Ga direct naar inhoud
Nieuws

Op Kraamvisite bij de kudde van de Loonse en Drunense Duinen.

25 februari 2022 | Irma de Potter

De Lente is in aantocht en in het bos vrolijkt het geel bloeiende speenkruid de boel al wat op. Maar een stal vol dartele dartelende lammetjes geven je een lentegevoel in het kwadraat. Tijd om dus een kijkje te gaan nemen naar de 'jeugd' die straks komt helpen met het natuurbeheer van de Loonse en Drunense Duinen.

Lammetjes

1200 Kempische heidelammetjes

De kraamvisite brengt mij in de stal van de Lachende Ooi, het schapenbedrijf van Bart van Ekkendonk. Op 13 januari werd het eerste lam geboren en inmiddels staat de teller op ruim 1200. “Het is een drukke tijd, maar gelukkig heeft het ‘Kempisch heideschaap’ weinig hulp nodig bij de bevalling”, vertelt schaapherder Bart.  “Het is nog een oud schapenras dat niet is doorgefokt voor betere wol en meer vlees. Een echt vleesschaap zoals de Texelaar heeft wel meer hulp nodig bij het lammeren en dat betekent dus ook meer gebroken nachten voor de herder. Het Kempische heideschaap is vooral heel geschikt voor de begrazing van natuurgebieden” aldus Bart.

Natuurbèèèheerders

Half april trekt één van de schaapskuddes met een schaapherder en honden weer de Loonse en Drunense Duinen in om te doen waarvoor Natuurmonumenten ze inhuurt: natuur beheren! Want zonder deze zwervende ‘grasmaaier’ zouden de heidevelden snel dichtgroeien met grassen en boompjes. De kudde zorgt dat de heide niet tot een bos uitgroeit. Zo blijft het als leefgebied voor vogels als de nachtzwaluw en veldleeuwerik en allerlei insecten bestaan. Die open heide is ook nodig om de wind zijn werk te laten doen. Want zolang de wind niet wordt afgeremd door bomen kan het zand blijven verplaatsen. En dat is voor een stuifzandgebied van levensbelang.

Dolle boel in de lammetjesstal

Jong geleerd!

Maar nu is het vooral nog playtime! De lammetjes rennen naar hartenlust in groepjes door de stal en maken lenige caperiolen. Op andere plekken liggen ze op een grote hoop te slapen, zich nog niet bewust van hun toekomstige taak in het veld. De lammetjes moeten eerst nog leren om met de kudde mee te lopen. “Daarom laten wij ze eerst op weidegronden net buiten de duinen 'oefenen' met het kuddebestaan” legt Bart uit. “Als de kudde de duinen intrekt, gaan er een hoop lammeren met de volwassen ooien mee. Ze leren dan om mee te lopen op de weg en hoe te reageren op de honden. Half juni worden de jonge rammen uit de kudde verwijderd. En half augustus, als er een paar rammen de ooien komen dekken, worden de ooilammeren eruit om vroegtijdige voortplanting te voorkomen”. Uiteindelijk blijven er ruim 250 schapen over die tot half november in het natuurgebied blijven.

Leukste stage!

Bij het verlaten van de stal kwam ik stagiaire Annemieke van het Prinsentuin College in Breda tegen. Zij was net bezig om de lammetjes zonder moeder de fles te geven. Dan kan je stage toch niet meer stuk!

Lammetjesdagen bij Natuurmonumenten

De Lachende Ooi heeft vroeger dan veel andere schapenbedrijven lammetjes en moest daarom vanwege de COVID-maatregelen besluiten om de lammetjesdag niet door te laten gaan. Maar gelukkig kun je op meer plekken lammetjes kijken. Zie hier waar de lammetjesdagen van OERRR te bezoeken zijn. 

 

Irma de Potter
Irma de Potter