Ga direct naar inhoud

Standpunt van Natuurmonumenten over drijvende zonnepanelen

Natuurmonumenten pleit voor een juiste volgorde van klimaataanpak door maximaal energie te besparen en duurzame energie, zoals zonne-energie, op te wekken op wenselijke locaties. Start eerst op de daken en zet in op slimme ruimtelijke combinaties. Op grootschalige zonnepanelen op water zijn wij zeer kritisch en in veel gevallen raden wij dit, op dit moment, af.

Natuurgebied in Drenthe

Situatie

Drijvende zonnepanelen zijn erg in opkomst. Het Nationaal Consortium Zon op Water streeft naar 2.000 hectare drijvende zonnecentrales in Nederland in 2023. De belangrijkste motivatie voor deze toepassing is de schaarste aan land en mogelijke voordelen voor rendement: goedkoper en efficiënter (zonnepanelen kunnen meedraaien met de zon en water koelt de zonnepanelen). Steeds meer plannen worden gepresenteerd, zoals drijvende zonnepanelen op De Slufter, een verontreinigd slibdepot op de Maasvlakte, en op het IJsselmeer.

Standpunt

Plannen voor een duurzame toekomst zijn inspirerend. Natuurmonumenten vindt het van groot belang dat energieopwekking gebeurt in de juiste volgorde op de juiste locaties (zie onze klimaatvisie). Zonne-energie eerst zoveel mogelijk op de daken. Er is volgens Natuur & Milieu nog ruimte voor zeker 145 miljoen zonnepanelen op de Nederlandse daken. Ook zijn slimme ruimtelijke combinaties denkbaar, bijvoorbeeld zonnepanelen aansluitend bij al ‘verstoorde plekken’: plekken met kenmerken van bebouwing, zoals bedrijventerreinen, industrieterreinen en nabij grote infrastructuren (lees meer in onze zonne-visie of in ons standpunt Zonne-energie). Maar op grootschalige drijvende zonnepanelen zijn we kritisch.

In Nederland is er nog weinig bekend over de mogelijke en werkelijke ecologische effecten van zonnepanelen op water en daarom is uiterste voorzichtigheid geboden. De werkelijkheid is complexer dan modellen. Wij vinden dat er eerst goed onderzoek uitgevoerd moet worden. Wij raden aan te starten op de daarvoor geschikte locaties met kleinschalige pilotprojecten om meer grip te krijgen op mogelijke ecologische effecten.

Wat Natuurmonumenten vindt van de plannen is afhankelijk van de locatie, schaal en het ontwerp. Het grootschalig installeren van zonnepanelen op water heeft altijd impact op de omgeving. Een groot ruimtebeslag van zonnepanelen vormt een risico: er kan verlies, verandering en verstoring van leefgebieden van soorten, ecosystemen en natuurlijke processen optreden. Zonnepanelen bedekken het water waardoor er bijna geen zonlicht naar de waterbodem kan. Dit kan nadelig zijn voor allerlei natuurlijke processen. De mate waarin zonnepanelen het water bedekken is hierbij mede-bepalend (STOWA, 2019). Zonnepanelen zijn van invloed op algen en waterplanten. Van bepaalde vogelsoorten is bekend dat ze verstoort kunnen worden door zonnepanelen door afname van leef- en foerageergebied. Het is niet onwaarschijnlijk dat vogels en vleermuizen panelen aanzien voor water vanwege de reflectie van licht en op de panelen botsen. In het oppervlaktewater leven vaak vissen, waar vogels op hun beurt van leven. Aan de andere kant kunnen drijvende zonnepanelen ook voordelen leveren omdat een afdekking van een zonnepaneel vervuiling of verdamping van het water tegen kan gaan (TNO, 2019). Zonnepanelen kunnen tevens een schuilplaats bieden voor vissen en nieuw substraat bieden (en daarmee fundament voor bepaalde soorten). Ook de cumulatieve effecten zijn van groot belang om mee te wegen.

Wij maken ons hard voor een aanpak vanuit het voorzorgsbeginsel. Wij vinden dat de bescherming van soorten in natuur en waardevolle landschappen voorop moet staan. Daarom vinden wij grootschalige zonne-energie primair niet passen in (beschermde) natuurgebieden en waardevolle landschappen. Nederland is een waterland, als het ergens internationale verantwoordelijkheid voor heeft is het wel waternatuur. Indien er noodzaak is voor grootschalige realisatie van drijvende zonnepanelen vinden wij dat er ingezet moet worden op de daarvoor wenselijke locaties: locaties waar negatieve effecten voor natuur en landschap onwaarschijnlijk zijn, denk aan ‘slimme combinaties’ op zandwinplassen, baggerdepots en bassins. Vooral in slimme combinaties van ruimtegebruik zien wij kansen. Hierbij is van belang dat het plan van toegevoegde waarde is, op de juiste locatie komt met een gedegen ontwerp en er eisen worden gesteld zodat natuur en landschap niet in het geding komen. Draagvlak in de omgeving is een belangrijke voorwaarde. Daarbij zijn afspraken over de tijdelijkheid van het project belangrijk.

Natuurmonumenten pleit bij overheden voor een landelijke regie en sturing op duurzame energie. We vragen overheden geschikte plekken te prioriteren en daarnaast om duidelijke eisen te stellen aan plannen, waarbij waardevolle gebieden worden uitgesloten. Een goede subsidie en regelgeving die zonne-energie binnen de bebouwde omgeving stimuleert (en daarbuiten ontmoedigt) helpt meer sturing te geven op kansrijke locaties en slimme ruimtelijke combinaties die geen afbreuk doen aan waardevolle natuur en landschap. Het afgelopen jaar heeft de overheid daar stappen in gemaakt door zon op dak te normeren, lees hier meer over de zonnebrief. 

Â