Onderzoek naar hazelwormen in de Lange Maten
Door tapijttegels neer te leggen in de Lange Maten en de Oude Buisse Heide, kan RAVON kijken of en waar de hazelworm zit. Dit pootloze hagedisje warmt zich graag op onder zo’n tegel. Tot en met de zomer gaan vrijwilligers regelmatig op pad om te tellen hoeveel hazelwormen zich onder de tegels opwarmen.
Hazelwormen laten zich niet zo makkelijk zien. Als je er al één ziet, is het echt een toevalstreffer. Ze houden ervan om lekker tussen de bladeren en het dode hout te zitten. Ook zitten ze graag in holen in de grond. Ze voelen zich fijn in oude bossen, op de overgang tussen bos en open gebied. En graag een tikkie vochtig, met dichte begroeiing.
In mei bestaat de grootste kans ze zonnend aan te treffen. Om ze te kunnen tellen, worden daarom kunstmatige schuilplaatsen uitgelegd; plaatjes hout, dakpannen of – zoals nu- tapijttegels. Zie je een tapijttegel liggen? Lekker laten liggen! Zo verstoor je het onderzoek niet.
Vooral regenwormen, naaktslakken en spinnen zijn een lekker hapje voor de hazelworm. Hazelwormen kunnen soms wel tien tot 15 jaar worden en kan wel 40 cm lang worden. De soort is zeer gevoelig voor versnippering van het landschap door bijvoorbeeld wegen, kanalen en hazelworm-onvriendelijk terrein zoals intensieve landbouw, dichte naaldbossen, dorpen en steden.
De hazelworm wordt vaak voor slang aangezien. Dat is ook niet gek, aangezien deze hagedis geen pootjes heeft. Hierbij een lijstje om ze te herkennen:
- Slangen kunnen hun ogen niet sluiten, hagedissen - dus ook de hazelworm - kunnen dit wel.
- Net als de andere Nederlandse hagedissen kunnen hazelwormen bij gevaar hun staart afwerpen, iets wat slangen niet kunnen.
- Hazelwormen hebben een lange staart, die ongeveer de helft van de lichaamslengte uitmaakt. Slangen hebben een korte staart.
- Het lichaam van de hazelworm is veel stijver dan dat van slangen.