. Er is een bijzondere levendige wereld te vinden in al dit dode hout.’

Wat is jouw favoriete boom(soort) en waarom? 

‘Ik heb niet echt een favoriete boom of boomsoort. Hoe langer ik werkzaam ben op buitenplaatsen, hoe meer ik geniet van de compositie van verschillende bomen bij elkaar. Ik heb wel één bijzondere plek in ’s-Graveland die ik erg mooi vind. Dat is het uitzicht bij boerderij Stofbergen op de buitenplaats Hilverbeek. Hier staan een 275 jaar oude eik, een zevenarmige linde en in de directe omgeving een ruim 200 jaar oude plataan en tamme kastanje. Je ziet ze allemaal op de Bomenroute ’s-Gravelandse Buitenplaatsen.’  

Lees ook ons standpunt over bomen, bos en bomenkap.

Natuurmonumenten