Ga direct naar inhoud
Nieuws

Het Woud: laatste boom oerbos 150 jaar geleden gekapt

10 juni 2021 | Marie-Thérèse te Bulte

Op 10 juni 1871 werd hier de laatste boom geveld in het achtduizendjarige oude bos, het laatste oerbos van Nederland - Beekbergerwoud. Als ‘Het Woud’ terug te vinden op negentiende-eeuwse kaarten. Geliefd om de rijkdom bij plantkundigen uit die tijd. Het was het meest onherbergzame plekje van Nederland. In een natte laagte vlak onder Apeldoorn. Ontgonnen voor landbouw en om de arme bewoners een beter bestaan te bieden. Nu, een nat broekbos van bijna 15 jaar en een weelderige wildernis. Hoe zag dit oerbos eruit? Hoe werd het gebruikt? En hoe het gesloopte Woud weer een gevarieerd broekbos in wording is.

Beekbergerwoud juni 2021

Het oerbos

Het ondoordringbare moerasbos werd zeker wel benut door de mensen in de omgeving. Eeuwenlang is er hout uit het bos gehaald en maakten kolenbranders er houtskool – alleen in strenge winters, dan kon men het bos betreden. En ’s zomers, bij uitzonderlijke droogte, dreven boeren er hun koeien in. In de rest van het jaar stond er tachtig centimeter water. Het Beekbergerwoud bestond voornamelijk uit elzen, essen en wilgen. Op de hogere delen, de horsten, groeiden ook eiken en aan de randen eikenhakhout.

Oude kaart Beekbergerwoud

Oude kaart Beekbergerwoud, Detail van een kaart uit 1850

Het drassige natte moerasbos was moeilijk begaanbaar en nauwelijks te exploiteren en wist daarmee eeuwenlang aan grootschalige kap te ontkomen. In de woorden van een dominee bij een huisbezoek: “Rond het Beekbergerwoud, een moerassig oord, lagen hutten, waarin verwaarloosde bevolking een sober – beter zou men zeggen: een uiterst armoedig bestaan leidde.”

Bewoning plaggenhutten Beekbergerwoud

Bewoning plaggenhutten Beekbergerwoud

Geliefd bij plantkundigen en wandelaars

De betrekkelijke ongereptheid maakte het Beekbergerwoud bijzonder en geliefd bij plantkundigen en wandelaars. Het moerasbos, omringd door enorme heidevelden, kende een grote diversiteit van bomen, struiken en vogels. Plantkundigen trokken er in de negentiende eeuw naar toe om de rijkdom te zien en te beschrijven. In allerlei verslagen is de lof van het Woud bezongen.

Ene Engelen: “Hij wierp zich op het zachte mos aan de voet eens eik neder (op het zachte mos van een horst kun je je dat nog wel permitteren) en gaf aan zijne overpeinzingen de vrije loop.” W.C.H. Staring – landinrichter en Nederlandse pionier in landbouwkunde en bodemkunde noemt het "een der zeldzame plekjes oerwoud."

Alexander Ver Huell - Beekbergerwoud 1857 - Potlood en zwart krijt

Alexander Ver Huell - Beekbergerwoud 1857 - Potlood en zwart krijt. Schrijver en tekenaar uit Doesburg – Bron: Gelders Erfgoed

J. Wttewaal schreef in 1836: “Het Beekbergerwoud is mij uit een kruidkundig oogpunt om twee redenen als hoogstbelangrijk voorgekomen; in eerste plaats, omdat hetzelve door kruidkundigen nog geheel onbezocht schijnt te zijn, en er evenwel zeer vele, voor ons land althans, zeldzame planten gevonden worden; ten andere, omdat hier de planten nog in haren oorspronkelijken staat aangetroffen worden, daar dit woud, met regt, tot de in ons land schaars geworden aloude bosschen (Urwälder) mag gerekend worden.”

Moerasvergeet-mij-nietjes

Moerasvergeet-mij-nietjes, talrijke zijn hier gezien door Ds. Heldring.

Lezend in "De Veluwe, Eene wandeling" uit 1841 over Het Woud: "het bloemtapijt schooner dan misschien in den rijksten bloemhof door kunst immer vervaardigd.” Ds. O.G. Heldring is onder de indruk van de talrijke vergeet-mij-nietjes en de vele “irissen” (gele lissen). Mijmerend over de geweldige rijkdom aan schoonheid. De dominee luistert verrukt naar het gezang van “duizenden vogelen”. "Vogelen" als de raaf, de reiger, de roerdomp, de goud-amstel, de wielewaal, het ijsvogeltje en de nachtegaal. Ds. Heldring filosofeert over de nachtegaal met zijn koninklijke zang en toch zo eenvoudige verenpakje en het ijsvogeltje, dat alleen pronken kan met een prachtig verenpakje.

Nachtegaal

Nachtegaal met zijn koninklijke zang en eenvoudige verenpakje

De verkoop en ontginning

Het Beekbergerwoud bleef heel lang uit de menselijke greep van ontginningsdrang. Maar vanwege de uiterst primitieve leefomstandigheden, de armoede onder de bevolking en het gewijzigde landgebruik, besloten de geërfden van de marken Het Woud te verkopen. In augustus 1869 hingen overal aanplakbiljetten met de tekst: ‘BELANGRIJKE VERKOOPING van het EEUWEN OUDE ELZENWOUD te BEEKBERGEN’. Op de veiling in Arnhem kocht de gefortuneerde Velpenaar Barend Van Spreekens het perceel, ‘groot ruim 180 bunder’, voor 111.005 gulden – zeker voor die tijd een hoog bedrag.

Van Spreekens vroeg medewerking van alle bewoners in de buurtschappen rondom Beekbergen, bij het in cultuur brengen van Het Woud. Op 1 november 1869 begon de ‘sloop’ – zo dat in die tijd werd genoemd - van Het Woud. Sloten werden gegraven - om het overtollige water van de gronden– via de weteringen naar de IJssel af te voeren. De bomen gerooid. Maar het laatste oerbos gaf zich niet zomaar gewonnen. Op 10 juni 1871, anderhalf jaar later pas, werd de laatste boom geveld. Het Woud was niet meer. Het natte, reliëfrijke bos was hardhandig veranderd in strakke graslanden. 

Bewondering uit onverwachte hoek

De bewondering voor het oude woud – al zijn er nauwelijks afbeeldingen van - bleef echter bestaan. Frits van Eeden, vader van de dichter Frederik, schreef in zijn Herinneringen aan de Veluwe uit 1880: “Dit bosch had als monument van de voormalige natuur van ons land niet minder waarde dan oude gebouwen voor de geschiedenis der vaderlandsche kunst.” 

Knikkend nagelkruid

Hele velden met knikkend nagelkruid bloeiden er, nu een zeer zeldzame en kwetsbare plantensoort in Nederland.

En zelfs de beschrijving van de rentmeester en landmeester Hendrik Jannes Bosker, die de opdracht van eigenaar Van Spreekens kreeg Het Woud droog te leggen, geeft te bedenken. Hij was onder de indruk geraakt van de enorme bomen en de weelderige struiken. De grond, besloot hij zijn bijna lyrische rapportage, ‘was digt begroeid met watergras of moerasplanten, waaronder vele die niet overal gevonden worden, hetwelk een niet allerdaagsch gesicht opleverde.’

Nieuw bos, oude bomen

Ruim een eeuw later krijgt Natuurmonumenten de mogelijkheid om in een deel van het gebied waar het Beekbergerwoud stond, weer een bos te laten groeien. Een erfgenaam van Van Spreekens, die het niet lekker zit dat de naam van de familie verbonden is aan de vernietiging van het ‘laatste oerbos van Nederland’, laat een stuk grond in het gebied na aan de vereniging.

Boswachter Ellen ter Stege: “Dit is een van de plekken waar de natuur weer vrij spel krijgt, in de hoop ooit weer zo’n natuurlijk mogelijk bos terug te krijgen. We hebben ervoor gezorgd dat het kale grond werd en vervolgens zijn daar allerhande bomen en struiken gaan kiemen. Na bijna 15 jaar heb je hier zo’n elzenbroekbos en dat is natuurlijk wat we willen in dit gebied. Want hier was ooit het laatste oerbos van Nederland en wij proberen hier een nieuw oerbos – kan je dat zeggen – maar in ieder geval zoiets terug te brengen.”

Elzenbroekbos Beekbergerwoud

Elzenbroekbos Beekbergerwoud

Met deskundigen zijn in oude houtwallen bomen en struiken gevonden uit het oorspronkelijke Beekbergerwoud. Bomen en struiken die misschien wel duizenden jaren op die plek hebben gestaan en dus optimaal zijn aangepast aan de omstandigheden van precies deze locatie. Hiervan zijn stekken verzameld, die vervolgens zijn vermeerderd en opgekweekt. Dat leverde duizenden bomen en struiken op, die tussen 2012 en 2014 weer zijn aangeplant.

Eik geriefhout Beekbergerwwoud

Meerstammige eik, als geriefhout laatste keer afgezet 100 - 150 jaar geleden? De basis met wortelstelsel is veel ouder.

Maarten Veldhuis, werkzaam bij Waterschap Vallei en IJssel, was hier vorige week: “ Het gonsde, floot, en vloog om ons heen. Het was een waar natuurspektakel van vogels, vlinders en libellen. Met de lieslaarzen door moeras, open water, liesgras en elzenbroekbos.” Hij stelt zijn foto’s beschikbaar voor dit nieuwsbericht.

Beekbergerwoud weer ondoordringbaar

Inmiddels zijn diverse soorten weer terug te zien in het Beekbergerwoud, waarvan we uit oude beschrijvingen weten dat ze er vroeger ook stonden. We hebben er bewust voor gekozen om een deel van het Beekbergerwoud toegankelijk te maken, zodat wandelaars het via een wandeling zelf kunnen ervaren en beleven.

Maar we hebben er ook bewust voor gekozen om een deel van het bos de gang te laten gaan, zegt Ellen ter Stege, waar we ook niet in hoeven te grijpen en dat dus niet toegankelijk is voor publiek. Daar zitten de oudere stukken bos, die meer het oerachtige beeld geven, met natuurlijke weelderigheid en omgevallen bomen. Maar dat niet alleen, “Dit is ook heel belangrijk voor de fauna die daar leeft, dat de dieren daar niet gestoord worden.”

Liesgras in elzenbroekbos Beekbergerwoud

Liesgras in het elzenbroekbos

Vanuit haar functie als ecoloog, was Ellen er onlangs en ondervond deze sfeerbeschrijving. “Een op en top natuurgevoel, in die zin dat het nu ook al weer heel ondoordringbaar is. Omdat het zo nat is, en heel weelderig is qua planten. Bomen die vroeger altijd tussen de graslanden hebben gestaan, van alles is omgevallen. Op veel plekken ligt dood hout, waar je overheen moet kruipen. Braamstruwelen waar je niet doorheen kunt komen. Het roept bij mij wel iets heel oerachtigs op, al zijn de bomen allemaal nog behoorlijk dun. Je kan je echt voorstellen dat je daar kan verdwalen, met misschien bijna een soort van verdrinken in het moeras, zeker nu met dit natte voorjaar. En dat je er niet meer uit kan komen als je geen moderne hulpmiddelen zou hebben.”

Omgevallen boom met weelderige begroeiing Beekbergerwoud

Omgevallen boom met weelderige begroeiing

“De ontwikkelingen die ik dan zie, dat het echt al een broekbos wordt. We hier wel iets goeds doen voor mijn gevoel. Er vooral ook als mens verder vanaf moeten blijven, maar vooral wel monitoren wat er verandert. De natuur zijn gang laten gaan, dat zijn natuurlijk ook niet zo heel veel plekken in Nederland waar je gewoon eigenlijk niet aankomt. Dat maak het natuurlijk ook wel bijzonder, dat herstel van het Beekbergerwoud!”

Ooievaarsnest in dode boom Beekbergerwoud

Ooievaarsnest hoog in dode boom

Nieuwsgierig naar het Beekbergerwoud?

Wil je zelf de ontwikkelingen van het Beekbergerwoud volgen of ervaren?  Het westelijke deel van het Beekbergerwoud is te bezoeken. Hier zie je bossen, bloeiende graslanden en waterpartijen. Er loopt een route van het Klompenpad (Albapad) en Apeldoorn te Voet (Beekbergerwoudroute), nu tijdelijk met een routeaanpassing. Als het vlonderpad is vernieuwd, medio september, dan kun je hier weer een rondje Beekbergerwoud doen.

Mogelijk wordt op een later moment, op incidentele basis weer een excursie aangeboden, door het niet toegankelijke deel. Hou daarvoor deze website in de gaten.

Trekspin Beekbergerwoud

Trekspin, dit spinnetje speelde verstoppertje en liet zich niet zomaar vangen voor een foto.

Boswachter Marie-Thérèse te Bulte
Marie-Thérèse te Bulte