Ga direct naar inhoud
Nieuws

Reparatie van een superspons: hoogveen Fochteloërveen

18 juli 2022 | Frans Bosscher

Half Nederland bestond ooit uit veen. Daarvan zijn hier en daar nog restanten over. Het Fochteloërveen, op de grens van Friesland en Drenthe, is één van de grootste hoogveengebieden die we nog hebben in ons land. Om de zeldzame planten en dieren te redden, staan er ingrijpende natuurherstelwerkzaamheden op stapel. Dat is ook goed om ons land te wapenen tegen weersextremen. Nu het de laatste maanden zo weinig geregend heeft, zakt het waterpeil nog verder en gaat het gebied nog verder achteruit door verdroging.

Fochteloerveen

In een poel kruipen tientallen heikikkers over en onder elkaar door. Ze maken een zacht geluid: blub, blub, blub. Een veldleeuwerik vliegt bijna recht omhoog en komt luid zingend weer naar beneden. Een graspieper lijkt het kunstje na te willen doen en hangt als een parachuutje in de lucht. In de verte is het getrompetter van kraanvogels te horen. De weidsheid is ongekend. Ja, een uitkijktoren en een kantoorflat onderbreken de horizon. Maar midden in het Fochteloërveen is de wereld ver weg. Dat wil niet zeggen dat de wereld eraan voorbijgaat. Eigenlijk zou het water in deze tijd van het jaar tot aan de rand van de kades moeten staan. Nu het al tijden niet geregend heeft, staat het een stuk lager. Het veranderende klimaat laat zich ook hier gelden.

Zeldzame dieren en planten

Nog altijd is het Fochteloërveen een thuis voor veel planten en dieren. “Hier overleven alleen soorten die zich hebben aangepast aan de barre omstandigheden”, vertelt boswachter Jacob de Bruin. “Er zijn planten, bijvoorbeeld lavendelheide, die bij veel zon hun blaadjes omdraaien en met de witte onderkant het licht reflecteren. Dat vermindert de verdamping van water. Andere planten – zonnedauw is er zo een – vangen insecten om in deze voedselarme omgeving aan de nodige eiwitten te komen.”

Beluister hier de podcast met boswachter Jacob de Bruin

Veenmos

De superspecialist van het hoogveen is veenmos. Jacob stapt met grote passen het pad af en trekt een pluk veenmos omhoog. “Dit is waterveenmos”, zegt hij. “De blaadjes zien eruit als de kop van een verzopen kat. Veenmos is een superspons. Het kan tot veertig keer z’n eigen drooggewicht aan water vasthouden. Dat heeft nog niemand na kunnen maken. In veenmos zit dan ook meer water dan in melk: 97 tegen 88 procent. Veenmos breekt heel moeilijk af, maar het groeit wel door. Zo komt een veenmospakket langzaam maar zeker steeds hoger in het landschap te liggen. Een aantal soorten veenmos – er zijn in totaal twintig –vormt dan ook bulten. Als dat goed werkt, spreken we van levend of actief hoogveen. Dat is dus hoogveen dat aangroeit.”

Water lekt weg

Al sinds de eerste aankoop in 1938 zijn de boswachters van Natuurmonumenten bezig om het water zo lang mogelijk in het veen te houden. “Maar het water blijft eruit lopen”, zegt Jacob. “Dat moet ook, maar het gaat nu veel te snel, waardoor de waterstand in de zomer te laag is. De waterstand in hoogveen mag zo’n 20 centimeter variëren, het is nu het dubbele.” De verdroging die hierdoor optreedt, wordt verergerd door de neerslag van stikstof. “Kijk om je heen”, zegt Jacob. “Er staat heel veel gras, hier en daar staan zelfs berken. Wat je zou moeten zien, zijn veenmos en heide. Dat gras en die bomen verdampen veel water. Zo kampen we dus met een dubbele verdroging. Daar komen dan de perioden van droogte, zoals in de zomers van 2018, 2019 en 2020, nog eens overheen. Dan krijgt de natuur flinke klappen.” Dat is inmiddels te zien. In het Fochteloërveen leven 330 soorten die kwetsbaar of bedreigd zijn, zogenoemde Rodelijstsoorten. “Voor een aantal daarvan is het Fochteloërveen het laatste gebied waar ze nog voorkomen in ons land. Verdwijnen ze hier, dan zijn we ze helemaal kwijt. Dat geeft een grote verantwoordelijkheid. Gladde slang, hoogveenglanslibel en noordse glazenmaker zijn van die soorten waarvoor de situatie kritiek is.”

Herstel veen urgent

Daarom staat een nieuw natuurherstelproject voor de deur. Jacob: “Na veel onderzoek zijn we tot de conclusie gekomen dat we dwars door het gebied zandkades moeten aanleggen en oude kades moeten vervangen. Het gaat om een totale lengte van veertig kilometer. Een enorme operatie, maar daarmee kan het hoogveen wel weer mee voor de komende generaties. De oppervlakte levend hoogveen, nu maar zo’n 5 hectare, kan weer flink uitbreiden.”

Gezond hoogveen neemt CO2 op en houdt water vast

Het behoud van de biodiversiteit staat bij de ingrepen voorop. Maar een goed werkend hoogveen heeft ons nog meer te bieden. “Het houdt veel CO2 vast”, zegt Jacob, “omdat de afgestorven plantenresten aan de onderkant nauwelijks verteren, terwijl de groei aan de bovenkant wel doorgaat. Groeiend hoogveen haalt zelfs CO2 uit de atmosfeer. Veen is daarin effectiever dan bos. Een veengebied werkt bovendien verkoelend. Omdat het veel water vasthoudt, neemt het ook veel warmte op. Het is een natuurlijke airco. En heel belangrijk, veen werkt als een superspons. Bij hevige buien zuigen de veenmossen het water op. Het veen zwelt op. Vervolgens stroomt het heel langzaam weg. Die ademhaling van het veen voorkomt bij hoosbuien wateroverlast, bij droogte kan het juist water leveren. Om ons land aan te passen aan het veranderende klimaat, kunnen we dus niet genoeg hoogveengebieden hebben.”

Wat is hoogveen?

Hoogveen heeft, anders dan laagveen, geen contact met grondwater en is afhankelijk van regenwater. Veenontwikkeling begint in een laagte in het landschap. Regenwater dat daarin valt, zakt langzaam weg in de bodem. Organisch materiaal in dat water vormt op een diepte van enkele decimeters een laagje dat steeds minder water doorlaat. Er kan ook een leemlaag onder liggen, die water tegenhoudt. Na verloop van tijd stapelen dode plantenresten zich op die onder water slecht verteren: de eerste veenlaag is gevormd. Veenmossen en andere hoogveenplanten die daar groeien, vormen een levende laag van vijf tot vijftig centimeter. Het veenpakket van samengedrukte dode plantenresten kan metersdik worden. De aangroei gaat heel langzaam: ongeveer 1 millimeter per jaar. Het duurt dus zo’n duizend jaar om een meter veen te krijgen.

Podcast met de boswachter Jacob

Boswachter Jacob de Bruin vertelt ons in nieuwste aflevering van de podcast Puur Natuur alles over het belang van het herstel van het Fochteloërveen en waarom dat goed is om droogte én hevige regenbuien op te vangen.

Beluister de podcast hier

De natuur als oplossing

Extreme droogte en wateroverlast…Steeds vaker kampen we met de gevolgen van klimaatverandering. Met desastreuze gevolgen voor de Nederlandse natuur. Dat moet anders. We moeten het water opvangen en vasthouden en niet zo snel mogelijk afvoeren. Natuurmonumenten doet dit door klimaatbuffers aan te leggen, zoals het Fochteloërveen. Help je ook mee? Kom in actie en maak je tuin of buurt klimaatproof!

Vraag hier het gratis actiepakket aan

Frans Bosscher