Ga direct naar inhoud
Nieuws

Wat doen onze boswachters voor insecten?

23 mei 2018 | Natuurmonumenten

Het gaat slecht met onze insecten. Hieronder een overzicht wat onze boswachters doen om de leefomgeving voor insecten te verbeteren.

Vliegend hert

Om de insecten te redden moeten we allemaal doen wat we kunnen. En iedereen kan wat doen. De landbouw kan veel natuurvriendelijker. Gemeenten kunnen parken en bermen veel bloemrijker maken. Wij kunnen onze tuinen en balkons vol zetten met bijenhotels en bloeiende planten. En onze boswachters kunnen in de natuurgebieden waar we voor zorgen het nodige doen. Een kort overzicht van wat ze, met hulp van heel veel vrijwilligers, doen voor insecten.

Vergroten van de bloemenrijkdom

Boeren pachten in veel gevallen onze graslanden en akkers. Met hen proberen we af te spreken dat ze geen landbouwgif gebruiken, beperkt mest uitrijden, het waterpeil verhogen en laat in het voorjaar maaien (en niet alles in één keer). Allemaal maatregelen die ervoor zorgen dat er meer bloemen en dus insecten in weides en akkers komen. Boeren en boswachters gaan samen op cursus om met elkaar te leren hoe ze de bloemenrijkdom kunnen vergroten.

Op onze heidevelden laten we koeien en schapen grazen. Zij eten vooral gras en jonge boompjes. Daardoor krijgen de planten tussen de heidestruiken betere kansen om tot bloei te komen.

Meer variatie

Waar bloemen zijn, zijn insecten. En hoe groter de variatie aan bloemen, hoe beter. Want veel insecten zijn afhankelijk van één of een paar planten. Daarom doen de boswachters en de vrijwilligers veel om de variatie in onze gebieden te vergroten. Je kunt dan aan van alles denken: niet maaien onder prikkeldraad, erven en tuinen bloemrijk maken, dode bomen laten staan en liggen, struiken aanplanten, maaisel met bloemenzaden uitstrooien en doorgangen door het bos maken voor vlinders.

Speciale maatregelen

Sommige insecten hebben het zo moeilijk dat we speciale maatregelen voor ze nemen. Neem het vliegend hert (zie foto). Het grootste insect dat in ons land voorkomt – hij kan negen centimeter lang worden – heeft vermolmd hout nodig om z’n eitjes in te leggen. Alleen zijn er in de Nederlandse bossen niet veel dode bomen met vermolmd hout. Daarom maken we broedstoven – stapeltjes eikenstammen met houtsnippers – voor ze.

Zo maken we ook kale plekken in het zand voor bijen, wespen en loopkevers. En plaggen we stukjes heide voor klokjesgentiaan en daarmee voor het gentiaanblauwtje.

Natuur herstellen

Naast deze werkzaamheden in onze gebieden, zijn medewerkers elke dag bezig om de landelijke en provinciale overheden te stimuleren hun natuurbeleid te verbeteren. Want wat insecten op de lange duur echt helpt, zijn grote, aaneengesloten natuurgebieden, die liggen in een omgeving met natuurvriendelijke landbouw. Kijk op natuurmonumenten.nl/insecten wat jij kunt doen om onze insecten te helpen.

Natuurmonumenten