Ga direct naar inhoud
Nieuws van de boswachter

Onderzoek reptielen Dwingelderveld

13 juni 2018 | Lian Flikkema

Adder, gladde slang, ringslang....er leven veel reptielen in het Dwingelderveld. Maar hoe kun je het beheer van dit natuurgebied goed afstemmen op die bijzondere beesten?

Adder

Wat is er gebeurd?

In het Dwingelderveld leven een groot aantal reptielen zoals de adder, de gladde slang, ringslang, hazelworm en levendbarende hagedis. Natuurmonumenten wilde graag meer inzicht krijgen waar en hoe de reptielen het natuurgebied gebruiken. Daarom heeft ecologisch onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga in 2017 een onderzoek gedaan naar verspreiding en leefgebied. Hierdoor kan Natuurmonumenten het heidebeheer beter afstemmen in relatie tot het voorkomen van reptielen.

Gladde slang

Gladde slang

Wat zijn de resultaten?

Tijdens het onderzoek zijn drie soorten aangetroffen: de adder, gladde slang en levendbarende hagedis. Adders (153 ex.) werden vaak aangetroffen in de buurt van hun winterverblijf. Dat zijn ondergrondse, vorstvrije konijnenholen, holtes tussen stronken van bomen, vaak dicht begroeid met ondoordringbare struiken. De gladde slang (23 ex.) werd gevonden in de buurt van hùn winterbeschutting: langs het fietspad tussen de telescoop en het bezoekerscentrum, relatief hoog en droog, maar wel door begroeiing beschermd tegen extreem weer. Het onderzoeksbureau vond 126 levendbarende hagedissen in grotere delen van het Dwingelderveld. Deze reptielen staan sinds 1994 landelijk onder druk.

De onderzoekers vonden in 2017 noch hazelwormen noch ringslangen in het Dwingelderveld. In 2011 waren de hazelwormen er nog wel, in de buurt van de Davidsplassen. Ze zijn gesignaleerd in de omgeving: Holtingerveld en Nationaal Park Drents Friese Wold. De ringslangen kwamen in 2004 nog voor bij de Davidsplassen. Nu leven ze in het Mantingerveld, Holtingerveld en het Drents-Friese Wold. Het Dwingelderveld is wel geschikt. Zou de weg langs de Drentse Hoofdvaart en de A28 een te sterke barrière zijn?

Levendbarende hagedis

Levendbarende hagedis

Wat zijn de aanbevelingen?

Het voor reptielen gewenste heidebeheer is vooral nietsdoen, zodat oude heide zich kan ontwikkelen. Toch moet Natuurmonumenten maatregelen nemen om vergrassing van de heide tegen te gaan. Dat gebeurt onder andere door begrazing met runderen, geiten en schapen. Reptielen zijn gevoelig voor over-  en winterbegrazing, maar ook voor plaggen en betreding. Begrazing is alleen gunstig voor reptielen als daardoor een kleinschalig mozaïek ontstaat met veel variatie in structuur. Misschien moeten kwetsbare terreindelen voor reptielen buiten de begrazing gehouden worden. Dit is ook van belang voor insecten als heidesabelsprinkhaan, moerassprinkhaan en gentiaanblauwtje.

Natuurbeheer is complex

"Volgens ecoloog Ronald Popken is ‘nietsdoen’ geen optie. De organisatie moet ook de optimale condities scheppen voor andere planten en dieren. Er blijven beheermaatregelen in het natuurgebied nodig. Wel voert Natuurmonumenten ze, rekening houdend met de reptielen en hun wensen, uit. Dat betekent kleinschalige maatregelen, gevarieerd in ruimte en tijd." 

boswachter Lian
Lian Flikkema

boswachter communicatie en beleven Zuid Drenthe