Verslag mini-symposium GrasGoed
Januari 2018 - Zo'n 50 deelnemers kwamen in Breda samen in het Centre of Expertise Biobased Economy, om te luisteren naar en te discussiëren over het project GrasGoed. Dat leidde tot een reeks nieuwe inzichten over de verwerking van gras.
Bekijk de foto's en lees het verslag >>
Na inhoudelijke presentaties over achtereenvolgens de inventarisatie van aanwezige biomassa in provincie Noord-Brabant en Vlaanderen, de bestemming van natuurmaaisel: tussen veevoeder en afval, en de raffinage van natuurgras was er tijd voor discussie over de kansen en uitdagingen waarvoor we nog staan in het project GrasGoed. In korte workshops werd gediscussieerd over de kansen en uitdagingen ten aanzien van ketenontwikkeling en marketing, het inkuilen en bewaren van gras voor bewerking en de mogelijkheden voor verbreding naar andere biomassastromen. Samengevat zijn de resultaten van de workshops als volgt:
- Het concept van Grasgoed kan ook worden toegepast voor andere reststromen. Interessante reststromen zijn o.a. bermmaaisel, invasieve planten en agrarische reststromen. De belangrijkste aandachtspunten bij het slagen hiervan zijn communicatie, transparantie en de bereidheid van de partners in de keten om elkaar iets te gunnen.
- Het is aangewezen alle maaisel te hakselen voor het inkuilen. De beslissing of natuurmaaisel voldoet aan de kwaliteit veevoeder moet bij de terreinbeheerder liggen. Het probleem van de giftige planten mag niet overdreven worden.
- Nieuwe innovaties hebben een lange adem nodig, waarbij samenwerken, verwachtingspatroon en elkaar willen begrijpen (zelfde doel voor ogen hebben) erg belangrijk is. Dit is belangrijke informatie die in nieuwe gelijkende projecten vanaf het begin van het project duidelijk en inzichtelijk moeten worden gemaakt.
- Het is van groot belang om in deze trajecten snel eindgebruikers te definiëren zodat kan worden gewerkt vanuit marketpull en minder vanuit de push-kant. Indien er geen eindklant is heb je ook geen nieuwe innovatie.