Ga direct naar inhoud
Nieuws

Eerste stap ophogen Galgeplaat en omliggende platen in Oosterschelde gezet

08 december 2022 | Paul Begijn

Op 8 december 2022 hebben Rijkswaterstaat, Provincie Zeeland en Natuurmonumenten een samenwerkingsovereenkomst ondertekend om de planuitwerking te starten voor het ophogen van de Galgeplaat in het Nationaal Park Oosterschelde. Door zandhonger en toekomstige zeespiegelstijging worden de zandplaten in de Oosterschelde kleiner en de omliggende geulen ondieper. Hierdoor staat een belangrijk leefgebied van vogels en zeehonden onder druk. Om ervoor te zorgen dat de Galgeplaat en de omliggende platen ook in de toekomst als wegrestaurant kunnen dienen voor vogels en rustgebied voor zeehonden, is een zandsuppletie nodig.

Galgeplaat

In de eerste fase, de planuitwerkingsfase, wordt onder andere het bodemleven, de sterkte en stabiliteit van de Galgeplaat en de omliggende zandplaten onderzocht en verschillende mogelijkheden voor de suppletie ontworpen. Dit wordt gedaan in samenspraak met belanghebbenden zoals de visserijsector. De planuitwerkingsfase loopt tot en met 2024 en vormt de basis voor de uitvoering. De verwachting is dat de uiteindelijke zandsuppletie van de Galgeplaat en de omliggende platen gelegen in het oostelijk deel van Nationaal Park Oosterschelde plaatsvindt in de periode 2026-2027.

Ondertekening Galgeplaat

Met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst door Anita Pijpelink (Gedeputeerde Provincie Zeeland), Mieke Ohms (Directeur Netwerk Ontwikkeling Rijkswaterstaat) en Robbert Trompetter (Provinciaal Ambassadeur Natuurmonumenten) is een belangrijke stap gezet voor het ophogen van de Galgeplaat.

Evenwicht verstoord

Door de aanleg van de Oosterscheldekering is de dynamiek in de Oosterschelde veranderd. De snelheid waarmee het water in en uit de Oosterschelde stroomt is sterk afgenomen. Met name tijdens stormen wordt zand van de zandplaten afgeslagen, maar door de geringe dynamiek is het getij niet meer in staat om het zand terug op de platen, slikken en schorren te brengen. Beetje bij beetje kalven de zandplaten af. Dat noemen we zandhonger. Daarnaast speelt zeespiegelstijging een belangrijke rol. De platen komen niet alleen door zandhonger lager te liggen, maar verdwijnen ook langzaam onder water door het stijgen van de zeespiegel. Doordat de Galgeplaat en omliggende platen steeds kleiner worden en korter droog liggen, kunnen trekvogels als de kanoetstrandloper, rosse grutto en zilverplevier minder lang voedsel verzamelen en zeehonden minder lang op de plaat uitrusten. Als er geen actie wordt ondernomen, wordt het evenwicht blijvend verstoord en gaat de biodiversiteit achteruit.

trekvogels

Kennis, ervaring en innovatie

Met het oog op klimaatverandering is het belangrijk om te onderzoeken hoe klimaatbestendig zandsuppletie-projecten zijn. De kennis van andere grootschalige suppletieprogramma’s zoals de eerdere proefsuppletie van de Galgeplaat (2008) en de recentere suppletie van de Roggenplaat en de Zandmotor Ameland en Ter Heijde wordt meegenomen in de planuitwerkingsfase van de Galgeplaat en omgeving. Kennisinstituten Deltares en Wageningen University & Research zijn nauw betrokken bij de uitwerking.

roggenplaat

In het najaar 2019 werd de Roggenplaat in het westelijk deel van de Oosterschelde opgehoogd met ruim 1,3 miljoen kuub zand.

Toekomstbestendige grote wateren

De suppletie Galgeplaat en omliggende platen is onderdeel van het Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), een investeringsprogramma van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Met de PAGW werkt de overheid aan toekomstbestendige grote wateren waar klimaatbestendige en robuuste natuur goed samengaat met een krachtige economie. De suppletie Galgeplaat en omgeving wordt voor €20 miljoen gefinancierd vanuit de PAGW en via een (beoogde) regionale financiering van €2,5 miljoen. De voorbereiding van de suppletie Galgeplaat en omgeving gebeurt door Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, Provincie Zeeland en Natuurmonumenten.

Paul Begijn
Paul Begijn