Vrijwilligers gezocht: gentiaanblauwtje-eitjes tellen
Vanaf half juli kun je ze zien vliegen, de gentiaanblauwtjes!
Het Dwingelderveld is één van de laatste vliegplaatsen van deze bijzondere vlinder in Nederland. Ze is voor haar bestaan afhankelijk van klokjesgentiaan en mieren. Natuurmonumenten zet zich al jaren in om deze soort te behouden en zoekt hulp bij het tellen vlindereitjes. Zo kan de aanwezigheid en dichtheid van de vlinders per jaar worden gevolgd.
Makkelijk en leuk
Als vrijwilliger zoek je met een groep ervaren tellers naar klokjesgentianen. Op elke plant zou je eitjes van het gentiaanblauwtje kunnen vinden. Het werk is dus best gemakkelijk, je hoeft alleen maar te weten hoe de planten en de eitjes eruit zien. We tellen van 18 juli tot 12 augustus, tussen 8 en 12 uur op dinsdag, woensdag, donderdag en zaterdag. Het leuke is dat de klokjesgentianen op prachtige plekken staan, zo kom je ook nog eens op bijzondere plekken in het veld.
Aanmelden
Ben je enthousiast geworden en wil je een aantal keer komen helpen, meld je dan aan bij Lars Kampjes via: [email protected] . Geef bij aanmelding aan op welke dagen je beschikbaar bent. Aanmelden kan tot 5 juli. De week daarna krijg je informatie en een overzicht van het rooster.
Levenscyclus ‘mierenblauwtje’
De rupsen, uit kleine witte eitjes, eten alleen bloemknopjes van de klokjesgentiaan. Daarna laten ze zich op de grond vallen. Ze lokken mieren met een zoete substantie, die ze uitscheiden. De mieren nemen de rupsjes mee naar hun nest waar ze haar zoetigheid blijven aftappen. Ondertussen eet de rups zich rond aan miereneitjes en -larven. Deze samenwerking (of koekoeksstrategie) duurt de hele herfst, winter en lente tot de rups zich verpopt. Vanaf juli verlaat de vlinder zo ongemerkt mogelijk het mierennest. Buitengekomen pompt het de vleugels op, hangend aan een stengel. Van half juli tot half augustus kun je gentiaanblauwtjes zien vliegen. Ze eten nectar van dopheide en leggen hun eitjes uitsluitend op klokjesgentianen.
Vlinder in de problemen
Toch vinden vrijwilligers van de Blauwe Brigade (een groep die zich inzet voor de gentiaanblauwtjes) elk jaar minder eitjes. Wat is er aan de hand? De hoge stikstofwaarden werkt als kunstmest in de natuur waardoor er meer gras en minder klokjesgentiaan en heide groeit. Het gebied verdroogt door de hete droge zomers en raakt veel regenwater kwijt door sloten die er nog liggen uit het verleden. Daarbij komt dat het gentiaanblauwtje niet erg avontuurlijk is. Het vlindertje vliegt niet ver weg en blijft op dezelfde plek hangen. Toen er nog veel meer heide met klokjesgentianen was, was dat geen probleem, maar nu leven de vlinders in kleine geïsoleerde populaties op een stukje heide dat nog net geschikt is.
Werk aan de winkel…
Natuurmonumenten spant zich in om het gentiaanblauwtje voor het Dwingelderveld te behouden. Dit is óók goed voor andere vlinders en insecten op de heide. De waterhuishouding wordt hersteld door sloten ondieper te maken. Want dopheide en klokjesgentianen houden van een natte voeten. Natuurlijk mag het ook niet overal te nat zijn, want daar hebben de mieren weer last van en als die verdwijnen zijn we de blauwtjes ook kwijt. Kortom het beheer komt erg precies en er is nog veel te doen want het voortbestaan van het gentiaanblauwtje staat nog steeds erg onder druk.