Zorgen terreinbeheerders over voorstellen waterschapsbelasting
De bij de VBNE (Vereniging van Bos- en Natuurterreineigenaren) aangesloten organisaties maken zich grote zorgen over de gevolgen van de voorgestelde wijziging van het waterschapsbelastingstelsel voor natuurterreinen. Het huidige belastingstelsel blijft wat de aangesloten organisaties betreft zoveel mogelijk ongewijzigd.
Het voorstel van de Unie van Waterschappen is gebaseerd op een recent uitgekomen adviesrapport van de Commissie Aanpassing Belastingstelsel (CAB). De hoofdopdracht voor het onderzoek van het CAB luidde om een voorstel te maken voor een toekomstbestendig belastingstelsel dat uitlegbaar, transparant, robuust, rechtvaardig, maatschappelijk gedragen, eenvoudig uit te voeren en doelmatig is.
In de voorgestelde wijzigingen, echter, wordt niet voldaan aan de criteria voor een toekomstbestendig belastingstelsel (uitlegbaar, transparant, robuust, rechtvaardig, maatschappelijk gedragen, eenvoudig uit te voeren en doelmatig). Er is bovendien geen urgentie om het huidige belastingstelsel aan te passen; zoals de CAB ook concludeert in de tussenrapportage van augustus 2016, functioneert het belastingstelsel van de waterschappen op dit moment redelijk goed tot goed. In maart 2014 publiceerde de OESO het rapport ‘Water Governance in the Netherlands: Fit for the future?’. De OESO concludeerde dat (de organisatie van) het waterbeheer in Nederland goed is geregeld en zelfs als een ‘global reference’ mag worden gezien.
Volgens de natuureigenaren is het voorgestelde nieuwe stelsel geen verbetering ten opzichte van het bestaande systeem van waterschapsheffingen, maar juist subjectiever, met veel willekeur tot gevolg.
De vervuiler betaalt minder, de natuur meer
Het voorgestelde systeem zou een grote stijging van de lasten voor natuur betekenen. Aan deze lastenverzwaring ligt geen onderbouwing ten grondslag, wat het gevoel van onrechtvaardigheid en subjectiviteit voedt. De gedachte achter een nieuw belastingstelsel is onder andere om de kosten van water te laten betalen door diegenen die het meeste water gebruiken en vervuilen én degenen die het meeste profijt hebben van schoon water. Zo creëren de waterschappen een prikkel om zuinig en goed om te gaan met ons water. De VBNE is het volledig eens met dat principe. Het is echter onbegrijpelijk dat onder het mom van toepassing van het profijtbeginsel natuureigenaren plotseling vele malen meer
waterschapsbelasting zouden moeten gaan betalen. Hank Bartelink, directeur van LandschappenNL: “Het is vreemd dat natuureigenaren die vrijwel niets vervuilen en altijd een lage opbrengst hebben, meer moeten gaan betalen”. Teo Wams, directeur natuurbeheer van Natuurmonumenten beaamt dat: “Natuurgebieden zorgen voor veilige waterberging in tijden van veel regenval, leveren water in tijden van droogte en zuiveren water in bijvoorbeeld duingebieden. Het zou dus volstrekt logisch zijn wanneer terreinbeheerders geld van Waterschappen zouden ontvangen in plaats van moeten betalen”.
Het huidige belastingstelsel blijft wat de VBNE betreft dan ook zoveel mogelijk ongewijzigd.