Ga direct naar inhoud

Natuurherstel Kampina en Oisterwijkse Bossen en Vennen

De natuur op de Kampina en de Oisterwijkse Bossen en Vennen staat onder druk. Leefgebieden van allerlei planten en dieren verslechteren, waardoor soorten dreigen te verdwijnen. Vanwege de beschermde Natura-2000 status van het natuurgebied kan Natuurmonumenten de komende jaren extra maatregelen uitvoeren om de natuur te versterken.

natuurgebied Kampina: centrale heide

Waarom zijn herstelmaatregelen nodig?

Te veel stikstof, extreme droogte en woekerende exoten drukken hun stempel op het gebied, omdat ze de kwaliteit van de natuur ernstig aantasten. Onder de vlag van Programma Natuur en de subsidieregeling Natura 2000-gebieden willen Rijk en provincies kwetsbare natuurgebieden herstellen en versterken. De Provincie Noord-Brabant doet dit op de Kampina en Oisterwijkse Bossen en Vennen samen met Natuurmonumenten. Dat is nodig omdat steeds meer planten en dieren verdwijnen. Wij zetten in op:

  • een gezondere bodem van bos en heide;
  • het terugbrengen van stuifzandheide;
  • het beter vasthouden van water in het gebied.

Alleen zo kan een veel gezonder en robuuster leefgebied ontstaan. Een natuur waarin planten en dieren een grotere kans hebben om te overleven, zich uit te breiden of terug te keren.

Wat maakt de Kampina en Oisterwijkse Bossen en Vennen zo bijzonder?

Het natuurgebied is één van de meest fraaie voorbeelden van een Brabants dekzandlandschap met bossen, vennen, heide en overgangen naar beekdalen. Er is een grote diversiteit en juist die afwisseling maakt het gebied aantrekkelijk voor planten en dieren. Denk hierbij aan dieren zoals het gentiaanblauwtje, hazelworm, boomkikker, roodborsttapuit, veldleeuwerik en nachtzwaluw.  Maar ook oude zomereiken, heide en de blauwgraslanden hebben het zwaar.

gentiaanblauwtje op klokjesgentiaan

Het gentiaanblauwtje op zijn waardplant: de klokjesgentiaan. Deze vlinder kent een vernuftige maar kritische manier van voortplanten.

Wat zijn de grootste bedreigingen?

  • Te veel neerslag van stikstof verzuurt en vermest de bodem. Hierdoor groeien heidevelden versneld dicht met pijpenstro en bos. Planten en dieren die leven op de heide krijgen daardoor steeds minder leefgebied.
  • Ongewenste invasieve exoten zoals de Amerikaanse vogelkers en Japanse duizendknoop bedreigen de omvorming tot een gevarieerd en gezond bos. Ze groeien en vermeerderen zich sneller dan inheemse soorten, waardoor die worden verdrongen.
  • Droogte als gevolg van de klimaatverandering en door wateronttrekkingen in de omgeving hebben een negatieve invloed op de natuur in het gebied.
vergrassing op de Kampina

Vergrassing op de Kampina: het pijpenstrootje domineert het huidige beeld

Welke maatregelen gaat Natuurmonumenten uitvoeren?

De komende jaren werken wij aan:

  • bestrijden van exoten
  • bodemonderzoek en -verbetering
  • omvorming stuifzandheide
  • hydrologisch onderzoek
  • verbetering watergangen
  • opslag verwijderen

Bestrijden van exoten

Al jaren werkt Natuurmonumenten aan de omvorming van de eentonige naaldbossen naar een veel gevarieerder bos. Dat betekent meer loofbomen, meer ondergroei van bosplanten en struiken en een groter aanbod van dood hout. Voor planten en dieren is dit een veel aantrekkelijker leefgebied en ook is zo’n gevarieerder bos veel beter bestand om de extremen van klimaatverandering op te vangen. De ontwikkeling naar meer variatie wordt echter gedwarsboomd door de onbeheerste groei van soorten die oorspronkelijk niet in onze bossen thuishoren zoals de Amerikaanse vogelkers en de Japanse duizendknoop. Ze groeien en vermeerderen zo snel dat ze inheemse soorten verdringen.

De Amerikaanse vogelkers komt vooral voor in de Oisterwijkse Bossen en Vennen. Wij gaan de strijd aan met deze uitheemse soort door:

  • jongere boompjes handmatig of machinaal uit te trekken;
  • grotere exemplaren te ringen.

Van de Japanse duizendknoop zijn drie locaties bekend, waarvan twee groeiplaatsen op de Kampina. Wij voeren hier de volgende stappen uit:

  • Werkgebied afzetten en schoonmaken van het besmette gebied;
  • Begroeiing zo veel mogelijk verwijderen;
  • Maaien;
  • Preparaat aan de bodem toevoegen dat fermentatie op gang brengt;
  • Luchtdicht afdekken met worteldoek en folie, zodat fermentatie de wortels kan afbreken;
  • Daar overheen: heideplagsel voor het zicht;
  • Na 3 jaar: hopelijk is de Japanse duizendknoop weg en kan de folie verwijderd worden.
Amerikaanse vogelkers

Amerikaanse vogelkers breidt zich, net als de Japanse duizendknoop, razendsnel uit

Bodemonderzoek en -verbetering

Natuurmonumenten gaat meer onderzoek doen naar de bodemgezondheid in twee specifieke delen op de Kampina. Want: een gezonde bodem is de basis voor gezond bos of gezonde heide dat op hun beurt weer goed is voor de dieren die daarvan eten. Wanneer bijvoorbeeld rupsen en insecten voldoende voedingsstoffen binnen krijgen, blijft de voedselketen in stand. Met andere woorden: een ongezonde bodem brengt via de voedselketen veel diersoorten in gevaar. Op basis van deze onderzoeken kunnen we vervolgens gebiedsspecifieke maatregelen treffen om de kwaliteit van het bos en de heide te verbeteren.

Op de vochtige en droge heide op de Kampina is in 2021 al een onderzoek naar de mineralenbalans uitgevoerd. Met de aanbevelingen uit dat onderzoek gaan we de komende jaren aan de slag om de gezondheid van de heide te verbeteren. Dit doen we door mineralen aan de bodem toe te voegen in de vorm van steenmeel of kalk. We voegen deze mineralen alleen toe op de onderzoekslocaties, zodat we ook de effecten goed kunnen vergelijken.   

Omvorming stuifzandheide

Stuifzandlandschappen zijn in Europa een zeldzaamheid geworden. De planten en dieren die afhankelijk zijn van zo een dynamisch gebied zijn daardoor ook zeldzaam geworden. Doordat het grootste gedeelte van het stuifzandheidegebied op de Kampina bebost is geraakt, zijn de huidige stuifzandheiden niet actief meer. Winderosie en verstuiving vinden nog nauwelijks plaats. Door deze gebieden te vergroten en open te maken, krijgen wind en verstuiving weer vrij spel. Op drie locaties rondom de huisvennen heeft nog weinig bodemontwikkeling plaatsgevonden, waardoor deze gebieden geschikt zijn voor de gewenste uitbreiding van stuifzandheide. Deze drie gebieden gaan we omvormen door opslag en bomen te verwijderen, de bovenste humuslaag eraf te schrapen door te plaggen of te chopperen, het herstellen van de mineralenbalans door het toevoegen van steenmeel of kalk aan de bodem en tenslotte het enten met maaisel.  

stuifzandheide

Stuifzandheide op de Kampina. We gaan het zand weer de ruimte geven om te bewegen.

Hydrologisch onderzoek

Het natuurgebied Kampina en Oisterwijkse Bossen en Vennen wordt aangetast door verdroging. Verdroging ontstaat als gevolg van grondwaterwinning, snelle afwatering, beregening van landbouwgronden en droogte. Voor dit natuurgebied zijn nog voldoende kansen voor het herstel van hydrologie. Om gericht hydrologisch natuurherstel uit te voeren is voorafgaand onderzoek nodig naar de uitgangssituatie en ontwikkelkansen. Hiervoor gaan drie onderzoeken plaatsvinden: naar het systeemherstel van de Beerze, naar diepe kwel en in de Smalbroeken. Van deze onderzoeken merk je als bezoeker helemaal niets.

Verbetering watergangen

De Kampinaloop en watergang Nianadreef onttrekken water uit de bodem van het natuurgebied en dat is met het oog op verdroging absoluut niet de bedoeling. Door deze watergangen te dempen, heffen we deze drainerende werking op en blijft het oppervlaktewater langer in het natuurgebied. Het water zal daardoor het grondwaterpeil verhogen. Om deze watergangen te kunnen dempen, moeten eerst de naastliggende bomen worden gekapt. Daarna gaan we de watergangen opschonen en dempen met de aanwezige omliggende grond. Aan weerszijde is namelijk een verhoging ontstaan door vroegere uitgraving. Dit gaan we benutten om de watergangen te dempen. De bovenste laag van die verhogingen gaan we eerst plaggen. Die strooisellaag leggen we apart, om het na het dempen terug aan te brengen. Op deze manier benutten we alle mogelijkheden uit de directe omgeving.

Opslag verwijderen

Door de aanhoudende neerslag van stikstof en verdroging groeien de droge, natte en stuifzandheide snel dicht. Dat geldt ook voor de venoevers. Om het natuurgebied open te houden begrazen op de Kampina runderen en schapen het gebied. Daarnaast verwijderen we dennen en berken door te zagen, maaien of uittrekken. De dikkere bomen halen we uit het gebied; dunnere bomen blijven op hopen achter en biedt een schuilplaats aan kleine fauna zoals libellen, sprinkhanen en kikkers.

bloedrode heidelibel

Bloedrode heidelibel schuilt graag op een beschutte plek

Bezoekersinformatie

Bereikbaarheid

    Parkeerplaats Huisvennen - Roond