Ga direct naar inhoud
Nieuws

Meer bloemen en vlinders op de berg bij Maastricht

25 maart 2016 | Sander Verwoerd

De Sint-Pietersberg en de wijde omgeving worden nog mooier. Meer bloemen, meer vlinders, meer natuur!´

Meer bloemen en vlinders op de berg bij Maastricht

Boswachter Frenk Janssen van Natuurmonumenten kan zijn enthousiasme nauwelijks bedwingen. Zijn armen wijzen van ´hier naar daar´ terwijl hij met grote stappen door het weiland loopt.

We zijn op het Plateau van Caestert, iets ten zuiden van de Nederlandse Sint-Pietersberg, op de grens van België en Nederland. De wei waarover hij praat, is in beheer bij zijn collega Gabriël Erens van de Belgische natuurorganisatie Natuurpunt en ook hij is er bij.

Het enthousiasme is groot, maar desondanks vergt Frenks verhaal wel voorstellingvermogen. Niet dat het op dat Plateau, gelegen tussen Kanne en de Observant, niet mooi is. De wei is heldergroen en omzoomd door bomen die zacht kleuren in het lage licht. Maar bloemen? Nee. Die zijn in de verste verte niet te zien.

Volop bloemen

De mannen glimlachen en beginnen hun verhaal daar waar het hoort; bij het begin. Een van de dingen waar de Limburgse natuur bekend om staan zijn de zogeheten kalkgraslanden. Dit zijn graslanden op voedselarme grond, meestal op zuidelijke hellingen. Decennialang werden ze extensief gebruikt om er te hooien en schapen te weiden. Mesten was er niet bij, dus werden de weitjes steeds voedselarmer, schraler. En daarmee bloemrijker; veel bijzondere bloemen houden namelijk van een wat arme grond. Er groeiden wilde tijm, marjolein, knoopkruid en planten met mooie namen als klavervreter en grote ratelaar. En er vlogen vlinders. Tientallen soorten!

Maar de tijden veranderden. Voor de boeren waren de kalkgraslanden niet meer rendabel. De weitjes werden verwaarloosd. Andere weiden werden wat geëgaliseerd, bemest en als echt weiland in gebruik genomen. En voor alle graslanden gold dat ze vervuild raakten met mest (stikstof) uit de lucht afkomstig van industrie, verkeer en landbouw.

Zeldzaam

'En nu vind je alleen nog in de kalkgraslanden van natuurorganisaties bloemen en vlinders. Doodzonde, want zeker de vlinders – bijvoorbeeld het dambordje en de veldparelmoervlinder - zijn op Europese schaal zeldzaam', vertelt Frenk. Zijn Belgische collega vult aan: 'Ook in België komen kalkgraslanden voor. Bij ons zijn ze er nog iets beter aan toe met meer soorten bloemen en vlinders.'

Maar ook de Vlamingen hebben problemen met de bemesting. En overal is er het probleem van de 'versnippering'. De kalkgraslanden liggen verspreid. Vlinders kunnen onmogelijk van de ene naar de andere vliegen, bijvoorbeeld omdat die gescheiden worden door een donker, koud bos zonder bloemen.

Opknappen!

Een droef verhaal. Tot Frenk vertelt: 'En daar gaan we nu dus verandering in brengen. Mede dankzij een Europese LIFE-subsidie kunnen de bestaande kalkgraslanden hier en in België worden opgeknapt. Voor Nederland krijgt Natuurmonumenten bovendien 29 hectares kalkgrasland (en zinkgraslanden in het Geuldal) erbij. Dat waren tot voor kort landbouwgronden. Door deze gedeeltelijk te plaggen en intensief te beweiden en maaien proberen we er weer bloemrijke kalkweitjes van te maken. We helpen de natuur een beetje door maaisel van goede, Belgische, kalkgraslanden op te brengen.' Ook Natuurpunt, de Belgische natuurorganisatie, gaat zo aan de gang.

Verbinden

De oppervlakte kalkgraslanden in Limburg wordt dus flink groter. Daarmee kunnen de huidige, sterk verspreid liggende kalkgraslanden beter met elkaar en die van België worden verbonden. Om de vlinders vanuit de betere natuurgebieden in België doorgang te geven, worden er bovendien onder meer in de bossen op en rondom de Sint-Pietersberg corridors gemaakt. 'Hier op d’n Observant bijvoorbeeld halen we langs het pad wat bomen weg. Dat geeft licht in het bos. Bloeiende kruiden komen vanzelf', vertelt de Natuurmonumentenboswachter.

Ook de bosranden worden vlindervriendelijk door bomen weg te halen en struiken te planten. 'Dat is ook belangrijk voor vleermuizen. De struiken en kruiden trekken insecten; vleermuizenvoedsel!'

Beetje last

Om de voormalige, bemeste landbouwgronden tot voedselarme weiden om te vormen en de bestaande kalkgraslanden bloemrijker te maken, is intensief maaien en beweiden nodig. Daarom ook hebben Natuurmonumenten en Natuurpunt beide een hellingtrekker aangeschaft waarmee steile hellingen kunnen worden gemaaid. Bovendien wordt de begrazing met schapen en geiten geïntensiveerd. Frenk en Gabriël gaan hun werk in het veld beter op elkaar afstemmen. Gabriel; 'Natuur kent geen grenzen.'

Meer kalkgraslanden, meer koninginnenpages, parelmoervlinders, blauwtjes en vooral ook veel meer bloemen; een mooi vooruitzicht. Maar Frenk waarschuwt. 'Ja, heel mooi, maar er zal af en toe wel overlast zijn. Wandelaars en fietsers zullen vaker een trekker zien en horen, er wordt gekapt in het bos en soms met machines grond afgegraven. Dat is niet altijd leuk, maar weet waarvoor we het doen. Meer bloemen, meer vlinders, meer vleermuizen en nog veel meer moois.'

Sander Verwoerd
Sander Verwoerd