Ga direct naar inhoud

Vink

Een bekende tuinvogel, de mooie, kleurrijke vink. Wie kent hem niet van de ‘vinkenslag’? De laatste hoge noten in zijn lied, dat in het voorjaar bijna overal in ons land klinkt. Lees hier alles over de vink: kenmerken, verspreiding, leefwijze en bescherming.

Mannetje vink op een uitkijkpost

Hoe herken je de vink?

Het mannetje van de vink (Fringilla coelebs) is kleurrijker dan het vrouwtje, zeker in het broedseizoen. Dan heeft de man een dieporanje borst en wangen, en een mooi blauwgrijs petje. Het vrouwtje is wat bruiner in het geheel, maar wel in allerlei nuances van grijs- tot groenbruin. Ze is wel te verwarren met een mus, maar het meest kenmerkend van de vink zijn de twee witte strepen op de vleugels – die heeft een mus niet.

Kenmerken vink

  • wangen en borst roest- tot wijnrood, bruinige rug
  • twee witte vleugelstrepen
  • zwarte staart met witte staartzijden (vooral in vlucht zichtbaar)
  • grootte 14-16 cm
Vink bij een plas water

Mannetje vink

Vrouwtje vink is onopvallend gekleurd.

Vrouwtje vink

Weetjes over de vink

Luister naar de vinkenslag

Waar komt de vink voor?

De vink is een talrijke broedvogel in Nederland, met naar schatting 400.000 tot 500.000 broedparen. In de winter zijn het er nog meer, dan komen de wintergasten erbij en leven er zo’n 1 tot 2 miljoen vinken in ons land. Overal waar groen in de buurt is tref je de vink, zoals in bossen, parken en tuinen.

Kijktip

Wil je in najaar of winter grote groepen vinken treffen, zoek dan naar plekken met oude bomen, daar houden ze van. Vooral beuken met afgevallen beukennootjes zijn favoriet. Wandel bijvoorbeeld de route in Planken Wambuis op de Veluwe.

Hoe leeft de vink?

Vanaf half maart breekt het broedseizoen aan. Man en vrouw vink broeden vaak goed verstopt, diep in het groen en hun nest gecamoufleerd met mos. Drie tot vijf jongen krijgt het paar, die na twee weken al vliegvlug zijn. Na het uitvliegen blijft het gezin nog een kleine maand bij elkaar.

Voedsel

Dat de vink een zaadeter is, zie je aan zijn stevige snavel. Je ziet ze in je tuin vaak onder de voedertafel scharrelen, waar hij zaadjes oppikt die andere vogels hebben laten vallen. Knoppen van planten en struiken eet hij ook. In het broedseizoen schakelt de vink over op insecten als voedsel, een goede bron van eiwitten die nodig zijn om de jongen groot te brengen.

Vink is een zaadeter

Trek

De meeste vinken die in ons land broeden, blijven hier ook in de winter. Maar niet allemaal, een deel zoekt het in het najaar zuidelijker, soms tot aan Noord-Afrika aan toe. En ook wij krijgen in de herfst uit het Hoge Noorden gasten, die hier overwinteren of op doorreis zijn. Omgekeerd is er in het voorjaar een trekpiek in maart en april.

De boswachter over de vink

Boswachter Ellen ter Stege is boswachter op de Zuid-Veluwe en geniet in najaar en winter van de grote groepen vinkachtigen in de terreinen.

"De vink is net als de merel een zeer algemene broedvogel in ons land en vraagt geen specifieke beschermingsmaatregelen. De vink houdt van bomen en struiken en komt daarom veel voor op de Veluwe, maar ook in tuinen met voldoende groen broeden ze graag.

In het voorjaar en de zomer laat de vink zich graag horen met zijn kenmerkende vinkenslag. De zang is aflopend met aan het eind een korte verhoging in tonen. Lang geleden leerde ik het onthouden met dit ezelsbruggetje: ‘Weet je wel wie Jezus Christus was?’

In het najaar scharrelen vinken in het bos op zoek naar beukennootjes en ’s winters zie je ze vaak op akkers en velden op zoek naar zaden. Je lokt vinken in de winter ook eenvoudig naar je tuin door zaden op de voedertafel aan te bieden."

Kijktip: Een goede plek om in de winter grote groepen vinken te zien is het akkercomplex van Oud Reemst op Planken Wambuis, waar ze foerageren op de akkers.

Vink neemt een bad