Ga direct naar inhoud
Nieuws

Vogelhuisje ophangen voor tuinvogels

22 maart 2024 | Astrid Schoenmaker

Het voorjaar hangt in de lucht: de dagen lengen en de temperaturen stijgen. Sommige vogels hoor je al luidkeels zingen. Nog even en het broedseizoen breekt aan. De hoogste tijd om een vogelhuisje op te hangen in je tuin. Boswachter Mathiska legt uit waar je op moet letten en hoe je zelf een nestkast maakt.

Pimpelmezen broeden graag in een nestkast

Al is je tuin nog zo aantrekkelijk met vetbollen en pindaslingers, zonder geschikte nestgelegenheid komt een vogel niet in je tuin broeden. In de natuur broeden vogels natuurlijk niet in een nestkast. Dan broeden ze bijvoorbeeld in een holte of spleet in een oude boom. Maar ruimte voor zo’n grote boom is er niet in elke tuin. Een vogelhuisje biedt dan uitkomst. Er zijn wel 60 soorten vogels die broeden in een nestkast.

Elke vogel heeft zo zijn woonwensen

Nestkasten zijn er in alle soorten en maten. Sommige soorten willen een klein gat, andere vogels juist weer een grote. Weer andere kijken graag om zich heen en hebben liever een half open nestkast. Kijk van tevoren welke vogels er in je tuin zitten om te bepalen welk kastje je op moet hangen. Herken 10 veelvoorkomende tuinvogels

Maak zelf een vogelhuisje

Zelf een vogelhuisje maken is helemaal niet moeilijk en je kunt zelf bepalen hoe hij eruit komt te zien. Kant-en-klare kastjes zijn vaak van te dun hout. In de zomer wordt het dan te warm en als het koud is, koelt het juist weer te veel af. Maak je eigen kasten dus van wat dikkere planken.

  1. Gebruik onbehandeld hout, bijvoorbeeld vurenhout, minstens 1,5 cm dik. Liefst hout met het FSC-keurmerk.
  2. Zaag de plankjes en een bevestigingslat. Bekijk hier de bouwtekening
  3. Boor een gat in het plankje, dat de voorzijde wordt. Kijk hieronder voor de maten van de vliegopening. Elke vogelsoort heeft zijn eigen maat.
  4. Bevestig de onderdelen aan elkaar met schroeven, spijkers of lijm. Het dakje blijft los.
  5. Maak de bevestigingslat vast en hang het kastje op.

Grootte van de vliegopening voor verschillende soorten tuinvogels

  • Pimpelmees: 28 mm
  • Koolmees: 32 mm
  • Boomklever: 32 mm
  • Huismus: 35 mm
  • Ringmus: 40 mm
  • Grote bonte specht: 50 mm

Nestkasten en vogelhuisjes kopen

Natuurlijk kun je ook een nestkastje kopen. In de webshop van Natuurmonumenten zijn allerlei modellen te verkrijgen.

Huismussen in nestkast

Wanneer hang je een vogelhuisje op?

Zorg dat de nestkastjes in elk geval voor het broedseizoen hangen, in het vroege voorjaar dus. Voor de winter is eigenlijk nog beter, want in koude nachten schuilen vogels graag in zo'n kastje. En als de plek ze bevalt, heb je kans dat ze er ook gaan broeden.

Wat is de beste plek?

  • De meeste vogels houden er niet van als de wind door de opening naar binnenwaait. In de winter wordt het dan te koud in het kastje en als het regent te nat. Hang het kastje daarom met de vliegopening naar het noordoosten (de wind komt in Nederland namelijk meestal uit het zuidwesten).
  • Een plek waar ’s middags vol de zon op schijnt, is geen goed idee. In het vogelhuisje kan het dan zo heet worden, dat de jongen het niet overleven.
  • De meeste nestkasten kun je op ongeveer 2 meter hoogte ophangen. Kasten voor zwaluwen of uilen veel hoger.
  • Vogels hebben een territorium. Houd daarom minimaal 15 meter afstand tussen nestkasten voor dezelfde soort vogels. Kijk dus ook even goed bij de buren in de tuin wat daar hangt. Mussen en huiszwaluwen houden juist wel van elkaars gezelschap en broeden graag dicht bij elkaar.
  • Bij een voederplek is het vaak een komen en gaan van allerlei soorten vogels. Dat kan voor een broedende vogel veel te druk zijn. Het kost dan veel tijd en energie om steeds al die indringers te verjagen. En die energie hebben ze juist hard nodig om hun jongen te voeren. Voederplekken trekken vaak ook rovers aan. Let dus even op waar je een voederplek inricht en waar je de kasten ophangt.
  • Zorg ervoor dat het kastje stevig hangt, zodat hij niet kan vallen of slingeren.
  • Hang de kasten een beetje schuin, zodat het regenwater niet via het scharnier van de deksel naar binnen kan lopen. Of werk dit af met een stuk rubber van een oude binnenband.

Help de vogels op weg door in je tuin wat nestmateriaal op te hangen. Bind draad, wol, stro, hooi en haar in bundels en hang die her en der op. Ook het mos van je gazon kun je een beetje los harken. De vogels pikken er graag wat van voor hun nest.

Hoe bescherm je jonge vogels?

Heb je zo je best gedaan vogels naar je tuin te lokken en ze tot broeden te verleiden, komt een roofdier de pret bederven. Dat wil je natuurlijk niet. De grootste rover is de huiskat, maar ook marters, sperwers en eksters kunnen er wat van. Hieronder een paar tips waarmee je de overlevingskansen van de jonge vogels vergroot.

  • Houd in het broedseizoen je kat ’s nachts zoveel mogelijk binnen. Je kunt je kat ook een belletje omdoen. Dan horen vogels ze tenminste aankomen en kunnen ze op tijd wegvliegen. Voor de kat van de buren ligt dat helaas een stuk lastiger…
  • Als je de deksel  van het huisje flink laat oversteken, kunnen poezen of marters minder gemakkelijk met hun poten in de kast komen. Je kunt ook een stuk gaas om de kast wikkelen. Of maak het klimmende rovers moeilijk door gaas of glad stuk plastic om de boomstam te wikkelen. Wel ieder jaar even iets losser maken, zodat het met de boom mee kan groeien.
  • Spechten hakken graag de opening van nestkasten open om er ook in passen. Wil je dat niet, maak dan van een stuk blik een metalen beschermring om de vliegopening.
  • Bij het voeren van de jonge wordt er heel wat heen en weer gevlogen. Zorg voor een veilige aanvliegroute, zodat roofvogels de vogels niet te pakken krijgt. Plaats nestkasten daarom het liefst in de buurt van (stekelige) struiken, hagen of bomen. Zo kunnen vogels hun nest veilig bereiken. Vooral bramen en meidoornhagen zijn geschikte plekken om een tussenlanding te maken.
Jonge pimpelmees in een nestkast

Jonge pimpelmees

Wanneer maak je een nestkast schoon?

De beste periode om je vogelhuisje schoon te maken is de herfst. Dan zijn alle vogels klaar met broeden. Doe dit voor de eerste koude nachten, want dan gebruiken vogels zo’n kastje graag als slaapplek. Je maakt ze schoon door de oude nestjes eruit te halen en de boel even goed uit te borstelen met water. Daarna laten drogen, eventueel repareren en weer ophangen.

Een tuin vol voedsel en schuilplekken

Vogels hebben niet alleen een veilig plekje nodig om te broeden. Zeker in de broedtijd hebben ze ook heel veel voedsel nodig. Voor zichzelf en voor hun jongen. Jonge vogels eten enorme aantallen insecten, want om te groeien hebben ze veel eiwitten nodig. Die vinden ze natuurlijk het liefst in de directe omgeving van hun nest. Hele einden vliegen kost kleine tuinvogels veel te veel tijd en energie. Daarom maak je vogels blij met een tuin, die zo natuurlijk mogelijk ingericht is, vol met insecten (rupsen), wormen en zaden.

Meer over tuinvogels

Vraag het gratis vogelhuispakket aan en ontvang Mathiska's tips en bouwtekening in je mailbox

Pimpelmees broedt in kruik
Astrid Schoenmaker

Bioloog en tuinfan