Ga direct naar inhoud
Nieuws

Aanvullend onderzoek naar bestrijdingsmiddelen noodzakelijk

08 juni 2020 | Fred Prak

Wij zijn geschrokken van de aanwezigheid van 31 bestrijdingsmiddelen in onze natuurgebieden. De natuur hoort een veilige woonomgeving te zijn voor planten, schimmels, insecten en dieren. Het onderzoek dat is uitgevoerd door de onderzoekers van Meten = Weten roept veel vragen op en wij hebben de minister dan ook gevraagd vervolgonderzoek mogelijk te maken.

Hoe deze middelen in de natuur terecht komen is ook voor ons een vraag. Onafhankelijke ecotoxicologen, van verschillende universiteiten, bevestigen dat we niet weten wat de invloed is van een cocktail van bestrijdingsmiddelen op de natuur. Wij constateren dat onze insecten verdwijnen terwijl wij onze uiterste best doen de natuur optimaal te beschermen. Gezien de aandacht en reacties die komen op onze berichtgeving blijkt dat veel mensen onze zorg delen.

Icarus blauwtje

Aanvullend onderzoek

Een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar de herkomst van middelen en de invloed van die middelen kost veel geld. Het is ondenkbaar dat de verantwoordelijkheid en bekostiging van dat onderzoek bij een burgerbeweging (Meten = Weten) en natuurorganisaties ligt.

Als er miljoenen omgaan in het onderzoek naar gewasbeschermingsmiddelen dan moet er ook geld beschikbaar komen voor onderzoek naar de impact van deze stoffen op de natuur. Onderzoek dat recht doet aan de omstandigheden in de natuur, waar een cocktail van middelen wordt gevonden, een deken van stikstof neerdaalt, predatie en stapeling van stoffen onderdeel van het leven zijn.

Bestrijdingsmiddelen grijpen namelijk ook in op de cyclus van insecten. Dat wat een rups eet kan gevolgen hebben voor de voortplanting van vlinders. De huidige onderzoeken in laboratoria benaderen die realiteit niet.

Beschuldigingen

In onze woordvoering en ons persbericht wijzen wij niet met de beschuldigende vinger richting de landbouw als bron van de gevonden middelen. Wij constateren dat 31 bestrijdingsmiddelen zijn gevonden. Daartussen zitten bestrijdingsmiddelen die afkomstig zijn uit vlooienbanden en Deet, maar ook gewasbeschermingsmiddelen (of hun afbraakproducten) uit de landbouw. Of dat nu 84% (volgens Meten = Weten, zie hun persbericht onderaan) of 36% (volgens BASF) van de stoffen zijn, dat zegt niets over de toxische werking.

De meest effectieve bestrijdingsmiddelen, in de zin van doelmatig in het doden van insecten, kunnen slechts een fractie uitmaken van de gevonden cocktails. De bewering dat het grootste deel van de bestrijdingsmiddelen (uitgedrukt in %) afkomstig is van verbranding van brandstof of biomassa zoals gemeld door Agrifacts (FAST) vinden wij niet erg relevant. Het zou op zichzelf waar kunnen zijn, maar echt relevant is de toxische werking van de gevonden cocktails en de bijdrage van de individuele stoffen aan die toxiciteit. Percentages zoals genoemd door stichting Agrifacts zijn dan niet belangrijk, de toxische werking van een stof wel. Vandaar ook onze oproep om vervolgonderzoek naar herkomst van de gevonden stoffen en de gevolgen voor de natuur.

Glyfosaat

Mensen die beter ingevoerd zijn in dit onderwerp zullen met verbazing geconcludeerd hebben dat Glyfosaat (of haar afbraakproducten) niet tussen de lijst van gevonden middelen staat. Wij hebben daar niet naar gezocht, omdat de kosten om die stof te detecteren ons budget te boven ging. 

Difenyl

Dat difenyl vrijkomt uit uitlaatgassen klopt, dat ze in het verleden als bestrijdingsmiddel is gebruikt en inmiddels niet meer toegelaten klopt ook. Dat ze ook nu, nog steeds als stof wordt gebruikt om bestrijdingsmiddelen te maken is ook een feit. Als die bestrijdingsmiddelen zijn uitgewerkt en afbraakproducten vrijkomen is difenyl daar nog steeds onderdeel van. Niet als bestrijdingsmiddel, maar als afbraakproduct.

Persbericht Natuurmonumenten

Natuurmonumenten blijft achter het door haar uitgebrachte persbericht staan. Wij zijn geschrokken van de aanwezigheid van 31 toxische stoffen in de natuur. Die stoffen horen daar niet. In de onderzochte Natura 2000 gebieden hoort de natuur veilig te zijn. Wij zijn ook geschrokken van het feit dat wetenschappers toegeven dat er weinig kennis beschikbaar is over de impact van deze stoffen, in combinatie met andere milieufactoren, op de natuur. Daarom spreken wij de overheid aan om haar verantwoordelijkheid te nemen en uitgebreid onderzoek mogelijk te maken. Onderzoek naar herkomst van de stoffen en de invloed daarvan op de natuur. 

Oproep aan de minister

Het onderzoek dat wij nu hebben laten uitvoeren heeft aangetoond dat deze stoffen aanwezig zijn. In een publieke reactie laat ook LTO weten dat ze vinden dat meer onderzoek nodig is naar herkomst en impact. Daarin ligt onze boodschap en de reactie van LTO (en ook het Provinciaal Bestuur van Drenthe) dus verrassend dicht bij elkaar. Wat ons betreft een voorzet die de minister zo kan inkoppen.

Reactie Meten = Weten

Een inhoudelijke reactie op kritiek vanuit landbouwkringen op het onderzoek staat in het persbericht van Meten = Weten. Hier als pdf bestand te downloaden

Fred Prak

Persvoorlichter Noord (Overijssel, Drenthe, Friesland, Groningen en Waddenzee)