Ook jouw tuin of balkon is een potentieel insectenparadijs. Dat is niet alleen goed voor de insecten, maar ook voor je tuin zelf. Insecten zorgen voor een vruchtbare bodem, leveren het voedsel aan je vogels en brengen je tuin in evenwicht. Maar hoe creëer je zo’n paradijs? Of beter, wat moet je daar voor laten? Jan Graafland, de tuinman van Weleda, zegt: wees niet te netjes!
Tuinman Jan Graafland: ‘De natuur is zo’n complex geheel, daar kun je toch geen orde in scheppen. Laat de natuur daarom zijn gang gaan en houd op met bestrijden. Doe je iets tegen de luizen, haal je het voer voor lieveheersbeestjes weg. En als je binnen mieren bestrijdt, dood je niet alleen de mieren buiten én die van de buurman maar ook alle bijen in de buurt. Zo klein en kwetsbaar zijn insecten. Beter is om met de natuur mee te bewegen en insecten de ruimte te geven.’
Nederland is netjes. We verzorgen we ieder stukje land tot in de puntjes. Dat zie je aan onze tuinen, maar ook binnen de gemeentegrenzen. Zodra de madeliefjes hun kopjes opsteken, wordt er weer gemaaid. Dat is niet altijd nodig. Voor insecten zou een liefdevolle verwaarlozing van het publieke groen beter zijn. Dat is wel even schakelen, ook voor de groenbeheerder van onze gemeenten. Maar je kunt het wel voorstellen, want als inwoner heb jij een direct lijntje naar jouw gemeentebestuur. Wie een brief of email stuurt gericht “aan de gemeenteraad”, deze ondertekent (dus niet anoniem) en daarbij een verzoek of vraag indient, krijgt antwoord.
In sommigen gemeenten kan je als buurtbewoners samen een groenstrook of grasveld ‘adopteren’. Soms hebben gemeenten daar zelfs een potje voor. Vragen staat vrij.
En je kunt natuurlijk lid blijven van natuurmonumenten. We beheren niet alleen meer dan 100.000 ha insectenrijk natuurgebied, maar zijn als grote ledenorganisatie ook een maatschappelijke beweging. Samen komen we op voor een robuuste natuur vol kleine beestjes. Ben jij al lid? Word nu lid van Natuurmonumenten