Ga direct naar inhoud

Meer natuur - jaarverslag 2018

Zaterdag 8 september was het zover. Het eerste eiland van Marker Wadden ging open voor het publiek. Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur & Waterstaat en de Flevolandse gedeputeerde Michiel Rijsberman verrichtten de openingshandeling. Het Markermeer is nu een nieuwe recreatieve natuurbestemming rijker. Het Haveneiland van Marker Wadden heeft een haven, strand, wandelpaden, vogelkijkhutten en een uitkijktoren.

Marker Wadden vogelkijkscherm

Intussen werkt aannemer Boskalis verder aan de overige vier eilanden van de eerste aanlegfase. De verwachting is dat in 2020 deze fase wordt afgerond. De vijf eilanden hebben samen een oppervlakte van duizend hectare. Natuurmonumenten heeft de ambitie om van Marker Wadden uiteindelijk een eilandengroep van 10.000 hectare te maken.

De aanleg van de eilanden is een oplossing voor het grote slibprobleem in het Markermeer. Tegelijkertijd krijgt het Markermeer betere leefomstandigheden voor planten en dieren, zoals geleidelijke oevers, ondieptes, luwte gebieden en rietvelden. Vorig jaar bleek dat duizenden broedvogels de eilanden al hadden gevonden. Dit jaar barstte het op Marker Wadden ook van de insecten, een enorm contrast met de insectenarmoede op het vasteland.

Natuurmonumenten nam in 2012 het initiatief tot de aanleg van Marker Wadden. De organisatie kreeg een grote bijdrage uit het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij als startkapitaal. De bouw van de eerste vier eilanden van Marker Wadden werd vervolgens mogelijk dankzij publieke en private bijdragen van de ministeries van LNV en I&W, de provincies Flevoland en Noord- Holland, de gemeente Lelystad, Wereld Natuur Fonds, Vogelbescherming, Sportvisserij Nederland, Arcadis, Boskalis, RHDHV, Adessium Foundation en ING Bank. Dankzij een extra bijdrage van de Nationale Postcode Loterij is in 2018 ook het vijfde eiland gerealiseerd. Morele steun voor dit project kregen we van VNO-NCW en de ANWB.

Marker Wadden: 'Dit wordt een vogelparadijs, dat is toch kicken!'

In 2018 zouden de sluizen van het Haringvliet op een kier gaan. Door de uitzonderlijke droogte kon het niet in september, zoals de bedoeling was, plaatsvinden. Maar in januari 2019 was het grote moment daar. Sinds 1970 was de riviermonding afgesloten van de zee. Goed voor de veiligheid, niet goed voor de natuur. Met name voor trekvissen, die niet meer de rivier op konden zwemmen naar hun paaiplaatsen. Met de kleine opening van de sluizen zijn hun trekroutes weer open.

Het is een belangrijke stap in het herstel van de kenmerkende deltanatuur in Zuidwest-Nederland. Dankzij een bijdrage van 13,5 miljoen euro uit het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij konden we extra investeringen doen in dit herstel. De Scheelhoek, een natuurgebied dat pal achter de sluizen ligt, is uitgebreid met tachtig hectare. Landbouwgrond is omgevormd tot een natuurgebied dat geschikt is voor kluten, scholeksters, lepelaars, grutto’s en steltlopers, maar ook rietzangers, baardmannen en blauwborsten. In de Korendijkse Slikken, iets oostelijker gelegen langs het Haringvliet, hebben we oude kreekrestanten en slikkige oevers hersteld. Een stuw is geplaatst om water langer vast te houden in het gebied. Het zorgt voor nieuwe voedsel- en rustgebieden voor de vele watervogels en steltlopers.

Om iedereen van de vogelrijkdom te laten genieten zijn er enkele kijkhutten geplaatst. De meest bijzondere is het grote vogelobservatorium dat bij de Haringvlietsluizen wordt gebouwd, een houten bouwwerk in de vorm van een ei van een grote stern. Hier kan de bezoeker in alle rust uitkijken op eilanden waar duizenden kokmeeuwen en grote sterns broeden.

Bij het herstel van de deltanatuur in Haringvliet werken we samen met Wereldnatuurfonds, Vogelbescherming Nederland, Staatsbosbeheer, Ark natuurontwikkeling en Sportvisserij Nederland.

Ook in andere delen van het land hebben we natuurherstelprojecten uitgevoerd. In het Koningsven, ten oosten van de Sint Jansberg in Noord-Limburg, is van 60 hectare voormalige landbouwgrond 40 centimeter sterk vermeste grond afgegraven. Vervolgens is er maaisel met zaden van wilde bloemen uitgereden, dat afkomstig is uit een vergelijkbaar natuurgebied in de buurt. Het is het begin van een groot project waarbij we een bloemrijk landschap van 400 hectare herstellen. Een landschap dat de verbinding tussen de Sint-Jansberg en het Duitse Reichswald versterkt.

In de IJsselpoort bij Arnhem zijn uiterwaarden aan weerszijden van de IJssel op de schop gegaan. En ook hier is maaisel met bloemenzaden uitgereden. Behalve dat de natuur hiermee een impuls krijgt, is er ook ruimte gecreëerd om water op te vangen bij extreem hoge afvoer van rivierwater. Dit project is mogelijk gemaakt door financiële steun uit Brussel.

Na twintig jaar overleg is de realisatie van een aaneengesloten grenspark Kempen-Broek (op de grens van Limburg, Brabant en België) weer een stap dichterbij gekomen. Bij Weert kon een groot industrieel bedrijf uitgeplaatst worden. Het bedrijfsterrein is afgegraven, waardoor er 30 hectare natte natuur tot stand is gebracht, dat gevoed wordt met schoon kwelwater. Het gebied verbindt bovendien bestaande natuurgebieden.

Bij projecten die gericht waren op herstel van de bloemrijkheid kregen we financiële steun van onze partner Weleda.