Directeur en boswachter reageren op stikstofplannen
Vrijdag 10 juni maakte het kabinet z’n plannen bekend voor het landelijke gebied. Daarna ging de aandacht vooral uit naar de vermindering van de stikstofuitstoot, waarvoor duidelijke doelen zijn gesteld. Voor herstel van de natuur zijn die doelen zonder meer noodzakelijk. De natuur mag niet verder verloren gaan. Maar de kabinetsplannen gaan over meer. Ze gaan ook over verbetering van de waterkwaliteit, de aanpak van de klimaatverandering, een schonere lucht en een goed perspectief voor boeren. En daarmee gaan ze ook over onze gezondheid en de leefbaarheid van het platteland.
“Juist die bredere aanpak dan stikstof alleen, hoe complex ook, juichen wij toe”, zegt directeur natuurbeheer Teo Wams van Natuurmonumenten. “Alles hangt met elkaar samen en wij als mens zijn daar een belangrijke schakel in. Het is nu onze kans om de natuur in de natuurgebieden en het landelijk gebied robuust te maken én een omslag te maken naar een duurzame verandering in de landbouw en ons voedselsysteem. Als het ons in gezamenlijkheid lukt het tij te keren, hebben we een juiste oplossing voor een hele hoop problemen. We hebben dan een aantrekkelijk landschap voor boer en burger, meer biodiversiteit, een rijk bodemleven, betere beschikbaarheid van water in droge periodes en veel meer boeren die natuurinclusief werken. Daarom steunen wij de plannen van de minister.”
Onzekere tijden
De maatregelen voor boeren en andere partijen in en om de kwetsbare gebieden zijn zeer ingrijpend. Boswachter Jan Roodhart begrijpt als geen ander de onzekerheid die de kabinetsplannen voor boeren betekenen. Hij begon zijn werkzame leven als boer en maakte later de overstap naar Natuurmonumenten. Daar zette hij de samenwerking in het Eemland met boeren op, om het gebied gezamenlijk te ontwikkelen tot een van de beste weidevogelgebieden van ons land. “Wat we in Eemland kunnen, kan ook in andere delen van het land”, zegt Jan. “Voor melkveehouders die de omslag willen maken naar natuurinclusieve landbouw moet plek blijven. Bij de veranderingen die op stapel staan, zijn melkveehouders keihard nodig want juist zij kunnen een bijdrage leveren aan meer biodiversiteit op het platteland en beheer van natuur en landschap. Daar moet voor deze boeren wel een eerlijk inkomen tegenover staan. Zij kunnen niet groen doen, als ze rood staan. Zij mogen niet het kind van de rekening worden.
Andere partijen in agrarische sector moeten ook verantwoordelijkheid nemen
Teo Wams ziet daarom ook een grote verantwoordelijkheid voor andere partijen in de agrarische sector, zoals banken, veevoerleveranciers, zuivelconcerns en supermarkten. “Boeren hebben nu weinig zeggenschap over hoeveel zij krijgen voor hun producten. Boeren moeten ook door deze partijen een hogere beloning krijgen voor hun natuurvriendelijke producten. Wij doen op hen een dringend appèl om boeren te helpen naar een natuurinclusiever bestaan en de overheid moet hiertoe bindende ketenafspraken coördineren.”
Provincies: neem regie
Aan provincies is het nu om de regie te nemen in de gebiedsprocessen. Wams: ”De doelen om te zetten in concrete plannen vergt vertrouwen en moed. Als dat lukt, zo hebben we eerder gezien in diverse gebiedsprocessen, is er veel bereidheid bij boeren en natuurbeheerders om tot goede resultaten te komen voor de natuur én voor de boerenbedrijven. Als het ons gezamenlijk lukt de doelen te verwezenlijken, zal ons dit een mooier, schoner, socialer, veiliger en toekomstbestendig Nederland opleveren. We zullen dat in gezamenlijkheid moeten doen, waarbij alle sectoren (luchtvaart, industrie, verkeer) een evenredige bijdrage moeten leveren. Voor dit laatste is de overheid aan zet. Zij dienen met de verschillende sectoren te komen tot bindende afspraken.”
Lees ook onze eerdere reactie op de plannen: Deze ingrijpende aanpak is nodig voor de Nederlandse natuur